VERSLAG VAN DE ZOEKTOCHT
NAAR MIJN STAMVADER.
Dit is het geschiedenisverhaal van mijn voorouders den Brok. Het is het verslag van de zoektocht naar mijn stamvader.
Jaren geleden, bij het bereiken van mijn pensioen, toen ik belangstelling kreeg voor de genealogie, kwam ik er vrij snel achter, dat mijn neef Bas den Brok met zijn tientallen lange jaren onderzoek al erg veel over de Brokken had uitgezocht. Daarom besloot ik me eerst meer bezig te houden met andere voorouders. Toch drong al vrij snel de vraag zich bij mij op: "Hoe zit het met mijn rechtstreekse voorouders? Wie is mijn stamvader? Dus begon ik in 2014 met een intensieve zoektocht naar mijn stamvader, die ik in de vorm van dit verslag heb gegoten. Bij mijn onderzoek ben ik veel dank verschuldigd aan mijn neef Bas voor zijn werk, maar zelf heb ik ook het nodige gevonden.
Het eerste deel van dit verslag is in een soort verhaalvorm gegoten, omdat dit prettiger leest. Na elk leesstukje zijn de data en bronnen vermeld.
In het tweede deel, waar genealogen het niet allemaal over eens zijn, ben ik zelf gaan zoeken en trek hier aan de hand van bronnen mijn conclusies.
WILLEM DEN BROK
Mijn naam is WILLEM DEN BROK .
Mijn geboorteplaats is Ravenstein, een oud vestingstadje aan de Maas uit 1360, waar toen Walraven van Valkenburg , leenman van de hertog van Brabant, een kasteel liet bouwen. Hier omheen ontstond Ravenstein.
Over Ravenstein, zijn geschiedenis en mijn herinneringen daaraan heb ik wat geschreven in :

Zicht op Ravenstein



Ik werd geboren in de koude nacht van 8 februari 1949. Mijn onbezorgde kinderjaren bracht ik door in Ravenstein, waar ik naar de jongensschool St. Jozef ging, cowboy speelde in het beboste "Laantje", voetbalde achter het huis of schaatste op de grachten.
Door de strenge katholieke opvoeding ging ik als vanzelfsprekend naar het internaat "Sint Willibrord in Deurne. Mijn herinneringen daaraan heb ik weergegeven in : "Herinneringen aan het internaat in Deurne". Hier verbleef ik twee en een half jaar. Daarna ging ik in Oss naar het Titus Brandsmalyceum en weer laterstudeerde ik voor basisschoolleraar in Veghel. Hier leerde ik ook mijn vrouw Anke van der Putten kennen.

Trouwfoto Anke en Willem

Perry en Marylen.
Na ons trouwen gingen Anke en ik wonen en werken in Ter Apel, waar we vijf jaar bleven (ik hoefde dan niet in militaire dienst). Hier werden onze kinderen Perry en Marylen geboren in het ziekenhuis van Emmen. Ik werkte er aan de Sint Bonifatiusschool.
Daarna kwamen we in Wijchen, waar ik bijna dertig jaar op de Piekenstulp werkte als basischoolleraar. We woonden in de Blauwe Hof, Aalsburg en nu op de Sluiskamp. De laatste zeven jaren van mijn onderwijsloopbaan heb ik in Niftik op een driemansschooltje gewerkt.
WILLEM DEN BROK
Geboren te Ravenstein 08-02- 1949. Gehuwd te Gemert 13-4-1971 (kerk.huw. 14-07-1971 te Gemert) met Anke (Johanna Maria) van der Putten (Geboren 22-09- 1949 te Handel)
Kinderen:
1. Perry den Brok, geboren 27-02-1973 Emmen, gehuwd 04-06-2004 Wijchen met Wendy Derks.
2. Marylen den Brok, geboren 28-03-1975 Emmen, gehuwd 30-06-2001 Wijchen met Twan Janssen.
PIET (PETRUS JOHANNES) DEN BROK
Mijn vader, PIET DEN BROK (Petrus Johannes) was, net als het gezin waar hij uit kwam, erg gelovig. Hij werd geboren in 1914. Omdat hij uit een groot gezin kwam hielp hij altijd mee op de boerderij van zijn vader.
In 1935 ging hij in militaire dienst, nadat hij eerst nog een jaar vrijstelling gekregen had vanwege persoonlijke onmisbaarheid op de boerderij. Hij diende bij het regiment “de Jagers” in Waalsdorp bij Den Haag en had een bijbaantje als tafelbediende in de officierskantine. Na een half jaar ging hij met groot verlof.

Boven naast onderwijzer Janus van den Berg staan Wim den Brok Piet den Brok. Herpen 1926

Piet in militaire dienst 1935.
Na de militaire dienst trad hij in 1938 in in het klooster bij de Dominicanen in Nijmegen.
In de oorlog verbleef hij enige tijd in Venlo op de St. Albertushof, een missiehuis van zusters, opgericht vlak voor de oorlog.
Piet hielp daar als broeder Hyacint op het land van de boerderij, waar de zusters van de opbrengst leefden. Tijdens de oorlog gaven de zuster veel vluchtelingen en jonge mannen die in gevaar waren een schuilplaats. De gastvrijheid en de manier waarop met mensen gedeeld werd, gaf de zusters in de stad Venlo een goede naam. In 1940 werd Albertushof een erkend noviciaatshuis.

De Sint Albertushof in Venlo.

Piet als broeder Hyacint

Aan het werk: het slijpen van de zeis.
Het laatste jaar van de oorlog moest Piet onderduiken. Hij verbleef bij een familie Driessen in Venlo in de schuilkelder. Hij heeft direct na de oorlog hierover een tekst op rijm gemaakt, waaruit blijkt, dat hij samen met zo'n zeventig mensen in een kelder zat, waar plaats was voor hooguit twintig mensen. Dit gedicht over de oorlog is te lezen in: "De schuilkelder".
Direct na de bevrijding onderging Piet in Tilburg een nieroperatie, waarbij een nier werd weggehaald. In september 1945 verliet hij het klooster.
Zo vlak na de oorlog hadden maar weinig mensen telefoon. Daarom was brief schrijven heel gewoon. Uit bewaard gebleven brieven was er één, waarin mijn vader zijn vertrek uit het klooster vertelde aan zijn broer Gerard, die ook in het klooster zat. Een fragment hieruit: "Venlo 27 juli 1945 .....Ik weet dat u gelukkig in het klooster bent en daar ben ik blij mee. Ik hoop dat u mij in uw gebeden niet zult vergeten. In het begin van volgende week ga ik naar huis. Vanwege de oorlogsomstandigheden kan pater Provinciaal mij nu zelf dispenseren. Hij zegt dat ik met een gerust geweten nu de orde mag verlaten. Na veel gebeden te hebben en nagedacht te hebben en de raad van mijn biechtvader ingewonnen te hebben ben ik tot de overtuiging gekomen dat ik den religieuze staat niet kan onderhouden en het voor de vrede en rust voor mijn geweten beter is zonder gelofte te leven....."
Hij trouwde 3 juli 1947 te Ravenstein met Lena (Helena Johanna) Boeijen, dochter van Johannes Boeijen en Anna Maria Bokmans. Vanwege de woningsnood woonden ze eerst op kamers in “Huize Blankenburg”.
Hun eerste eigen huis was dat aan de Walstraat in Ravenstein, waar ze een horlogemakerij en juwelierszaak begonnen. Hier, op de Walstraat, werd ik geboren.

Trouwfoto Piet en Lena

De winkel in de Walstraat in Ravenstein.
Vlak na mijn geboorte schreef mijn vader aan zijn broer:
Ravenstein 11-02-1949.
Beste broer, Bij deze delen wij u met grote vreugde mede dat heden bij ons een zoon is geboren, die de naam kreeg Wilhelmus Blasius. Lena maakt het uitstekend. Alles is naar wens verlopen. Men beweert dat het een echt Brokkengezicht is! U begrijpt dat ik het nu erg druk heb. Daarom maar een beknopt schrijven. Doch een uitvoerige brief komt nog.
Je gelukkige broer en zus Piet en Lena.
Omdat mijn vader het druk had, nam mijn moeder het brief schrijven vaak over. Een stuk uit een brief naar Gerard in het klooster na de geboorte van mijn broer Hans:
"Ravenstein 3 -9-1950
Beste broer, Al is het wat laat toch kom ik u nog van harte feliciteren met uw verjaardag. Van schrijven komt door de week zo weinig en nu op zondag heb ik ze maar weer eens allemaal genomen.
Ook nog hartelijk dank voor de felicitatie met de geboorte van Hansje. Hij is nu al ruim 4 weken oud en groeit goed. Hij is veel groter dan Willie toen was, maar niet zo zoet. Huilen kan hij als de beste en bij voorkeur 's nachts, wat niet erg prettig is, maar dan weten wij ook dat we er een zoon bij hebben.
Willie is al een heel baasje. Hij kan en doet alles na, behalve praten. Hij babbelt wel de hele dag, maar je kunt er niets van verstaan. Het is een echt prulletje hoor, een aardje naar zijn vaartje en doet ook voor zijn Heeroom niet onder. Zelf ben ik ook weer goed. Piet is tegenwoordig niet zo best. Hij heeft maar steeds last van zijn oude kwaal. Met de zaak gaat het gelukkig heel goed...."
Piet en Lena kregen nog vijf kinderen: Hans, Peter, Marie-José, Bert (noemde zich later Lambertus) en Jos. De volgende winkel was op de hoek van Landpoortstraat en Walstraat. Kort daarna werd er een nieuw huis met winkel gebouwd verderop in de Landpoortstraat (26). Van 1953 tot 1964 woonden zij hier.
Toen sloeg het noodlot toe. Marie-José, hun enige dochter, werd in 1958 door een auto aangereden en overleed. Kort hiervoor had ze nog woorden met Peter. Zij wilde graag een engeltje zijn en hij niet. Mijn moeder kon niet bij de begrafenis zijn, omdat Jos tien dagen later werd geboren.

Het huis in de Landpoortstraat.

Marie-José
Het getouwtrek over de schuldvraag van de aanrijding en het vele verdriet deden Piet en Lena na verloop van tijd besluiten om weg te gaan uit Ravenstein. In Oss in de Galerij werd in 1964 een grote juwelierszaak geopend.
In 1969 nam Hans de zaak over en ging het gezin in een bungalow in de Berkenlaan wonen. Later werd de zaak weer verkocht.
Het verhaal over de zaak van mijn vader is te vinden in: "Den Brok-Boeijen".
Piet, Lena en zoon Peter, die nog thuis woonde, gingen in Veghel (Paul Rinkstraat 1) wonen. In 1992 kreeg Piet longkanker en overleed drie jaar later te Veghel in het ziekenhuis. Hij hield in zijn vrije tijd van bijen houden en timmerde graag. Mijn moeder overleed in 2003.

Vlnr: Hans, pa, Peter, ma, Jos, Lambertus en Willem.



PIET (PETRUS JOHANNES) DEN BROK
Geboren te Herpen 07-06- 1914 en overleden te Veghel 12-09- 1995. Gehuwd te Berghem 03-07- 1947 met Lena (Helena Johanna) Boeijen.
Kinderen:
1. Wilhelmus Blasius (Willem) den Brok
2. Johannes Dominicus (Hans) den Brok, geboren Ravenstein 04-08-1950, overleden Reek 31-07-2007, getrouwd met Wilhelmien van
Ballegooij, later getouwd 03-10-1973 met Nel Onstein.
3. Petrus Antonius (Peter) den Brok, geboren Ravenstein 09-07-1952
4. Maria Jozefa (Marie-José) den Brok, geboren te Ravenstein 24-07-1954 , overleden 30-10-1958
5. Lambertus Blasius (Lambertus) den Brok, geboren Ravenstein 01-05-1956, getrouwd 07-04-1977 met en gescheiden van
Henny Meulendijks
6. Johannes Maria Jozef (Jos) den Brok,geboren te Ravenstein 10-11-1958
WILLEM DEN BROK
De naam Herpen is waarschijnlijk afgeleid van het Germaanse "harpa", dat "scherpe kromming" betekent. Vroeger liep er een maasmeander. De Hamelspoel is er nog een restant van. Herpen betekent dan "bocht in de rivier". De Koolwijk (Kollik) komt van "Coelbeeck", dat "koele, heldere beek" betekent. Die beek liep vroeger van de hogere heigronden naar de Beerse Maas. De Beerse Overlaat zorgde regelmatig voor wateroverlast in Herpen. Herpen was een gebied van water en zand. Wegen in Herpen bestonden uit karresporen en paden voor de paarden. Pas in 1867 werd de provinciale weg aangelegd.
Herpen was in het begin van de twintigste eeuw een zelfstandige gemeente met zijn eigen burgemeester. De veldwachter was heer en meester en handhaafde de orde. Opmerkelijk is dat grote delen van Nederland al waterleiding hadden, maar dat Herpen liever naar de pomp liep of de put gebruikte voor drinkwater. Pas begin 1941 keurde de raad een aansluiting op het waternet goed, zes weken voordat het dorp bij Ravenstein werd gevoegd.
Mijn grootvader WILLEM DEN BROK, naar wie ik vernoemd ben, werd te Herpen op de Kleine Koolwijk (tegenwoordig Hoefstraat) geboren in 1881 als tiende zoon van een gezin van elf. Willem had als bijnaam Willem de Krel. Bijnamen waren in die tijd heel normaal. Deze bijnaam is waarschijnlijk afkomstig van grootvader Cornelis, Krelis of Krel werd genoemd. Willem was arbeider en landbouwer. Hij trouwde te Berghem op zijn vierentwintigste met Lentje (Helena) den Brok.

De Sint Sebastianus kerk voor de verbouwing van 1907 met het verlaagde
schip en de witte zijkapellen.

V.l.n.r.: Mien, Wim, Jan, vader met Toon, Grad, moeder Anneke, Cor, Piet en Harrie. (
Sien, Albert en Kee ontbreken, omdat ze al in het klooster waren).

Willem
Het gezin van Willem woonde in een klein, oud boerderijtje, waar nog gekookt werd op een open vuur in de kamer. Geslapen werd er in een bedstee, op de geut onder het dak of achter een gordijn, natuurlijk op stro en soms wel met vier kinderen tegelijk. Een nicht van Lentje, Lien van Uden, heeft bijna alle kinderen mee ter wereld gebracht. Omdat het gezin groeide en het boerderijtje te klein werd en versleten was, bouwde Willem zelf een boerderij op de Kleine Koolwijk in Herpen, die in 1923 af was. Helaas had dit zoveel van hem gevergd, dat hij ziek werd. Hij kreeg tuberculose. Daarom moest hij buiten achter het huis in een tent slapen. Willem stierf in 1937 op de leeftijd van 56 jaar.. De boerderij, waar hij zo hard aan gewerkt had, brandde tijdens de oorlog in 1943 grotendeels af. Willem en Lentje hadden maar liefst vijftien kinderen: Harry, Sien, Albert, Kee, Piet, Mien, Cornelis Wilhelmus, Wim, Grad, Jan, Cor, Leonardus Henricus, Leonardus Hendrikus, Toon en Anneke. Drie kinderen stierven als baby.

Foto (1932): voor de kerk in Veghel bij professiefeest Zr. Hermino.

Willem en zijn radio

Lentje
Het gezin was erg katholiek. Naast het sterke geloof speelde ook de armoe een rol bij het bijzondere feit, dat bijna alle kinderen voor kortere of langere tijd in het klooster verbleven. Vier vrouwen en één man verlieten het klooster uiteindelijk niet. Eén van de kinderen, Gradje, was een ondeugend jongetje, die veel grappen uithaalde. Zo gaat het verhaal dat hij op een dag met een vriendje vuurtje stookte op de hei. Dat liep uit de hand, maar Piet en een broer, die de brand zagen, haalden snel hulp en wisten het vuur te doven. Volgens Grad en zijn vriend hadden ze de daders net niet kunnen grijpen. Als blijk van dank voor het redden van de staatsbossen, kregen Gradje en vader Willem een beloning. Over het gezin is nog meer te vinden in:
WILLEM (WIM) DEN BROK
Geboren te Herpen 12-06- 1881 en overleden te Herpen 10-09-1937. Gehuwd te Berghem 07-10- 1905 met Helena (Lentje) den Brok
Kinderen:
1. Hendrikus Lambertus (Harrie) den Brok, Geboren te Herpen07-03-1909, overleden te Herpen 16-01-2000, getrouwd te Schaijk
14-04-1944 met Johanna Petronella (/Anna) Roefs, geboren te Herpen 17-09-1915, overleden 08-12-1993, begraven te Berghem
2. Francina Cornelia (Sien) den Brok (Zr. Hermino), geboren te Herpen 23-08-1910, overleden te Veghel 09-10-2007, 80 jaar lid van de
Congregatie van de Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods te Veghel.
3. Albertus Hendrikus (Albert) den Brok (Br. Blasius), geboren te Herpen 24-01-1912, overleden te Valkenswaard 27-09-1986, broeder
bij de Societas Verbi Divini (SVD), zilveren professiefeest te Deurne 07-11-1957, uitgetreden, getrouwd te Valkenswaard 24-04-1964
met Catharina Arnoldina Adriana (Toos) van Lit, geboren te Budel 10-04-1915, overleden te Valkenswaard 08-02-1991.
4. Cornelia Francina (Kee) den Brok (Zr. Nicasia), geboren te Herpen 11-03-1913, in het klooster getreden 17-02-1930 en overleden
15-07-2012 te Veghel.
5. Petrus Johannes (Piet) den Brok.
6. Wilhelmina Maria (Mien) den Brok . (/Zr. Nicasia II), geboren te Herpen 14-09-1915, overleden te Nuland 08-02-1995, lid van
de Congregatie der Zusters van de Choorstraat geprofest 26-12-1946.
7. Cornelis Wilhelmus den Brok, geboren 28-11-1916 en overleden 29-05-1921
8. Wilhelmus Theodorus (Wim) den Brok (Br. Sebastianus). geboren te Herpen 10-03-1918, overleden te Teteringen 29-05-1996, broeder
bij de SVD
9. Gerardus Sebastianus (Grad) den Brok. Geboren te Herpen 01-09-1919, overleden te Eindhoven 16-06-1996, getrouwd te
’s Hertogenbosch 04-08-1959 met Leonarda Elisabeth Catharina (/Leonie) Bierkens, geboren te Fijnaart en Heijningen 20-04-1937
10. Johannes Leonardus (Jan) den Brok, geboren 02-11-1920, getrouwd 02-02-1964 te
Soerabaja (Indonesië) met Kelly (Lidwina Sitie) Soemiati Soekari . Overleden 01-11-2008 te Oss.
11. Cornelus Leonardus (Cor) den Brok. Geboren te Herpen 12-10-1921, getrouwd te Berghem 11-01-1950 met Johanna Maria (Jo)
Vogels, geboren te Berghem 27-06-1922, overleden te Herpen 06-09-1992, dochter van Cornelis (Knillis) Vogels en Wilhelmina
Catharina (/Mina) Tonies
12. Leonardus Hendrikus den Brok, geboren te Herpen 02-09-1923, overleden te Herpen 08-05-1924.
13. Leonardus Hendrikus den Brok, geboren te Herpen 25-10-1924, overleden te Herpen 08-02-1925.
14. Antonius Franciscus (Toon) den Brok. Geboren te Herpen 17-11-1926, overleden 11-06-2011 Boxmeer, getrouwd te Amsterdam
14-12-1959 met Adriana Christina Maria (Addy) Loonen, geboren te Solo(Nederlands Indië) 17-02-1934.
15. Anna Maria Theresia (Anneke) den Brok (Zr. Galena), geboren 30-04-1930 Herpen.
LAMBERTUS DEN BROK
Van mijn overgrootvader LAMBERTUS DEN BROK is maar weinig informatie te vinden. Hij werd in 1840 te Berghem geboren. Bertus trouwde op zijn vierentwintigste met Henrica van de Mosselaar. Bertus en Henrica woonden op de Kleine Koolwijk te Herpen. Hij was akkerbouwer. Ze kregen elf kinderen: Petronella, Petrus, Johannes. Gerardus, Johanna (ongehuwd), Cornelia, Wilhelmina (ongehuwd), Jan Willem (werd een paar maanden), Johannes (werd 4 jaar), Willem en Henricus (werd nog geen jaar).

Lambertus den Brok

Henrica van de Mosselaar

Overlijdensakte Lambertus den Brok
LAMBERTUS DEN BROK
Geboren te Berghem 20-02-1840 en overleden te Herpen 29 -01- 1917. Gehuwd 23-04-1864 te Berghem met Henrica van de Mosselaar
Kinderen:
1. Petronella den Brok, geboren te Herpen 16-02-1865, overleden te Berghem 21-04-1924, getrouwd te Herpen 20-05-1887 met Hendrikus
van Lier, geboren te Berghem 14-11-1864, overleden te Berghem 22-04-1931.
2. Petrus den Brok, geboren 28-06-1866 te Herpen en overleden 20-05-1907 te Berghem, getrouwd 07-04-1894 met Gertruda Brands
3. Johannes den Brok, geboren 24-06-1867 te Herpen en overleden 31-05-1931 te Herpen, getrouwd te Oss 06-05-1904 met Hendrieka
Ruijs
4. Gerardus den Brok, geboren te Herpen 24-06-1870, overleden te Herpen 21-01-1919, getrouwd te Berghem 24-06-1905 met Johanna
Klerks, geboren te Berghem.
5. Johanna den Brok, geboren te Herpen 14-01-1872, overleden te Herpen 31-07-1894 (ongehuwd).
6. Cornelia den Brok, geboren te Herpen 14-10-1874, getrouwd te Herpen 15-10-1898 met Hendrikus Boeijen, geboren te Berghem
25-10-1871, overleden te Berghem 06-05-1942.
7. Wilhelmina den Brok, geboren te Herpen 28-09-1876, overleden te Herpen 24-08-1896 (ongehuwd).
8. Jan Willem den Brok, geboren te Herpen 30-10-1878, overleden te Herpen 13-03-1879.
9. Johanna Wilhelmina den Brok, geboren te Herpen 16 -02-1880, overleden te Herpen 28-07-1884.
10. Willem den Brok
11. Hendricus den Brok, geboren te Herpen 23 -05-1884, overleden te Herpen 17 -02-1885.
CORNELIS DEN BROK
CORNELIS DEN BROK werd begin negentiende eeuw geboren in Berghem. We weten globaal hoe hij er uitzag, omdat er een signalement opgesteld was in verband met zijn dienstplicht. Hij was 1 meter 75, had een lang gezicht en een rond voorhoofd, grijze ogen, een gewone neus en mond, een ronde kin, bruine haren en wenkbrauwen. Hij kon niet schrijven. Omdat hij uitgeloot werd, hoefde hij niet in militaire dienst. Zijn beroep was landarbeider. Hij trad in het huwelijk met Petronella Verwaijen.
Zo'n twintig jaar woonden Cornelis en Petronella op de Hondshoek te Berghem. Hij huurde hier een woning met bijbehorend erf voor 27 gulden per jaar. Dat gebeurde nog tegen opbieding. Een jaar later kon hij hetzelfde huis huren voor drie jaar voor 25 gulden. Midden negentiende eeuw verhuisden ze naar de Kleine Koolwijk in Herpen. Cornelis en Petronella hadden zeven kinderen. Ze kregen veel tegeslag, want van de zeven kinderen werd allleen Lambertus volwassen. De anderen kinderen stierven jong: Ardina werd 1 maand oud, Ardine 7 maanden, Antoon 2 jaar, Antoinetta bijna 4, Johannes onbekend en Jenneke 15 jaar.
Naast de armoede was er bij veel boerenmensen sprake van slechte hygiëne en dus ook een slechte gezondheid, waardoor er veel kinderen jong stierven, vooral aan aandoeningen van het maag- darmkanaal. Veel moeders gaven geen borstvoeding, want een borst en trouwens het hele vrouwenlichaam moest bedekt blijven. Dus gaf men een fles met pap, in de wieg gelegd met een slang aan een speen in de mond van het kind.
Berghem is de bakermat van de familie Den Brok, zoals we die nu kennen.
In Berghem ging het economisch wat beter door de handel in boter en vee. In 1774 werd begonnen met de bouw van een raadhuis en een school. De kosten daarvoor bedroegen nog geen 2000 gulden. Op een maandag in april 1787 werd de eerste jaarmarkt gehouden. De markten bleken later toch niet zo’n succes.
Wat stelde Berghem op het eind van de Franse tijd (1815) voor? Uit gegevens die het Koninkrijk opvroeg bleek: De gemeente was lang een 1/2 uur gaans, breed 1 uur. Er waren op dat moment 1560 inwoners, die in 284 woonhuizen woonden. Er waren 50 grote boeren, 100 kleine boeren en 134 keuterboeren.

Berghem en directe omgeving ca. 1790 op de “Caart Figuratief” van Hendrik Verhees (1794).
De ambtsnijverheid bestond uit: 1 hoornwindmoolen, 2 paarde-olijmoolens, 1 gruterij, 1 bierbrouwerij, 1 molemaaker, 7 timmerlieden, 2 wieldraijers, 4 smeeden, 3 metselaars, 1 verver, 7 schoenmakers, 2 kuijpers, 2 klompmakers. De landbouw was het belangrijkste bestaansmiddel. Er was "604 morgen bouland, 204 morgen weij en hooijland, en 150 morgen heijden”. Er werd vooral rogge en boekweit verbouwd. Een morgen land was land dat in een ochtend omgeploegd kon worden, meestal iets minder dan een hectare.
CORNELIS DEN BROK
Gedoopt te Berghem 04-06- 1808 en overleden te Herpen 7-10- 1873. Gehuwd te Berghem 11-06-1831 met Petronella Verwaijen.
Kinderen:
1. Ardina den Brok, geboren te Berghem in 1833, overleden te Berghem 28-02-1833.
2. Anthoinetta den Brok, geboren te Berghem 15-07-1834, overleden te Berghem 28-05-1838.
3. Johannes den Brok,
4. Ardine den Brok, geboren te Berghem 31-08-1838, overleden te Berghem 03-04-1839.
5. Lambertus den Brok
6. Antoon den Brok, geboren te Berghem 14 -06-1842, overleden te Berghem 03-09-1844.
7. Johanna (Jenneke den Brok), geboren te Berghem 22-11-1843, overleden te Herpen 20-03-1858.
JAN DANIEL DEN BROK
JAN DANIEL DEN BROK werd gedoopt te Berghem eind 1743. Jan Daniël trouwde als 21-jarige met Theodora Wilbert Willems. Zij kregen zes kinderen, waarvan er vijf jong stierven, alleen Martinus werd nog 28 jaar. Eind 1790 stierf zijn vrouw Theodora. Amper twee maanden later op 6 maart 1791 trouwde Jan Daniël opnieuw, nu met Alberdina Francis Hornkens uit Boekel. Zij kregen nog 5 kinderen: Teodorus, Franciscus, Maria, Martinus en onze Cornelis.
Gemakkelijk heeft Jan Daniël het zeker niet gehad. Hij was arm en alle investeringen vielen verkeerd uit. Verschillende keren leende hij geld. Zo kocht Jan Daniël daarmee ook “een perceel teulland en huys daarop staande alhier te Berchem gestaan en geleegen groot circa een halve mergen”. Helaas kon hij in 1807 zijn hypotheek niet meer betalen, zodat zijn goederen executabel werden verklaard. Zijn huis werd bij opbod verkocht. Waar hij toen terecht kwam, weten we niet, want uit de "lijst van aangeving der lijken" , die bijgehouden werd door koster (en schoolmeester) J.J. Vermaat, stond niet waar hij woonde toen hij overleed , terwijl dat bij andere mensen wel gebeurde. Jan Daniël stierf drie jaar later te Berghem op 68- jarige leeftijd.

Kopie uit het overlijdensboek van Berghem. Er staat geschreven: "Den 13 de [april 1810] is overleedenJan Daniel den Brok
oud 68 jaar gehuwd geweest nalaatende vier kinderen uijt een huwelijk."
Tot 1766 werd de oorspronkelijke naam “Brock” gebruikt. De laatste vijftig jaar hiervan werd soms ook de “c” weggelaten. De naam “den Brok” zien we voor het eerst in 1738. Na 1802 wordt alleen nog “den Brok” geschreven. De toevoeging “den” (d’n) is waarschijnlijk gebruikt om de naam zonder voornaam te kunnen gebruiken, wat vaak werd gedaan in die tijd.
JAN DANIEL DEN BROK
Gedoopt te Berghem 29 -12- 1743 en overleden te Berghem 13 -04- 1810. Getrouwd (2e) te Berghem 06-03- 1791 met Alberdina Francis Hornkens (Gedoopt te Gemert 23 -05- 1765 en overleden te Berghem 31-10- 1813.)
KINDEREN (2e huw.):
1. Teodorus, gedoopt te Berghem 09-01-1792.
2. Franciscus den Brok, gedoopt 23-09-1794 te Berghem en overleden 10-12-1872 te Berghem, gehuwd (1e) 05 -02-1820 met Anna van Hoogstraten, (2e) 12-04-1823 met Joanna
van Deurzen.
3. Maria, gedoopt te Berghem 16-10-1799.
4. Martinus den Brok, gedoopt 02-07-1805 te Berghem en overleden 31-03-1850 Berghem, gehuwd 26-11-1838 te megen met Anna Maria van Schadewijk.
5. Cornelis den Brok,
BRONNEN:
o BHIC Berghem dopen Joannes Rooms-Katholiek begraaf- en doopboek 1730-1763, archiefnummer 1427, inventarisnummer 2, blad 48-03
o BHIC Gemert Alberdina doopboek 1764-1777 toegnr. 8044 inv.nr.7 pag. 16; denbrok.ch/genealogie
o BHIC Berghem huwelijk Berghem trouwboek 1772-1796, archiefnummer 1427, inventarisnummer 11, blad 271-01
o BHIC overlijden Jan Daniel Berghem Berghem Begraven, archiefnummer 1427, BHIC, inventarisnummer 9, blad 012v02
o BHIC overlijden Alberdina Overlijdensregister 1813, archiefnummer 50, inventarisnummer 727, aktenummer 42
o Op 29 mei 1801 lenen Jan Daniel den Brok, Lammert van de Spijker en Piet Cornelis den Brok van Jan de Gester, wonende te Oss, 200 gulden, belovende dit na een jaar te zullen terugbetalen met een interest van 5 guldens en 10 stuivers per honderd gulden. De 200 gulden word toegekend aan Jan Daniel den Brok. [Berghem RA 41]
o Op 29 mei 1801 lenen Jan Daniel den Brok, Lammert van de Spijker en Piet Cornelis den Brok van Willem van Vugt, wonende te Oss, 350 gulden, elke 100 (?) gulden belast met 20 (?) stuivers interest. [Berghem RA 41]
o 2 april 1805 DTB Berghem 1734-1741, 1750-1810 Begraven Pagina 96 d[en] 2 [april 1805 begraven] een kind van Jan den Brok, na vader en moeder
Hier gaat het waarschijnlijk om een kind van Jan Daniel den Brok en niet om een kind van Johannes Cornelis den Brok, en dan wel om een kind van Jan Daniel en Alberdine Hurkens, aangezien de moeder nog leeft. (opm. Bas den Brok)
o Op 16 juli 1807 ... "Gezien bij schepenen van Berchem de proceduare ter rolle voor de zelve van den 30 januarij 1806 opgestaan en gerezen tussen Lambert van de Spijker en Piet Cornelis den Brok, bijde wonende alhier, als cessie van actie hebbende van Hermanus Boret wonende in den Bosch, Jan de Gester, en Hermina de Gester, mitsgaders van Alexander van Druenen en Dirk van Nimwegen in qualitijt als beedigde voogden over de minderjarige Margaretha de Gester, wonende te Oss, te zamen erfgenamen van wijlen hunnen oom Jan de Gester, overleden te Oss, voorn[oemde] eijsers en aanleggers ter eenre, op en jegens Jan Daniel den Brok, wonende alhier te Berchem, gedaagde ter andere zijde, geinstrueerd tot duplicq in gesloten met alle de stukken en bescheden wederzeidsch de actis causae gemaakt, benevens de schriftuure van deductie daar toe gevoegd. Schepenen van Berchem voorn[oemd] op alles wel en rijpelijk gelet mede gehoord het praeadvis van twe onpartijdige rechtgeleerde regt doende in den naam en van wegens Zijne Majestijd den Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte , een broer van Napoleon I, van 1806 tot 1810 koning van Holland] adjudiceren aan den eijscher en aanleggers hunnen eijsch en conclusie op en jegens den ged[aagd]e gedaan en genomen condemneeren mits dien den gedaagden om aan de eijschers en aanleggers te betalen het geeiste capitaal en interessen samen ter sommen van twe hondert zestien guldens en tien stuivers met de intressen van dien a tempore morae, mitsgaders de gelibereerde en door de eijschers en aanleggers uitbetaalde kosten ter somme van vijf en tagtig guldens, of wel zooveel als waar op de zelve kosten des noods bij tauxatie van schepenen zullen worden begroot. En condemneeren den gedaagden wijders in de kosten voor de processen, actum in judicio den zestienden julij 1800 zeven" ondertekend door: J:P:Le Heu, A Bueters, J.L.Meegens, NVD Heuvel, Joseph Bueters, P:V:Iperen, J:W:V:Breugel van Bronckhorst, secrett[aris] [RA Berghem R11, Vonnisboek]
o Op 16 oktober 1807 ... "IN NAAM DES KONINGS. Gezien bij scheepenen van Berchem de requeste van Lambert van de Spijker en Piet Corneelis den Brok beide wonende alhier met drie annexen bestaande de zelven:
1e In het vonnis van scheepenen van Berchem bij de requestranten als eisers en aanleggers op en jegens Jan Daniel den Brok meede alhier woonachtig als gedaagde geobtineerd zijnde het zelve van dato zestienden july 1800 zeeven; en waar bij de voorn[oemde] Jan Daniel den Brok is gecondemneerd geworden om aan de eissers en aanleggers te betaalen het geeischte capitaal en interessen te zamen ter somme van twee hondert zestien guldens en tien stuivers met de interessen van dien a tempora mora midgaders de gelibelleerde en door de eischers en aanleggers uitbetaalde kosten ter somme van vijf en tagtig guldens of wel zo veel als waar op de zelve kosten, des noods bij tauxatie von scheepenen zullen worden begroot met condemnatie wijders van den gedaagden in de kosten van den processen.
2e In de authorisatie op den vorster te Berchem in dato den twintigsten augustus 1800 zeeven waar bij gem[eld]e vorster (mits gedane insinuatie op den zestienden july 1800 en zeeven, van voors[chreven] vonnisse) werd geauthoriseert om den voorn[oemde] gecondemneerdene als nu te sommeeren ten einde aan den inhoude van het opgem[eld]e vonnis te voldoen den gecondemneerden (in cas van geene voldoening) verder ten uit einde te executeeren alles zoo en gelijk en met zodaane interval van tijd als in cas van executie gebruikelijk is. En eindelijk
3e In het generaal relaas van den zelven vorster en gerechte bode P. van Hoften van den zes en twintigsten september 1800 zeeven waar uit blijkt dat het voors[schreven] vonnis op den zeeventienden july 1800 en zeeven, aan den gecondemneerden onder overleevering van copie behoorlijk is geinsinueerd dat voords - na gedane sommatie op den een en twintigsten - renovatie op den negen en twintigsten beide der maand augustus 1800 en zeeven de voorn[oemd]e vorster en gerechtsbode zig op den zeevende september voor de eerste maal, en op den veertienden september voor de tweede maal en eindelijk op den twee en twintigsten september alle des voors[schreven] jaare 1800 en zeeven voor de derde maal ten huizen van opgem[eld]e gecondemneerden in executie heeft gepreesenteerd zijnde als toen geadsisteerd geweest met Antonie Bueters president en Peeter van Iperen scheepenen en bij welke geleegenheid hij niets ten huizen van den gecondemneerden heeft bevonden waar aan de executie kosten konden worden verhaald - en veel meer den inhoude van het vonnis,
verzoekende de requestranten mits dien en om andere daar bij geallegeerde redenen dat scheepenen de vaste goederen van den voorn[oemd]e gecondemneerden Jan Daniel den Brok alhier geleegen mogen gelieven te verklaaren executabel omme daarop hunne executie verder te doen derigeeren als naar stijl.
Scheepenen voors[schreven] op alles wel en rijpelijk gelet, meede gehad het preadvis van een onpartijdig regtsgeleerden appoincteerende accordeeren het verzoek bij voors[chreven] requeste gedaan - en verklaren dien volgends de vaste goederen va den gecondemneerden Jan Daniel den Brok, alhier geleegen executabel omme daar op hunne executie verder te doen derigeeren als naar stijl. Salvo tamen jure testie. Actum in judicio te Berchem de zestienden october 1800 en zeeven." Ondertekend door: A. Bueters, P.V.Iperen, NVD Heuvel, JWV Breugel van Bronckhorst, secrett[aris]; den 2 september 1811 J. De Veer Commissaris. [RA Berghem R11, Vonnisboek]
o Op16 oktober 1807 werden de vaste goederen van Jan Daniel den Brok executabel verklaard omdat hij zijn "hypotheek" niet op tijd genoeg kan aflossen. Zijn neef Piet Corneelis den Brok en Lambert van de Spijker stonden borg voor hem bij het afsluiten van de lening op 29 mei 1801 [RA Berghem R11, Vonnisboek].
o "Den 13 de [april 1810] is overleeden Jan Daniel den Brok oud 68 jaar gehuwd geweest nalaatende vier kinderen uijt een huwelijk." Het is een aantekening uit de "Lijst van aangeving der lijken" die bijgehouden werd door koster (en schoolmeester) J.J. Vermaat. Bij vrijwel alle meldingen staat waar de overledene woonde, maar zo niet bij Jan Daniel den Brok. Misschien heeft het er mee te maken dat Jan Daniel’s huis een paar jaar eerder bij opbod verkocht werd.
DANIEL JAN NELEN BROCK
De doop van DANIEL JAN NELEN BROCK, de vader van Jan Daniël, was in 1700. In de Republiek waren de meeste mensen protestant. In Berghem was dat een klein deel van de bevolking, met name de gezagsdragers. Op 22-jarige leeftijd raakte Daniël in een steekpartij verwikkeld, die wellicht te maken had met de godsdienstwrijving tussen katholieken en protestanten. Er hoefde niet veel te gebeuren of de vlam sloeg in de pan.. Op een zondagavond liep Daniël rond acht uur in de buurt van het huis van Jan van Sprangh. Plotseling werd hij, volgens eigen zeggen, zonder reden door Jan Roelofs uit Wijchen met een mes in zijn buik gestoken. Daniël bleef hevig bloedend achter. Jan Roelofs werd een stukje verder door Thonij Thonijs van Grunsven vastgehouden, maar wist zich uiteindelijk toch los te rukken. Gelukkig herstelde Daniel van deze aanslag op zijn leven.
Daniël trouwde in 1734 te Berghem met Ida Jacob Jansen van Beek. Hij was toen 33 jaar. Korte tijd later kocht hij "een perceel teullant groot omtrent twee vaetsaet en elf roeden leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaemt de Oostersteegh…voor 139 gulden.” Uit de erfenis van de ouders van zijn vrouw verkreeg hij flink wat grond, waarvan hij regelmatig een deel verkocht.
Daniël Jan Nelen en Ida kregen elf kinderen: Jacoba, Maria, Jacomijna, Joanna, Maria (Mie), Joannes, Jacoba, Jan Daniel, Jacoba, Jenne en Wilhelmus. Verschillende kinderen stierven binnen het eerste jaar. Daniel Jan Nelen Brock woonde in de Heihoek, niet ver van zijn ouderlijk huis aan de Oostersteegh. Het huis in de Heihoek had hij waarschijnlijk zelf gebouwd. In 1782 verkopen zijn kinderen dit huis aan Bartel Bernardus van Grunsven voor 846 gulden. Het huis wordt alsvolgt beschreven: "een huysinge en een kleijn huysje hoff en aangelagh samen groot omtrent een mergen gestaen ende gelegen alhier te Berchem ter plaatse genaemt den Heyhoek ..."
Daniël overleed op nieuwjaarsdag 1776, 75 jaar oud.
Berghem, de woonplaats van veel Brokken, is al vrij oud. De naam “Berghem” komt van de woorden “berga” en “haim”, wat betekent “berg” en “woonplaats”. Deze plek lag hoger dan de omgeving en was zo beschermd tegen overstromingen van de Maas. In 1200 had Berghem al een eigen kerkje. De gotische kerk is rond 1400 gebouwd. In 1677 werd Berghem een eigen parochie. Daarvoor was de katholieke godsdienst verboden (1629-1672). Men ging toen naar grenskerken in Megen, Ravenstein of naar de kapel op de Koolwijk in Herpen. Na 1674 mocht men een schuurkerk op het Durendseind gebruiken. Het Durendseind kende straten als Hondshoek, Kattenhoek en Helstraat. Berghem heeft het tijdens de Tachtigjarige Oorlog zwaar te verduren gehad en heeft veel belasting moeten betalen. Berghem was daardoor arm. In 1700 was zelfs 30 % hulp behoevend.
Brabantse boeren hadden het zwaar en maakten dagen van wel vijftien uren, waarbij de voeding slecht was.
DANIEL JAN NELEN BROCK
Gedoopt te Berghem 21-04-1700 en overleden te Berghem 01-01-1776. Getrouwd te Berghem 25-01- 1734 met Ida Jacob Jansen van Beek (Overleden te Berghem 28 -12- 1781).
KINDEREN:
1. Jacoba, gedoopt te Berghem 23-09-1734, overleden te Berghem 21-08-1736.
2. Maria, gedoopt te Berghem 05-06-1736.
3. Jacoba = Jacomijna Daniel den Brok, gedoopt te Berghem 08-02- 1738, overleden te Berghem 07-06- 1822 (ongehuwd).
4. Joanna, gedoopt te Berghem 03-10- 1739, overleden te Berghem 18 -07-1763 (ongehuwd).
5. Maria = Mie Daniel den Brok, gedoopt te Berghem 16-02- 1741, getrouwd te Berghem09-11- 1760 met Gerardus Jan Snoecken
(ook: de Snoeck, en later: Snoeks).
6. Joannes, gedoopt te Berghem 13-01- 1742.
7. Jacoba, gedoopt te Berghem02-01- 1743.
8. Joannes = Jan Daniel den Brok,
9. Jacoba, gedoopt te Berghem 06-06-1746.
10. Joanna = Jenne Daniel den Brok, gedoopt te Berghem 22-12- 1748, overleden te Berghem 14-09-1803, getrouwd te Berghe
22-02- 1778 met Cornelius Binnemans, weduwnaar van Beatrix van Engelen.
11. Wilhelmus = Willem Daniel den Brok, gedoopt 04-12-1752 te Berghem en overleden 22-02-1833 te Schaijk, gehuwd 17-04-1785 te
Berghem met Christina Jansen van der Wijst.
BRONNEN:
o BHIC dopen Berghem Daniel RK doop-, trouw- en begraafboek 1677-1763, archiefnummer 1427, inventarisnummer 1, blad 87-07
o BHIC Berghem overl Daniel Begraven, archiefnummer 1427, BHIC, inventarisnummer 5, blad 42-12
o BHIC Berghem huwelijk RK doop-, trouw- en begraafboek 1677-1763, archiefnummer 1427, inventarisnummer 1, blad 200-09
o BHIC Berghem overl. NN. echtgenote van Daniel Begraven, archiefnummer 1427, BHIC, inventarisnummer 5, blad 42-12
o Op 24 januari 1736 koopt Daniel Jan Neelen Brock van Gerrit Emonts, Jan Emonts, Dries Janse en de onmondige kinderen van wijlen Roelof Janse, verwekt bij Jenneke Hermens "een perceel teullant groot omtrent twee vaetsaet en elf roeden leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaemt de Oostersteegh tussen erve van Willem van Toorn wed. aen d’eene ende tussen erve van Jan van Oorschot aan d’andere zijde, streckende metten eenen eijnde van de straat ende metten anderen eijnde tot aan een loopgraef" voor 139 gulden. [Berghem RA 33 blz. 61]
o Op 23 oktober 1738 verkoopt Daniel Jansen Brok als inhuwelijk hebbende Eijken Jacobs woonende te Berghem aan Cornelis Janse Brok voor 101 gulden "een perceel teullant groot omtrent een vaetsaet leggende onder Berchem ter plaatse genaamt Gansacker tussen erve van Willem Janse Megens ende tussen erve van Jan Willem Wouters; ene eynde van de Lander, ander eynde een steegh, hem aangecomen bij schijding en deyling van zijn vrouwe ouders zaliger." [Berghem RA 33, blz. 142]
o Op 18 november 1751 verkoopt Daniel Brok als in huwelijk hebbende Eijken Jacobs woonende te Berghem voor 100 gulden aan Gerrit Jansen Hoex "een parceel teullant groot omtrent een groot vaetsaet leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaetse genaamt Waetselaar, tussen erve van den verkrijger aan d’eene ende tussen erve van weduwe Jan Willems van Huvenaak (?), eene eijnde de erfgenamen van Arien Fransen ander eijnde een weg, hem aangecomen bij versterf van sijne vrouwe ouders." [Berghem RA 34, blz. 239]
o Op 29 november 1754 verkoopt Daniel den Brok als in huwelijk hebbende Eijken Jacob Jansen inwoonder te Berghem aan Roelof Seel Jan Hoes voor 100 gulden "een parceel teullant groot een lopense, te Berchem ter plaatse genaemt Lijssen aen d’eene seijde Peter Jacob Jansen andere seijde de weduwe Jacob Bands, een eijnde ’n voetpat, ende metten anderen eijnde tot aan erve van ... hem aangekomen bij versterf van sijn vrouwe ouders." [Berghem RA 34, blz. 295]
o Op 22 januari 1757 verkoopt Daniel Brok als in huwelijk hebbende Eijken Jacob Jansen aan Roelof Seel Hoefs voor 110 gulden "de helft van een parceel hooijlant groot int geheel omtrent seven en half hont leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaetse genaemt Bruxken, tussen erve van Ermert Peter Ermers aen beijde seijden, den ene eijnde de Rietgraaf, andere eijnde tot den Lander, hem aagecomen bij versterf van zijn vrouwe ouders." [Berghem RA 34, blz. 325]
o Op 28 januari 1761 verkoopt Daniel Brok als inhuwelijk hebbende Eijken Jacobs voor 192 gulden aan Roelof Seel Hoefs "een parceel hooijland, groot omtrent seven en een half hondt, leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaamd Bruxken, tussen erve van Ermert Hendrix aen bijde de zijden, streikende met den eenen eijnde van de Lander ende metten anderen eijnde to aen den Rijtgraef ... hem aengekomen bij versterf van sijn vrouwe ouders." [Berghem RA 35, blz. 79]
o Op 20 november 1766 verkoopt Daniel den Brok inwoonder binnen Berghem aan Cornelis den Brok voor 6 gulden en 11 stuivers "een parceel teullant leggende ter plaatse genaamd op de Groote Halve Mergen, groot omtrent 2 lopense, aen d’eene sijde Alke Jan van Erp, d’ander sijde de kinderen de weduwe Peter van Dieten, ’t een eijndt de weduwe Jacob van den Heuvel, ander eijndt de straat." [Berghem RA 35, blz. 164]
o Op 18 april 1771 verkoopt Daniel den Brock aan Johannes van Oorschot voor 300 gulden "een perceel teulland, een halven mergen groot ter plaatse genaamd de Oostersteeg, ene zijde de verkrijger, andere zijde Jan van Thooren, een eijndt de loopgraef ander eyndt de gemeene wegh." [Berghem RA 36, blz. 121]
o Op 16 februari 1775 verkoopt Daniel den Brok aan Geert Jan Snoeks voor 290 gulden "een parceel teulland, groot een halven mergen, gelegen op de Halve Mergens, ene zijde Jan van Heumen, andere zijde Jan Bouserons, ’t een eynt de loopgraaf, ’t ander eynt de gemeene straat." [Berghem RA 37, blz. 38]
o Op 18 april 1782 ... "Compareerde voor scheepenen van Berchem ondergenoemt Jan Daniel den Brock, Willem Daniel den Brock, Jacomijntje Daniel den Brock, Cornelis Binnemans als in huwelijk hebbende Jenneken Daniel den Brock, mitsgaders Jan Aart strik en Jan Claas Loeffen in qualiteyd als voogden en momboirs over de onmondige kinderen van Geert Jan Remmit Snoek in egte verwekt bij wijlen Maria Daniel den Brock deselve voogde uyt kragte der magte van authorisatie sijnde van dato agten twintigste februarij 1700 twee en taggentigh alle woonagtigh alhier, een huysinge en een kleijn huysje hoff en aangelagh samen groot omtrent een mergen gestaen ende gelegen alhier te Berchem ter plaatse genaemt den Heyhoek aan de eene seyde Hendrik van de Poel en de ander seyde Jan van Toorn de eynt Hendrik Voet en ander eynt de straet en loopgraeff. Hebben de selve compranten naar voorgaande publieque verkoopinge en uytgang des hoogsel verkogt ende bij deese wettelijk ende erffelijk opgedragen en overgegeven aan en ten behoeven van Bartel Bernardus van Grunsven woonagtigh alhier omme bij hem in een volkomen erfregte te hebben en te besitten en belovende voorn. comparanten en transportanten het voors. huys, huysje hoff en aangelagh te zullen waaren ende bevrijden soo ende gelijk men erve schuldig ende gehouden is te waaren, en dat alles op en onder verbant als naer regten ende alle commer calangie en aantael daer inne wezende of komende geheelijk te zullen afdoen aan te vaarden soo als de generale en speciaele conditie vermelt voorts alles ingevolge de conditie der publique verkoopingen sijnde en weesende van dato vierde en veertiende maart 1700 twee en taggentigh waar toe ten deeze wel expresselijk gerefereerd werd sijnde los en vrij uytgesondert dorps commer ende slads lasten en verklaaren sij comparanten en transportanten deese goederen vrij en allodiael te zijn van eenige leenen. Actum Berchem heden den agtiende april 1700 twee en taggentigh voor en ten overstaan van Geert van Vugt en Jan van Poppelen scheepenen. Cooppenn. en slag bedraen volgens conditie f 846 - 0 - 0." [Berghem RA 38, blz. 157]
o Op 18 april 1782 ... verkopen dezelfde comparanten "een perceel teulland, groot omtrent een halven mergen, alhier te Berchem, ter plaatse genaamd de Groote Halve Mergens, een zijde Jan Jochem Boeijen, andere zijde Anthonij van Zeeland, een eynt de straat, ander eynt de weduwe Leendert Meegens" aan Willem Daniel den Brock voor 318 gulden (minus een vijde deel van de vorige erfenis is 318 - 167 = 254 gulden. [Berghem RA 38]
JAN NEEL BROCK
JAN NEEL BROCK de stamvader van de Brokken in Berghem, werd geboren te Oss rond 1650, direct na de Tachtigjarige Oorlog met Spanje. Hij trouwde de eerste keer met Jenneke Handrick Seelen. Zij stierf in 1688. Ze hadden voor zover bekend geen kinderen. Het tweede huwelijk was met Maria Cornelissen van Oirschodt. Zij kregen acht kinderen: Joannes , ook Jan Jan Neelen genoemd. Hij trouwde met Jenneke Lowies du Pree, dochter van de schepen Lowies du Pree en Agnes van Boxtel. Van hen zijn geen kinderen bekend. Tweede kind was Adriana (Arika Jan Neelen). Het derde kind was Catharina (Lijn Jan Neelen). Daarna kwamen Cornelis, die waarschijnlijk vroeg overleed. Weer een Cornelius ofwel Cornelis Jan Neelen. Het zesde kind was Daniël Jan Neelen (zie hiervoor). Vervolgens kwam Johanna (Jenneke Jan Neelen). Het laatste, achtste kind was Antonia (Teuniske Jan Neelen). Jan Neel Brock was vanuit Oss naar Berghem gekomen. In Berghem wordt hij voor het eerst in 1682 vermeld. Hij was toen schepen en had de functie van borgmeester. Een borgmeester stond borg voor de financiële zaken van het dorp. Hij was er verantwoordelijk voor dat de dorpsbelastingen werden geïnd en afgedragen werden aan de ontvanger der belastingen in Den Bosch.

Uitsnede van belasting inning volgens Pieter Breughel de Jonge.
Bij een tekort moest de borgmeester zelf lenen of uit eigen zak voorschieten. Meestal waren er twee borgmeesters die uit de schepenen gekozen werden. Jan Neel Brock werd vermeld als schepen in 1684 en van 1687 tot 1694 en in 1701 als oud-schepen. Schepenen werden benoemd of gekozen, meestal uit de meer kapitaalkrachtige inwoners. Bij het dorpsbestuur draaide het om de raad van schepenen. Jan Neel Brock was waarschijnlijk één van de rijkere Berghemse inwoners, want van de 54 Berghemse grondeigenaren die op een grondbelastinglijst uit 1722 voorkomen betaalden de erfgenamen van Jan Neel Brock, die in 1715 overleden was, de vijfde hoogste belasting. Ze bezaten volgens deze lijst 10 morgen bezaaid land in Berghem (ca. 10 hectare exclusief weideland). Eind 17e eeuw moest men gereformeerd zijn om schepen te kunnen zijn. Waarschijnlijk was Jan Neel Brock niet erg katholiek (in ieder geval sympathiseerde hij met de protestanten), want zijn oudste zoon Jan Nelen Brock trouwde in 1722 met de protestante Mr. Lowies du Pré’s dochter Jenneke.
Dat Jan Neel het niet zo nauw nam met het katholieke geloof blijkt uit het volgende. In de doopakte van het derde kind van Jan Neel staat in het Latijn dat zijn vrouw Maria bij hem inwoonde, wat aangeeft dat Jan Neel Brock en Maria Cornelissen in 1692 volgens de pastoor (nog) niet wettig getrouwd waren. Ook in de doopakte van Cornelius, het vierde kind van Jan Neel Brock staat geschreven, dat Cornelius een onwettige zoon is volgens pastoor Hack uit Berghem. Pas in de doopakte van Daniel, zesde kind van Jan Neel Brock is vermeld dat Daniël een wettig kind is. Daniel is dus wel een wettig kind en ook Cornelius (Cornelis Jan Neelen) die op 1 februari 1699 gedoopt werd was wettig. Misschien zijn Jan Neel Brock en Maria Cornelissen dan in 1698 of 1699 voor de kerk getrouwd.
De Berghemse schepenen oordeelden o.a. over burenruzies en andere onenigheden, ook wanneer daarbij de messen getrokken werden, maar niet over moord en doodslag. Verder speelden zij de rol van de huidige notaris, bijvoorbeeld wanneer onroerende goederen verkocht werden, erfenissen verdeeld, testamenten of akten van ondertrouw opgesteld moesten worden. Jan Neel Brock kon niet zijn eigen naam schrijven. Hij ondertekende de schepen-akten met de hoofdletter E, misschien wel een huismerk. In de middeleeuwen kerfde een eigengeerfde boer vaak een huismerk in de bovendorpel van de deurpost van zijn boerderij, een teken ter identificatie van zijn recht om als vrij man contracten te ondertekenen. Het huismerk had de juridische betekenis van een handtekening.

Hier staat geschreven: "twintighsten meert sestienhondertachtentachtigh ten overstaen van Lowijs du Pre
president, Handrick Peters ende Jan Neel Brock schepenen."
Een opmerkelijke gebeurtenis is die van 1690, wanneer Jan Neel Brock en Mr. Lowies du Pré werden aangeklaagd, niet door de hoofdschout, maar door Jochem Goossens die beweerde dat zij te veel belasting ophaalden. Verschillende getuigen uit de herberg verklaarden onder ede dat Jochem Aert Goossens had gezegd: " ... naer veele raserije ... publijck seijde ende schelde die geene welcke hem woude laeten hangen ende seijde ... dat Jan Neel Brock scheepen alhier was een schelm".
De herbergier werd een paar dagen later zelf ondervraagd en verklaarde ten overstaan van de beide schepenen Jan Neel Brock en Aert Jan Lambers: " ... dat op den negenentwintichste dach september deses jaers sestienhonderttnegentich aen [zijn] huijsinge is geweest Jochem soone Aert Goossens welcke seijde dat den president het hooftgelt van vier dorpen hadde gepacht het welcke hij Jacop sijne Jochems broer ende Tonis Jan de Smit dede betaelen ... ende ... Dupre ende Jan Neel Brock mede schepen deser voors. dinghbancke schelmde ende seijde tis maer een schelm ende dat kan ick hem bewijsen jae soo veel schelt woorden sprack dat onmogelijck bij hem deponent niet heeft en onthouden werden ... "
Jan Neel Brock was uitgemaakt voor een “schelm” . In de 17e eeuw was dat een onterend scheldwoord. Je kon iemand niet ongestrafd voor “schelm” uitmaken. Mr. Lowies du Pré werd zelfs beschuldigd van het achteroverdrukken van belastinggeld. In hoeverre Jan Neel daar iets mee te maken had is onbekend.
Over Jan Neel Brock is nog meer te lezen in het verhaal: "Jan Neel Brock, een Berghemse boer uit de zeventiende eeuw".
Het boerenbedrijf van Jan Neel Brock lag aan wat toen de Oostersteegh werd genoemd, later de Heihoekschestraat en tegenwoordig de Hoessenboslaan. Zijn eerste vrouw, Jenneken Handrick Seelen, liet hem dit na, toen ze in 1688 stierf. Jan Neel Brock overleed in Berghem in 1715, 75 jaar oud.
Een indruk van de grootte van het boerenbedrijf krijgen we uit een akte uit 1735. Op 20 juli van dat jaar veilen en verkopen de erfgenamen van de in 1715 overleden Jan Neel Brock en hun waarschijnlijk in 1735 overleden moeder Maria Cornelissen van Oirschodt: "de naarvolgende vrugten te velde staende als de voornoemde Jan Neelen Brok en Maria Cornelissen metter doot hebben ontruijmt en naargelaeten", namelijk:
1. Twee ackers garst in den hof en een stuk over de straet.
2. Een stuk gerst in den Heijligen bos teijnden den hof.
3. Al den rog inden hof.
4. Een stuk rog op de halve mergen van de kerk.
5. Een eijnd rogge in de Schriekse Heijstraat.
6. Een mergen rogge in de heij van Emit Jan Emits.
7. Twee stukken rog opt velt.
8. Een mergen boekwijt in de heij.
9. Eenen halven mergen boekwijt op de korte halve mergens.
10. Dartien hont haver op den bulk int Harensvelt.
11. Het vlas wortelen en aardappelen in den hof uijtgesondert de wortelen
onder het vlas staende te ruijmen voor Ste Marten.
Vroeger werden er andere maten gebruikt, die per regio konden verschillen. We komen die veel tegen in de oude teksten. Daarom hier kort een uitleg over sommige maten.
Een el, afgeleid van de lengte van een onderarm, was ongeveer 70 cm. Een roede was de afstand van ongeveer 12 voeten (een voet was ongeveer 30 cm) en bedroeg om en nabij 3, 8 m. Een hont was 100 vierkante roeden, wat 1/6 morgen was. Een morgen (of mergen) was het land, dat in een ochtend omgeploegd kon worden, wat bijna een ha. was. Een vaetsaet land was de afstand die men kon lopen om een vat zaad uit te strooien. Een lopense land was land dat met een houten zaaikorf ingezaaid kon worden, ongeveer 1600 m2.
Als hoeveelheid werd vaak de mud gebruikt, wat rond de 70 kg was.
JAN NEEL BROCK
Geboren te Oss ca. 1650 en overleden te Berghem in 1715 (Testament te Berghem 5 mei 1688). Getrouwd (2e) 12-07-1703 (dispensatie) met Maria Cornelissen van Oirschodt. (Overleden te Berghem 09-04-1735.)
KINDEREN (2e huw.):
1. Joannes = Jan Jan Neelen Brock, gedoopt te Berghem 11-07-1689, overleden te Berghem 19 -06-1769, getrouwd te Berghem 02-08-1722
met Jenneke Lowies du Pree, dochter van Lowies du Pree en Agnes van Boxtel. ( Geen kinderen bekend).
2. Adriana = Arike Jan Neelen Brock, gedoopt te Berghem 21-09-1690, getrouwd te Berghem 17-10- 1723 met Claas Loeffen.
3. Catharina = Lijn of Leena Jan Neelen Brock, gedoopt te Berghem 07-01-1692, overleden te Berghem 28 -04-1775, getrouwd te Berghem
29-10-1730 met Jan Willem Strick(x)
4. Cornelius, gedoopt te Berghem 23 april 1698.
5. Cornelius = Cornelis Jan Neelen Brock, (Gedoopt te Berghem 01-02-1699 en overleden te Berghem 11-05-1774. Getrouwd te Berghem
00-02-1739 met Eijke Hermen Swackenbergh.
6. Daniel = Daniel Jan Neelen Brock,
7. Joanna = Jenneke Jan Neelen Brock, overleden na 03-12- 1767, getrouwd voor 29 -12- 1730 met Aart Willem(s) (Aerts) van Schaijk.
8. Antonia = Teuniske Jan Neelen Brock, overleden vóór 3 december 1767, voor de eerste keer getrouwd te Berghem 07-02- 1740 met
Henricus Willems van Hees, voor de tweede keer getrouwd te Berghem 16-10-1743 met Jan Remmit Snoeck(e).
BRONNEN:
o BHIC Berghem huw. RK doop-, trouw- en begraafboek 1677-1763, archiefnummer 1427, inventarisnummer 1, blad 193-04
o BHIC Berghem overlijden Maria RK doop-, trouw- en begraafboek 1677-1763, archiefnummer 1427, inventarisnummer 1, blad 264-19
o Doopboek Berghem 11 julii (1689) bapti[satus] e[st] Jo[ann]es filius Jo[ann]is Neelen et Mariae nondum in facie ecclesiae coniugate ali(...) uxoris suae; suscept[ores] Daniel Neelen et Aleidis Cornelii.
o Doopboek Berghem 21 [septem]bris (1690) bapti[sata] e[st] Adriana filia Jo[ann]is Neelen ex illigitimo toro per incestum creata apud Mariam ornelii; suscept[ores] Theodorus Coolen loco Arnoldi Jo[ann]is Ceelen et Maria Roelefs.
o Doopboek Berghem 7 januarii (1692) bapt[isata] e[st] Catharina filia Jo[ann]is Neelen Brock et Maria Cornelii sibi cohibitans etc. suscept[ores] Jo[ann]es Cornelii et Hendrina Bartlemeii."
Er staat geschreven:: "1692, 7 januarij bapt[isata] e[st] Catharina filia Jo[ann]is Neelen Brock et Maria Cornelii sibi cohibitans etc. suscept[ores] Jo[ann]es Cornelii et Hendrina Bartlemei." Doopgetuigen waren Jan Cornelissen, broer van Maria Cornelissen, en Handerske Neel Brock, zus van Jan Neel Brock die in Oss woonde en getrouwd was met Bartholomeus Gijsberts. "Sibi cohibitans etc." betekent zoveel als: "bij hem inwonende etc." en betekent dat Jan Neel Brock en Maria Cornelissen in 1692 volgens de pastoor (nog) niet wettig getrouwd waren.
o In de doopakte uit het doopboek van Berghem van Cornelius, vierde kind van Jan Neel Brock staat geschreven: "[1698 Aprilis] 23 Bapt[isatus] est a me P. Hack pastore Berchensi Cornelius filius illeg[itimus] Jo[ann]is Neel Brock et Marie Cornelii, susc[eptores] Hendericus Peter Boejen et Marie Roelofs." Ook pastoor Hack hield het er dus op dat Cornelius een onwettig kind was en dat Jan Neel Brock en Maria Cornelissen niet wettig waren getrouwd.
o In de doopakte uit het doopboek van Berghem van Daniel, zesde kind van Jan Neel Brock staat geschreven: "[1700 Aprilis] 21 Daniel fil[ius] legit[imus] Joannis Neel Brock et Marie Cornelissen susc[eptores] Jacobus Aert van den Heuvel et Gertrudis Jan Aerts Strick." Daniel is dus een wettig kind en ook Cornelius die op 1 februari 1699 gedoopt werd was wettig. Zouden Jan Neel Brock en Maria Cornelissen in 1698 of 1699 voor de kerk getrouwd hebben?
o 8 januari 1673 RAOSS073 BHIC Online pagina 12 en 13
Jan Cornelis Gerrits Brock een steegsken te langhs be / nevens de Landtweer op Osserschaduwijck onder de vrijh[eij]t / van Oss gelegen, schietende metten eenen eijnde op erve Jacob / Peter Jan Birten, en[e] metten anderen eijnde op erve Peter Aerts / Rutten, heeft hij wettelicken en[de] erffelicken vercocht, opgedraegen / en[de] overgegeven Jan Claessen den Dicken en[de] sijnnen erven / omme bij den selven ten erffelicken rechten te hebbene en[de] te // [BHIC Online pagina 13] besittene en[e] heeft helemelinge daer op verteegen inne manieren indien / gewoonlijck sijnde tot behoeff Jan Claessen den Dicken voers. / en[de] sijnnen erven. Mede gelovende hij vercooper trans / portant als schuldenaer principael op verbintenisse van / sij persoon en[de] alle sijnne goederen nue hebbende ofte naemaels / vercrijgende t’voors. coopen transporteeren en[de] opdraegen altijt / goet, vast, stedich en[de] van volle waerde te sullen houden en[de] alle / commer, calangie en[e] aentale daer inne sijnde en[de] naemaels comende / alingh en[de] int geheell aff te doen en[de] te weeren, los en[de] vrije utt / genomen schouwen en[de] commeren binnen s’lants daer toe te / onderhouden behoorende. Getuijgen waeren Jan Claessen / Kemmers en[de] Jan Robben, schepenen der vrijh[eij]t van Osch. / geschiet den 28en januarij 1673./ (in de marge:) Coopspenn[ingen] 25 g[ulden] / nihil
o 8 januari 1686 RAOSS076 BHIC Online pagina 229, 230 en 231
Berndt Derrickx woonende tot Teeffelen, in houwelijck / gehadt hebbende Areijken, dochtere Gerrit Geurt Gielens / sijnne gewesene huijsfrouwe, ende uijt dien hooffde / universeell erffgenaem van Marijken, sijnne dochtere / bij de voors. sijnne huijsfrouw wettelicken geprocreert / huijs ende hoff landts groot twee vaetset ofte soo / groot en[de] cleijn t’selve gelegen op Osserschaduwijck / onder de vrijh[eij]t van Osch, ter plaetse aldaer gen[aemp]t / de Broeckstraet, aen d’eene sijde [doorgehaald: de hoeve van] // [BHIC Online pagina 230] Thijs Jan Strijck boven naest, en[de] aen d’andere sijde / beneden naest Jan Neell Brock, schietende van den / gemeene strate tot op erve de erffgenaemen / Jo[ncke]r Boshuijsen. [...] heeft hij bij forme / van erfmangelinge wettelicken en[de] erffelicken op / gedragen en[de] overgegeven Jan Theunis Brock / en Hendrick Lennerts Verheijen
o R 82 Oss 26 februari 1712
Handerske Neel Brock koopt van haar broer Jan Neel Brock een stuk grond te Oss in het Neerveld.
o R 82 Oss 25 februari 1713
Jan Jan Neelen Brock de jonge koopt bovengenoemd stuk grond in Oss in het Neerveld weer terug.
Op 5 juni 1730 ... "Jan de Cemper woonende tot Berchem, Bandt Romme, vorster tot Haaren en Aalbert de Haas ter Dieter transporteren uijt cragte van verschrijf van Jan Claassen den Dikken als erfgen. soo sij alle verclaerden mits deesen transporteerden aen en ten behoeven van Jan Jan Neele Brock woonende alhier tot Berchem voorschr. eenen acker teullant gelegen alhier tot Berchem ter plaatse genaemt aan het Heijeijndt groodt eenen halven merghen ofte soo groodt en chlijn als het selve daar gelegen leijdt de een sijde Gijsbert van den Broeck, d’ander zijde Jan Smits, d’een eijndt en d’ander eijndt de gemeijne straadt ... " voor 95 gulden. [Berghem RA 33, blz. 6]
o Op 28 december 1730 ... "De Heer Dirck Willem van ’t Hoft transporteert aan en ten behoeven van Jan Jan Neele Brock inwoonder alhier een campke landts gelegen alhier te Berchem ter plaatse genaamd in de Clijn Steeg groot omtrent eene halve mergen, eene sijde Claas Sanders, andere sijde Jacob Alers, een eynd Griet Jan Aarts, ander eynd de gemeijne straat ... " voor 150 gulden. [Berghem RA 33, blz. 9]
o Op 20 november 1738 ... "Maria du Pré weduwe van wijlen Jan Vissers woonende tot Vessem een perceel teullant met den houtwas en plantagie daar aan behoorende groot omtrent eenen mergen leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaamt Rijkenhof tussen erve van Peter Voet aen d’eene sijde ende tussen erve van de kinderen van Jan Ceelen van Boxtel etc. ene eijnde: erve van Goosen Willem Goosens, ander eijnde de straat, aangecomen bij scheyding en deyling van haar ouders zaliger aen Jan Jan Neelen Brok woonende alhier, 1.80 gulden aan weeshuis s’Bosch ... " voor 135 gulden [Berghem RA 33, blz. 150]
o Op 9 november 1741 ... "Jan Willem Strik wonende binnen deesen dorpe van Berchem een perceel teullant groot omtrent 5 hont leggende onder Berchem ter plaetse genaemt de Oostersteeg, de Oostersteeg aan d’eene ende tussen erve van de erfgenamen van Peeter Abels aen d’andere zijde, een eijnd de kleijn steeg, ander eijnd tot aen de Heijde, aen Teuniske Brock, huysvrouw van Hendrick Willems van Heesch ... " voor 152 gulden. [Berghem RA 33]
o Op 31 mei 1742 ... "Jan van den Anker woonende alhier een parceel teullant groot omtrent drie loopense onder deesen dorpe van Berchem ter plaatse genaamd Betler tussen erve van den koper aen d’eene ende tussen erve van Jochem Boeijen aen d’andere zijde, strekkende metten eenen eijnde van de straat tot metten anderen eijnde aan erve van Dirck Willem Coolen hem aangekomen bij versterf sijnen ouders saliger soo hij verclaarde aen Jan Jan Neelen Brok mede wonende alhier ..." de grond is belast met een jaarlijkse rente van 2 gulden aan rentmeester Tengnagel te s’Bosch, verkocht voor 236 gulden en 9 stuivers. [Berghem RA 34, blz. 29]
o Op 19 februari 1750 ... "Jan Brok woonende alhier een parceel teullant groot omtrent een en groote vaetsaden lants leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaetse genaemt Hoogstraet tussen erve van Geurt Claessen aen d’eene ende tussen erve van d’weduwe van Andries van den Broek aen d’andere zijde streckende metten eenen eijnde van een mestweg ende metten anderen eijnde tot aen de straet hem aangekomen bij koop en opdragt tegens Bant van de Kamp en Jan de Kemper soo hij verclaerde heeft hij mondeling verkogt ..." aan Louies Jan Dirx voor 175 gulden. [Berghem RA 34, blz. 190]
o 21 juni 1754 RAOSS153 BHIC Online pagina 208 en verder
In de marge: uijtgem[aakt] 6 st[uiver] zegel
Compareerde voor de onderget[eekende] scheepe / nen deser stadt en vrijheijt van Osch / Jan den Brok, item Peter van Iperen, / Peeter Rutten van Vugt, en laastelijk / Peeter Zeepers, alle inwoonderen tot / Berchem en van competente ouderdom, / dewelke ter requisitie van [doorgehaald: Henderick] / Antonij en Peeter van Esch, door de wan / deling genaamt de Schaapmannekens, / voor de opregte waarheijt, hebben verclaart / waar ende waaragtig te sijn het na / volgende. / Eerstelijk verclaart hij, eerste comparant / Jan den Brok, als dat hij op de 15e maart / 1754 ten sijnen huijse een zitdag is belegt / bij een gedaane publicatie, door Johannes / van de Leemput en sijn broeder #inwoonderen tot Dinther# dat / voors. van de Leemput en sijn broeder / ook ten voors. dag en ten sijnen huijse / sijn gekoomen, meede brengende een / snaphaan, dat sij vervolgens aldaar / afgewagt hebben persoonen die haar / booter wilde verkoopen, soo als ook / op die tijt verscheijde menschen met / haar booter aldaar sijn gekoomen en / deselve aan haar hebben verkogt, waar / voor sij gegeven hebben drie stuijvers // [BHIC Online pagina 209] en vijf duijten voor ider pont, en vervolgens / dat sij den knegt van voorn. comparant / nog door het dorp van Berchem aan ver / scheijde huijsen hebben gesonden om de booter / bij haar te brengen en te verkoopen. / Dat hij comparant omtrent de klokke twalf / uuren, nadat den selven gegeten had met / sijn knegt in het agterhuijs is gegaan om / na sijn vee te sien, hij in die tussen tijt / gehoord heeft eenig rumoer in sijn huijs / dat ook strax daar aan uijt de keuken / in het agterhuijs heeft sien koomen loopen / Antonij en Peter van Esch, door de wandeling / genaamt de Schaapmannekens, dat hij / comparant gesien heeft, dat voorn[oemde] Johan / nes van de Leemput een snaphaan in / de hand had, waarmeede hij meergen[oemde] / Antonij en Peter van Esch dreijgde te schieten, / dog dat intussen een van die beijde, sonder / te weeten wie het geweest is, onder den / snaphaan heeft sien loopen, om die uijt / handen van van de Leemput te trekken / die egter daar meede na en op Antonij / en Peter van Esch solang geslagen heeft / dat den selven ontstukken was. / Den tweede comparant met naame Peter / van Iperen tuijgt en verclaart ter requi // [BHIC Online pagina 210] sitie en versoeke als voor, dat hij #met Johannes van de Leemput# omtrent / agt dagen voor dat den selvigen door een / publicatie tot Berchem gegaan, een zitdag / tot opkooping van boter had laaten gaan, / heeft gesprooken, voor eerst tegens hem / seggende, ik sal een zitdag tot opkoping / van de booter alhier tot Berchem / laaten leggen, en aan die personen die / aan mij de booter willen verkoopen / een oortje meerder geven als andere / booter koopers die hier sullen sijn, / tensij nogtans sij (verstaende hier / door de booter koopers die binnen dese / plaats of elders woonen en welke ge / woon sijn hier binnen dese plaats / ook booter te koomen koopen) aan mij / tot opkooping van booter, het sij het / dorp van Herperschaik of wel dese / plaats van Berchem alleen willen / geven, willende daarmeede seggen / dat hij hier door de markt van den / booter wilde dwingen en voor sig alleen / behouden, seggende voorn[noemde] van de / Leemput verders daarbij tegens hem / van Iperen, want ik moet en wil / booter hebben, of ik er ook op toe / mogte geven of niet, en versogt // [BHIC Online pagina 211] aan hem van Iperen van den zitdag die / hij belegt had niets van te vooren tegens / imand te seggen, voor ende al eer sulx soude / gepubliceert sijn. / Den derden comparant met naame Peeter / Jan Rutten, tuijgt en verclaart ter requi / sitie en versoeke als voor, als dat hij op den / 15e maart 1754 ten huijse van Jan den Brok / tot Berchem is gekoomen om een glas / bier te drinken, gehoord heeft dat aldaar / quaestie was tussen seeker Johannes van / de Leemput woonende tot Dinther en / seekere Antonij en Peter van Esch, in / woonderen tot Osch, dat hij in de keuken / van het huijs sittende gesien heeft dat / Johannes van de Leemput opstaende / in de kaamer van den Brok ging en daar / uijt een snaphaan bragt, dat hij verders / gesien heeft dat hij Johannes van de Leem / put den haan van die snaphaan over / haalde, seijde tegens Antonij en Peter / van Esch, koomt nu Osse vluggen / nu sal ik uw dood schieten, en te gelijk / den snaphaan op haar aanleggende / waarop sij beijden te weeten Antonij / en Peter van Esch uijt de keuken in / het agterhuijs sijn geloopen, dat hij / vervolgens gesien heeft dat hij van den // [BHIC Online pagina 212] Leemput met den snaphaan als sijnde / meergen[oemde] Antonij en Peter van Esch onder / deselve geloopen op en na haar geslagen / heeft, tot solange dat den selve ontstuk / ken was. / Den vierde comparant met naame / Peeter Zeepers verclaart ter requisitie / en versoeke als voor, dat hij op den / 15e maart 1754 ten huijse van den / derde comparant Peeter Jan Rutten / is gekoomen, en aldaar gehoord heeft / dat er questie en geschil tussen seeker / Johannes van de Leemput van Dinter / en Antonij en Peter van Esch tot Osch / was voorgevallen, dat hij comparant / verclaart dat hij een stuk van den / loop van den ontstuk geslagen snap / haan, soo sij hem seijde van Johannes / van de Leemput geweest te sijn al / daar heeft sien leggen, dat hij het / selve gevisiteert [doorgehaald: heeft] en bevonden / heeft geladen te sijn. / Eijndigende sij comparanten hier / meede haare opregte en sincere / verclaring en hebben na duijdelijke // [BHIC Online pagina 213] praelecture daar bij gepersisteert en met / heijlige eede met te seggen soo waarlijk helpz / [doorgehaald: mij] ons God almagtigt bevestigt en in oirconde / der waarheijt hebben wij schepenen dese / beneffens comparanten en mij secretaris / eijgenhandig ten protocolle ondertekent / tot Osch, heeden den een en twintigste / junij seventien hondert vier en vijftig. /
Dit is het + merk van Jan den Brok / verclaart niet de konne schrijven.
P. v. Iperen
Dit is het + merk van Peeter Jan Rutten / verclaart niet de konne schrijven.
Dit is het + merk van Pieter Zeepers / verclaart niet de konne schrijve.
Cornelis Spuls
Dirck van Nimwege
Mij present / D. v. Breugel, secret[ari]s
o Op 3 september 1764 ... "Jan Jan Neele Brock inwoonder alhier, transporteerd een campke genaamd Heuskens, leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaamd de Breede Straat aan het Bergeijnt, groot omtrent drie en een half lopense, aan d’eene sijde de weduwe Peeter Voet, d’ander sijde Jan van Boxtel, d’een eijnt voorn. weduwe Peeter Voet, d’ander eijnt de gemeene straat ..." aan Jan Snoex voor 815 gulden. [Berghem RA 35, blz. 126]
o Op 26 september 1765 ... "Compareerde Juffrouw Cornelia Willem Dircxse, weduwe wijlen de Heer Dirck Willem van ’t Hoff, inwoonder alhier, wegens 2 en een halven mergen weijlandt leggende onder desen dorpe van Berchem ter plaatse genaamd met Fransse Geer, d’eene sijde Geurt Claassen, d’ander sijde d’Heer Pedro Clingh, d’eene eijndt de togtgraeff, d’ander eijndt de gemeene alhier ende nog 5 1/2 hondt hooyland in Welte Campke omrijdende met Jan Baltisse en Lambert Vissers, d’een sijde een toghtgraeff, d’ander sijde de weduwe Dries van den Broek cumss. d’een eijndt de Meer, d’ander eijndt ’t Winkel ..." aan Jan Jan Nelen Brock, mede inwoonder alhier, voor 1000 gulden. [Berghem RA 35, blz. 145]
o Op 3 december 1767 ... "Jan den Brock, Cornelis den Brock, Daniel den Brock, Jenneke Jan Neelen den Brock, weduwe Aart van Schaayk, Leena Jan Neelen den Brock, weduwe Jan Willem Stricx, Jan Claasen, in qualiteidt als erfgenamen van Teuniske Jan Neelen Brock voor de ene helfte, Gerrit Jan Remmit Snoek, Arien Jan Remmit Snoek en Jan Aart Stricks, als inhuwelijk hebbende Johanna Jan Remmit Snoek in qualitijdt als erfgenamen van Jan Remmit Snoek voor de andere helfte alle inwoonderen alhier te Berchem. [verkopen] Een huisinge en hoft groot tesaamen omtrent drie loopense gestaan ende gelegen alhier te Berchem ter plaatse in de Oostersteeg aldaar aan de eene sijde de weduwe Willem Verstegen, aan de andere sijde Peter Goosens, aan de eene eijndt de gemeene straat, aan de andere eijndt ... hebben zij naar voorgaande publieque vercooping bij deesen wettelijk ende erfelijk opgedraagen ende overgegeven aan en ten behoeven van Hendrik Ceel Hoes, mede inwoonder alhier omme bij den selven in een erfregte te hebben en te besitten beloovende voorn. transportanten als schuldenaren principaal op verbant van hare persoonen en goederen hebbende en vercrijgende voorschr. parceel of huijsinge en hoft te sulen waren als men erven schuldig en gehouden is te waren en alle comers, calangie en aantaal daar in weesende afte sullen doen geheelijk lozen vrij voorschr. volgens de conditie van publique vercoopinge daarvan zijnde dato 29 october en 5 november 1767 waar ten deesen wel expresselijk gereserveert wert getuygen waren hierover Jan Coolen en Gerrit van Vugt schepenen van Berchem, heeden den derden december seeventien hondert seeven en sestigh. De cooppenn cu slagen zijn volgens de vercoopconditie eene somme van agthondert en agt en vijftigh guldens. Deze 858 : 0 : 0 waarvan den 40 penn. bedraagt tot 21 : 9 : 0 " [Berghem RA 35, blz. 183]
o Op dezelfde dag, 3 december 1767: "Jan den Brock, Cornelis den Brock, Daniel den Brock, Jenneke Jan Neelen den Brock, weduwe Aart van Schaayk, Leena Jan Neelen den Brock, weduwe Jan Willem Stricx, Jan Claasen, in qualiteidt als erfgenamen van Teuniske Jan Neelen Brock ... wegens een parceel of stuk heyland groot omtrent twee en een half loopense gelegen alhier te Berchem in de Heyde een sijde Willem Peeter Meegens, de ander sijde en een eijnt de gemeene straat en aan de andere eyndt ..., de beyde hebbe zij mondeling vercogt bij deesen wettelijk en erfelijk opgedragen en overgegeven aan Jenneke Jan Nelen den Brock, ... getuigen waren Jan Coolen en Jan van Vugt, scheepenen, heeden den derde december 1700 seeven en sestigh, voor 320 guldens, een sesde part afgetrokken, wordt 266 : 13 : 6 " [Berghem RA 35, blz. 185]
o Op dezelfde dag, 3 december 1767: "Jan den Brock, Cornelis den Brock, Daniel den Brock, Jenneke Jan Neelen den Brock, weduwe Aart van Schaayk, Leena Jan Neelen den Brock, weduwe Jan Willem Stricx, Jan Claasen, in qualiteidt als erfgenamen van Teuniske Jan Neelen Brock ... [verkopen] een parceel teulland groot omtrent twee lopense gelegen alhier te Berchem omtrent de Oostersteeg de eene sijde Jan Cornelis Boyens de ander sijde de kinderen van Jan van Erp, de eene eijndt de straat de ander eijnde een loopgraeft, aan Gerrit Jan Remmit Snoeks, heeden den derde december 1700 seeven en sestigh, de cooppenningen bedragen 300 : 0 : 0 " [Berghem RA 35, blz. 186]
o Op 16 mei 1771 ... "Cornelis den Brok, Daniel den Brok, Jan Aart van Schaayk, Cornelis Laanders inhuwelijk hebbende Peeternel Aart van Schaayk, Hendrik Peeters van de Poel als inhuwelijk hebbende Willemijn Aart van Schaayk, Jan Claas Loeven, Evert Janssen de Klein als inhuwelijk hebbende Annemarie Claas Loeven alle woonagtigh alhier te Berchem als Herpen, wegens:"
"een perceel weyland, groot omtrent 2 1/2 mergen, gelegen te Berchem ter plaatse ’t Geerke, ene zijde Geurt Claasen, andere zijde de Heer Cling, een eyndt de Togtgraaf, ander eyndt de Gemeente," voor 497 gulden aan Jan Aart van Schaayk
"een perceel teulland groot een halven mergen gelegen aan de Clein Steeg, ene zijde Jan Landers, andere zijde Anthony Erkelenz, een eyndt de straat, andere eyndt de weduwe Cornelis Willem Brands" voor 241 gulden aan Hendrik Peeter van de Poel
"een perceel teulland, groot een halven mergen, gelegen in het Willend, ene zijde den armen, andere zijde de weduwe Jan van den Heuvel, een eyndt de loopgraaf, ander eyndt de weduwe Jan van den Heuvel" voor 221 gulden aan Hendrik van den Broek
"een perceel teuland, groot een halven mergen, gelegen op het Velt, ene zijde Johannes Claasen, andere zijde de Heer Doctor van Niel, andere zijde de weduwe Willem Verstegen, ander eyndt de straat of wegh" voor 305 gulden aan Jan Snoeks
NEEL GERARDI BROCK
NEEL GERARDI BROCK woonde in Oss, waar hij in 1637 trouwde met Lijn Deen Jan Rijken. Het gezin telde zes kinderen: Jacob Neel Brock, die de stamvader werd van de familie Brocks in Oss; Jan Neel Brock, de stamvader van familie den Brok uit Berghem; Daniel Neelen, Grietje Neel, Ida Neel (Eijken) en Handerske Neel.
CORNELIS (NEEL) GERITS BROCK
Overleden te Oss 11 -09- 1667. Getrouwd te Oss 28 -05- 1637 met Lijn(eken) Catharina Deen Jan Rijcken. (Geboren voor 1613, overleden te Oss 11 -04- 1653.)
KINDEREN:
1. Jacob Neel Brock, overleden na 1698, gehuwd met Joanna (Jenneke) Jan Smits.
2. Jan Neel Brock
3. Daniel Neelen Brock,
4. Grietje Neel Brock, overleden tussen 19 en 30 april 1682 te Oss. Z
5. Eijken Neel Brock,
6. Handerske (/Hen(d)rica) Neel (/Cornelij /Neelen) Brock, overleden na 1714, gehud met (Bartholo)meuis Gijsber(t)s,.
BRONNEN:
o BHIC Oss overleden Neel Brock Begraven, archiefnummer 1452, BHIC, inventarisnummer 8, blad 6-38
o BHIC huw Oss Rooms-Katholiek doop- en trouwboek 1626-1644, archiefnummer 1452, BHIC, inventarisnummer 1, blad 78v03 Cornelius Gerardi en Catharina Denen (ondertrouw 28-05-1634)
o BHIC Oss overleden Lijneken Neel Brock Begraven, archiefnummer 1452, BHIC, inventarisnummer 8, blad 1-27
o R Oss 21 juli 1648: Cornelis Gerits Brock koopt zeven vaetsaet land achter den Ouden Hof te Oss. 16 januari 1664
o RANB Oss RA71, fol. 126v: Compareerden voor Peter Ackerman ende Jan Claessen Kemmers schepenen der Vrijh[eij]t van Osch; Neel Gerrits Brock weduwnaer van Lijntien Deenen sijnne gewesene huijsfrouw / ende heeft ten behoeve van sijne kijnderen ijde voors[creve] Lijntien wettelicken geprocreert gerichtelicken overgegeven / datt hett bij hem gecochte parceel lants in sijnen hoff gelegen / gecocht van Jeucken Deenen sall blijven ten behoeve ende proffijte vande voors[creve] sijne kijnderen / aldus geschiet ende gepasseert voer schepenen bovengescreven / opten 16en januarij 1664://: [transcriptie door Hans van den Hurk].
o 16 januari 1664 RANB Oss RA71, fol. 126v: Cornelis Gerrits Brock weduwnaer Lijntien Deenen ses vaetset teulants / ofte soo groot ende cleijn deselve gelegen op Osserschaduwijck / onder de Vrijh[eij]t van Osch / ter plaetse genaempt de Cloterkens / aen d’eene sijde de erffgenaemen Jonker Nicolaes van Oss ende aen d’andere sijde de erffgen[aeme]n Rem Willems met meer andere / streckende van erve Cornelis Gijsbers van Heumen tot op des vrijh[eij]ts landtweer / heeft hij uijt crachte van speciale authorisatie der Heeren Schepenen der Vrijh[eij]t van Osch van dato 15de deses wettelicken ende erffelicken [ver]cocht / getransporteert
o RANB Oss RA71, fol. 127: ende opgedraegen / Peter Aert Rutten ende sijnen erven / omme ij den selven ten erffelicken rechten te hebben ende te besitten / ende heeft helmelinge daer op [ver]teegen inne manieren indien gewoonlijck sijnde / tot behoeff Peter Aert Rutten voorss[creve] / ende sijne erven / mede geloovende hij [ver]cooper transportant / als schuldenaer principaell ende op [ver]bijntenisse van sijn persoon ende alle sijne goederen / nue hebbende ende naermaels [ver]crijgende t’[voorscrevene] [ver]coopen / transporteeren ende opdraegen / altijt goet / vast / steedich ende van vollen waerden te sullen houden / ende allen commer / calangie ende aentaele daer inne sijnde ende naermaels commende / allingh ende int geheel aff te doen / ende te weeren los ende vrije / uitgenomen schouwen ende commeren binnen s’landts / daer toe te onderhouden behoorende / Getuijgen waeren Peter Ackerman ende Jan Claessen Kemmers Schepenen der Vrijh[eij]t van Osch; Geschiet den 16en januarij 1664://:
Den selven alnoch in q[uali]te ende uijt crachte ende machte als voorscreven ses vaetset teulants / ofte soo groot ende cleijn deselve gelegen binnen de Vrijh[eij]t van Osch ter plaetse genaempt Heijnen Camp / aen beijden sijden de erffsch[eidinge] Jan Theunis Rutten / schietende van erffsch[eidinge] Jan Clincken tot op erffsch[eidinge] Jan Jan Evers de Cleijne / heeft hij wettelicken ende erffelicken [ver]cocht / getransporteert ende opgedraegen / Corst Rijcken ende sijnen erven / omme bij den selven ten erffelicken rechten te hebben ende te besitten / ende heeft helmelinge daer op [ver]teegen inne manieren indien gewoonlick
o RANB Oss RA71, fol. 127v : sijnde / tot behoeff Corst Rijcken voorss[creve] / ende sijne erven / mede geloovende hij [ver]cooper transportant / als schuldenaer principaell ende op [ver]bijntenisse nvan sijn persoon ende alle sijne goederen / nue hebbende ende naermaels [ver]crijgende t’[voorscrevene] [ver]coopen / transporteeren ende opdraegen / altijt goet / vast / steedich ende van vollen waerden sullen houden / ende allen commer / calangie ende aentaele daer inne sijnde ende naermaels commende / alingh ende int geheel aff te doen / ende te weeren los ende vrije / uitgenomen schouwen ende commeren binnen s’landts / daer toe te onderhouden behoorende / Testibus praescriptis. In marge: Coopspenn[ingen] 258 gl / 50en penn[ing] 5-3-4-Bet[aelt] [transcriptie door Hans van den Hurk].
o 22 mei 1666 RAOSS071 BHIC Online pagina 375 en 376: Lijsken Gijsbers naergelatene weduwe Jan Jan / Birten, geadsisteert met Willem Jan Birten en[de] Peter / Aert Rutten als in dese haers gecooren mombers, de / voers. Lijsken uijt crachte van testamente tuschen / haer en[de] haer overledene man za[liger] voer notaris en[de] / getuijgen binnen der vrijh[eij]t van Osch residerende / gemaeckt ende opgericht in dato 27en februarij / t’lestaffgelopene jaere 1665 ons schepenen ge / toont ende gebleecken; een cempken teulants genaempt / de Cneuterkens, groot omtrent vier vaetset ofte / soo groot en[de] cleijn t’selve gelegen achter den Ouden / Hoff op Schaduweijck onder de vrijh[eij]t van Osch // [BHIC Online pagina 376] voors., aen d’eene sijde d&rsquo:erffgen[amen] Anna Rommen, en[e] aen / d’andere sijde Ariaen Rijcken met meer andere, schietende / metten eenen eijnde op erve Peter Ackermans ende / metten anderen eijnde op erve Neel Gerrits Brock / heeft hij uijt crachte en[de] machte als voers. wettelicken en[e] / erffelicken vercocht, getransporteert ende opgedragen / Jan Claessen de Jonge en[de] sijnen erven [...] / los en[de] vrije / uuttgenomen schouwen ende commeren binnen s’lants / daer toe te onderhouden behoorende. Getuijgen / waeren Hendrick Bartholomeus van Roesmalen en[de] / Willem Gerrit Gielens, schepenen der vrijh[eij]t van / Osch. Gecshiet den 22en meij 1666. / (in de marge:) Coopspenn[ingen] 150 g[ulden] / 50en p[enning] 3 g[ulden] / bet[ealt]
o R 71 Oss 23 februari 1667 RA OSS 071.403 (405 van 449) (Schepenprotocollen van Oss van 1660-1667 - Algemeen protocol) (Beeldbank BHIC geraadpleegd 18 oktober 2013): [transcriptie hoofdzakelijk van het BHIC] Compareerden voor Jan Claessen Kemmers ende Jan Gijsbers van // Heumen, schepenen der vrijheijt van Osch, Neel // Gerrits Brock ende heeft in pantschappe ende beleeninge // uijtgedaen Jan Robben ende sijnen erven het gebruijck // van drie vaetset teulants [in marge: met de hellichte vande houtwas] ofte soo groot ende cleijn // deselve gelegen op Osserschaduwijck indes voors. // Neel Gerrits hoff, aen d’eene sijde Neel Gerrits // voors., ende aen d’andere sijde de wed. Jan Welten, // schietende van erve Ceel Sijmens tot op erffsch. de // pastorie van Osch, ende dat voer eenen tijt ende // termijn van vier eerstcommende ende naer den anderen // volgende jaeren aenvanck nemende metten dato van // deses ende t’eijnden de voors. vier jaeren op gelijcken tijt // weeder te verlaten, voor ’t gebruijck van welcke // voors. drie vaetset lants ende genot van den halven // houtwas den voorn. Jan Robben datelicken aen den // voors. Neel Gerrits sall uijtreijcken ende schieten // in eender somme de somme van een hondert // car. guldens eens die hij Neel Gerrits ofte // sijnne erven naer expiratie van de voors. vier Jaeren // sall gehouden weesen hem Jan Robben ofte // sijnne erven mede in eender somme ende van // [volgende pagina; 204v] gelijcke weerden te restitueeren ende weederom te schieten // ende in vorder geconditioneert off den voern. Neel // Gerrits ofte sijnne erven de voors. somme van hondert // gulden naer expiratie van de voors. vier jaeren niet // en conde wederom schieten, soo sall dese beleeninge alnoch // continueeren, gelijcke volgende vier jaeren ende soo voorts // van vier jaeren tot vier jaeren, doch sall partijen // weedersijdentlijck vrije staen naer expiratie vande eerste // ofte volgende vier jaeren dese somme van hondert // gulden te meugen wederom schieten ofte oock wederom // eijsschen mets sulcx een halff jaer van te vooren // behoorlick bekent maeckende. Daer voer ende tot voldoe // ninge van ’t geene voors. den voorn. Neel Gerrits // specialicken is verbijndende de voors. drie vaetset // teulants ende voorts generalicken alles hebbende ende // naemaels vercrijgende. Aldus geschiet ende gepasseert // voer schepenen bovengescreven, opten 23[sten] februarij // 1667.
o 16 januari 1673 / Bapti[sati] sunt gemelli illigitimi Barthelomei Gisberti et Henrica / Cornelii Brock, scilicet Gisbertus cuius suscept[ores] Jo[ann]es Gisberti / et Mariæ Gisberti, et Catharina cuius suscept[ores] Jo[ann]es Cornelii / et Ida Cornelii Brock (RK Doopboek Oss 1652-1707 Scan 65).
o R 73 Oss 1 mei 1674 RAOSS073 BHIC Online pagina 78 en verder (Schepenprotocollen van Oss van 1660-1667 - Algemeen protocol): [...] Derrick Sijmens / Henrick Hermens, man ende momb[er] van Aeltien Sijmens / sijnne huijsfrouw, item Deen Sijmens, Claes Claessen, / man ende momb[er] van Jenneken Sijmens sijnne huijsfr[ouw], / item Peter Ariens, man ende momb[er] van Eerken / Sijmens sijne huisf[rouw], en[de] Jacob Sijmens, alle kijnderen / en[de] erffgenamen Sijmen Deenen, verweckt bij / Jenneken Rutten, sijnne gewesene huijsfrouw // ende hebben gemaeckt eene erffscheijdinge en[e] deijlinge / (waarbij onder andere verdeeld werd) [...] seecker / stuck lants gen[aemp]t den Kijefcamp, groot ontrent / dordehalff vaetset ofte soo groot en[de] cleijn t’selve / mede op Osserschaduwijck onder de vrijh[eij]t van Osch voors. / gelegen, aen beijden sijden de erffgen[amen] Neell Gerrits / Brock, schietende metten eenen eijnde op erve Gerrit / Jacob Schuermans, en[de] metten anderen eijnde op erve Claes / Claessen voers. [...] los en[de] vrije, uttgenomen schouwen / en[e] commeren binnen s’lants, sijnde dit het derde / loth ende sall van hem geven dartich guldens eens // aen het vierde volgende lot, ende is al soo los ende / vrije als voers. te loote ende te deele gevallen Derrick / Sijmens voers. en[de] sijnnen erven [...] den 1en meij 1674.
30 maart 1675
o RA Oss 74, inv. nr. 7365, folio 11rv, RAOSS074 BHIC Online pagina 21 en 22: Rut ende Hendrick Claessen gebroederen woonende / tot Macheren inden Graeffschappe van Meegen, soo / voor haer selven en[e] als momberen ober de onmun / dige naergelatene kijnderen Jan Claessen, haeren / gewesenen broeder verweckt bij Gerretien, dochtere / Frans Jansen van Asten, sijnne gewesene huijsfr[ouw] / uijt crachte van authorisatie van jeerem schepenen / der vrijh[eij]t van Osch van dato deses alhier gebleecken; / item Peter soone Jan Peter Schoenmaecker, man / en[de] momb[er] van Erken Claessen sijnne huijsfrouw / mitsgaders Jacob Claessen ende Marijken Claessen / alle kijnderen ende erffgenamen Claes Aert Rutten / haeren gewesene vader; eenen hoff lants / groot acht vaetset, ofte soo groot en[e] cleijn den selven / op Osserschaduwijck onder de vrijh[eij]t van Osch / voors. gelegen, aen d’eene sijnde Jan Claessen / den Dicken #met meer andere# ende aen de andere sijde Jacob Neell / Brock, schietende vande gemene straet tot op / erve Neell Broecken kijnderen, hebben sij uijt / cracjte ende machte als voors. wettelicken ende erffe / licken vercocht, opgedragen ende overgegeven / Jan Reijnen van Heumen den Jongen en[de] sijnnen erven [...]
o R 74 Oss 30 december 1676 RA OSS 74 pagina 221 tot en met 224 (Schepenprotocollen van Oss van 1675-1677 - Algemeen protocol) (Beeldbank BHIC geraadpleegd 13 september 2013):
Peter Janssen Schoenmaeckers, man ende momb[oir] van // Erken sijnen huijsfrouw, Rut, Hendrick ende // Jacob Claessen, metsgaders Marijken Claessen // wed[uwe] Peter van Straten, Item Rut Claesssen // voirs[creven] soo voir hem selven als neffens hem Hendrick // Aert Claessen als momb[oir] over de onmondige // naergelatene kijnderen Jan Claessen verweckt // bij Gerretien Janssen sijne gewesene huijsfrouw, // alle kijnderen Claes Aert Rutten [...] // [verkopen]:
[...] de hellichte van Neell Brocx landt // groot int geheell ses vaetset, ofte weeten den cant naest // ende metten hegge ofte so groot ende cleijn t’selve gelegen // op Osserschaduwijck, onder de vrijh[eij]t van Osch voirs[creven] // ter plaetse aldaer t’eijnden de Cleijnens Hoefft aen de // eene sijde, Jan Claessen den Ouden, ende aen de andere sijde // de kijnderen J[onker] Jan van Oss, schietende van Bullens Camp // tot op de Landtweer aldaer aengelegen. [...] [en zij hebben dit verkocht aan] [...] Jan Heumens ende sijnen erven [...] [voor 70 gulden en 40 penningen]
o Schepenprotocol R74 van Oss 30 december 1676: "de hellichte van Neell Brocx landt", dat wil zeggen de HELFT van Neel Brock’s land. Neel Brock was al negen jaar geleden overleden.
o R 76 Oss 19 april 1682 RA OSS 76 pagina 11 en 12 (Schepenprotocollen van Oss van 1682-1687 - Algemeen protocol): Comparereerden voor Jan Janssen van Gemert den jongen / Dilis Peeters en[de] Corst Peter Schuermans, schepenen in Osch / Grietien en[de] Eijcken Neel Brock, gesusteren, der voirs. / Grietien sijck naer den lichame en[de] de voirs. Eijcken / gesondt onder de menschen gaende en[de] staende, over / denckende de broosheijt des menschelicken geslechts / datter niet seeckerders en is dan de doot, en[de] niet on / seeckerder dan de uijre der selver, hebben van deser / werelt niet willen scheijden sonder te disponeeren / van hare goederen, inden eersten bevelen sij testa / teuren hare sielen so wanneer daer den wille / Goodes uijt hare sterffelicke lichamen mochten / commen te scheijden, Goode van hemelrijck, / en[de] hare affgestorvene lichamen der aerde. Com / mende voorts totter dispositie van hare tijdelicke / goederen haer bij Godt almechtich op deser werelt / verleent, maecken en[de] legateeren sij testateuren / d’eene d’ander den langst levende van haer beijde / om haeren vrijen wille daer mede te meugen / doen alle hare naer te latene goederen soo gereede / als ongereede, egeene uijtgesondert, den selven / langstlevende en[de] nominerende mits deser. Dit / verclaerden sij testateuren te wesen haren testamente / laeste en[de] uijtterste wille, willende en[de] begeerende / t’selve allenthalven sall plaets grijpen en[de] effect / sorteeren soo bij geestelicke als wereltlijcke rechten // [BHIC Online pagina 12] alwaer dat eenige solemniteijten naer rechts wegen / gerequireert hier inne mochten sijn ofte wesen / geomitteert, willende en[de] begeerende deselve gehouden / te worden voir geobserveert. Actum voir schepenen / bovengescreeven den 19de aprill 1682.
o R 82 Oss 26 februari 1712: Handerske Neel Brock koopt van haar broer Jan Neel Brock een stuk grond te Oss in het Neerveld.
o R 82 Oss 25 februari 1713: Jan Jan Neelen Brock de jonge koopt bovengenoemd stuk grond in Oss in het Neerveld weer terug.
o R 82 Oss 20 mei 1714 Handerske Neel Brock staat al haar vaste goederen af aan haar beide schoonzonen Aart Geurts en Luijcas Luijcasse in ruil voor een vergoeding van 25 gulden per jaar totdat zij dood gaat.
o RA Oss 21 juli 1648. "Die voirs(egde) Geris inder qualiteijt voirs(egd) // seven vaetsaet lants off soe groot ende cleyn de // selve gelegen sijn inde prochie van Oss ter // plaetschen gen[aam]t Achter den ouden Hoff // tussen erfenisse Henrick Denissen deen sijde ende tussen // erfenisse Jo[nke]r Segwolt ter Heeren Haeve // dandere syde streckende van Cuellens Campe // tot opte Vrijheijts Lantweer In vuegen ende // gelijck tselve lant hem van syn huysvrouwe // weghen aengecomen is heeft hy wettel[yck] ende // erffel[ick] vercocht opgedraeghen ende overgegeven // Cornelis Gerits Brock ab eodem et effestucando // promittens dictus venditor ut debitor // principalis super omnia ratum servare waran[diam] // et ono[...] deponere exceptis oneribus vicinorum // actum en testes ut supra"
GERRIT ADRIAENS BROCK
De familie Brock komt niet uit Oss, maar oorspronkelijk uit Belveren bij Haaren, Helvoirt en Oisterwijk. Van GERRIT ADRIAENS BROCK weten we dat hij in Oss woonde in 1629. Hij is tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen Nederland en Spanje uit Belveren bij Haaren weggetrokken samen met zijn broer Cornelis Adriaens Brock, die in Geffen ging wonen. Zelf kwam Gerrit in Oss terecht. Waarom hij en zijn broer weggingen is niet duidelijk. Misschien om het geluk elders te zoeken. In ieder geval brachten ze de nodige geldmiddelen mee. Vaak werd Gerrit ook Gerrit Arienss van Haren genoemd. Hij had vijf kinderen: Adriaen, Petrus, Cornelis (Neel), Jan en Meriken. Voor deze laatste dochter sloot hij huwelijkse voorwaarden af met haar aanstaande man Roelof Jan Meeus.
Gerrit woonde op een gehuurde boerderij, die "de Heijligengeest Hoeve van den Bossche" werd genoemd. Hij had verschillende stukken grond en ook huizen in Oss, Lith en Lithoijen gekocht en soms ook weer verkocht. Hij is overleden na 1642.
GERRIT ADRIAENS (JAN) BROCK
Overleden na 1642.
KINDEREN:
1. Adriaen Gerits Brock
2. Petrus Gerits Brock, overleden 08-02-1680 te Geffen, gehuwd (1e) met Anneke Gerits, gehuwd (2e) met Harisken Aerts.
3. Cornelis (Neel) Gerits Brock,
4. Jan Gerit Brock, overleden 24-11-1658 te Oss, gehuwd (1e) met Erken Jan Reuvers, gehuwd (2e) 24-11-1652 met Janneke Lamberts.
5. Theunis, overleden voor 1665, gehuwd 05-03-1628 met Antonia Petri.
6. Meriken Gerits Brock, trouwt 03-06-1631 met Roelof Jan Meeus
BRONNEN:
o Godshuis de Heilige Geest (van 's-Hertogenbosch) Toegangsnummer 668 (1590-1652) Diversen, blz. 164 3 maart 1628: Anthonij Pijnappel als mr. en[de] rectoir der Taffele oft Godshuijs van [den] Heiligengeest // binnen Tshertogenbossche en[de] met voorgaen[de] kennisse van Jo. Peter van Gestel als // provisoir heeft verpacht en[de] verpacht midts desen Gerart Adriaen Brocken, laet // des voors. Godtshuijs als wonen[de] op een van [den] Godtshuijs hoeve tot Oss ende // Willem Wouter Daniels oijck tot Oss wonen[de], een stuck lants in voorgaen[de] jaren // heijlant geweest sijnde en[de] nu wesen[de] ackerlant gelegen tot Oss in de Bossche Straet // genoempt de Nijenwe Hoeve, liggen[de] ruerens neffens t’Godshuijs van [den] Heijligengeest // hoeve van [den] Bossche die den voors. Gerart Adriaen Brocken in pachtinge heeft, eenen // tijt en[de] termijn van vier jaren continueerlijcken ingaen[de] d’iersten jaer van vieren te witte // stoppeltijt a[n]no XVIc XXVIII en[de] weder te eijndene te witte stoppeltijt a[n]no XVIc // twee ende dartich waer vor de voors. pachters aen voors. Godtshuijse // oft m[eeste]r des selffs geloeft hebben en[de] geloven midts desen onverscheijden een // voor all en[de] elck van hen besundere op verbijntenisse van henne persoon // en[de] goederen present en[de] tocomen[de] allen jaer te leveren en[de] te betalen drie // mud vier sester roggen ende vier sester boickweijts, maecken[de] vier // mud corens mate der voors. stadt en[de] binnen der selver stadt vrij van // alle lasten, commeren, contributien, exactien, subventien, ordinaris // extraordinaris alrede opgeset oft alnoch opgeset te worddene soe // ter eenre als ter andere sijde, egeene lasten uutgescheijden, te leveren ende // te betalen waer van den iersten termijn van [den] voors. leveren sal sijn Corsmisse // a[n]no XVIc XXIX van [den] oicxt des selffs tjaers en[de] soe voorts van jare tot // jare desen voors. tijt en[de] termijn gedueren[de] oft eene soe verre den voors. m[eeste]r gelief // midts conditien en[de] voor waerden bij den m[eeste]r ondersproken dat soe verre den tijt // beter den en[de] van sinne wordden dat hij daer op een huijsinge wilde setten // ende daer aff voorts alleijnskens maecken een hoeve lants midts nemende // wat lants van [den] dwee hoeve oijck nijet verre van daer liggen[de], en[de] indijen gevalle // den laet sulcx gedraecht sullen de voors. pachtenars gehouden wesen deselve // oicxt daer nae van [den] lande voors. affstant doen nijettegenstaen[de] de vier jaaren // nijet geexpireert en waren. Item sullen oijck de voors. pachtenars gehouden // en[de] verbonden wesen voors. lant te graven, wallen, heijmpen, vreden, de graffen // opgraven en[de] sloten loffbaerlijcken en[de] soe een goet huerlingh schuldich is te doen // en[de] tot daer geheijmpt oft gevreet moet wesen tselve de huerlingen sullen // gehouden wesen te doen met hen selffs hout soe daer m[eeste]r het schaerhout staen[de] // rondomme het voors. lant als oijck opgaen[de] reservert tselve tot behoeff van [den] // Godtshuijse sonder ennichsins daer inne te mogen hacken oft houden (=houwen) in ennige // manieren; Ite[m] noch verwaert dat de huerlingen den graff liggende lancx de // straet gehouden sullen wesen op hennen coste loffbaerlijcken op te graven // ende steecken daer van node is aen beijde sijden eenen speeck af ende // aerde daer uutcomen[de] den wal daer mede maecken en[de] hoogen daert ennichsins // van doen oft van node soude mogen wesen en[de] die daer toe nijet nodich en is te // leggen op te sijde van de straet om die eijcken heesters oft de jonge eijckenbomen // aldaer staen[de] te lancx wassende ende selve aerde slichten omme deselve voors. // rije heesters beter aen wassen te mogen comen dan die nijet te // mogen vervueren te wesen die selve voor uutgegraven eerde maer die tsamen // slichten omme die selve rije heesters te lancx die graff staende aen tselve // gehouden wesen sal doen als het lant van voors. Nijenwe Hoeve is strecken[de]; oijck // sullen het nijen we gemackt sulken gehouden wesen te leggen int vaergat // daer inne vaertt opt tlant van de Nijenwer Hoeve om alsoe alle het water // comende van de Godtshuijs van des Heijligengeesthoeve daer ruerens // bij en[de] aenliggende en[de] daer op woent den voors. Gerart Brocken tsaemen alsoe daer // doer te leijden ende te moeten voorts lopen nae de gemeijn heijde hennen // om het water alsoe uuter hoeve oijck te wech te crijgen; alle welcke voors. // drie en[de] een halff mud roggen en[de] vier sester boik[weijt]s haelijcx geloven die // voors. Gerart Adriaen Brocken en[de] Willem Wouter Daniels allen jaer ten // voors. termijne te leveren en[de] binnen deser stadt vrij van alles als voor // te (betalen), hier onder verbijnden sij onverscheijden een voor all en[de] elck voor hen // besundere henne personen en[de] goederen, present en[de] tocomen[de] en[de] de conditien // poincten en[de] voirwaerden hier vorens verhaelt in alles naetegaen ende // metten wercke te volbrengen. Aldus geschiet sonder bedroch, arch en[de] // list. Aldus geschiet sonder bedroch, arch en[de] list (!) desen iii en mert a[n]no // XVIc XXVIII coram testibus subscriptis. {G. van den Wiel, testis} {Andries Thoelnckx, priester} {Ick Anthonis Peeters van den // Wiel als ghetuighe}
o R 57 Lith 8 juli 1630 RALIT057 BHIC-online pagina nummer 27 en 28: Gerart Arienssen Brock van Haeren woonende in de vrijheijt van Oss opte Heijligengeest Hoeve vanden Bossche heeft gekocht van "Gerart Wouters, secretaris der heerlijcheijt van Lith, als man van Jenneken zijnen huisvrouwe dochtere Goijart van Daemen," [...] "eenen jaerl[ijcken] ende erffel[ijcken] chijns van vijftien gul[den] jaerl[ijckx] gemeijndel[ijck] genoempt twintich stuijvers voir iederen gul[den] te rekenen off in anderen goeden gancbare gelden in tijde der betalinge cours ende loop hebbende te betaelen alle jaer op den VIIIen julij XVI C een ende dartich ende soo voorts ten allen jaere vrij ende vranck van alle lasten van ende uijt eenen hoff landts gelegen binnen den dorpe van Maeren gemeijndel[ijck] genoempt den Heerhoff, vijer hont landts off daer ontrent groot sijn tusschen erve boven naest metten eenen eijnde Mathijs Geritssen, metten anderen eijnde beneen naest als met deen eij[n]de de gemeijne straet ende met dander eij[n]de op erve genoempt de Leuten verscheijde persoonen toebehorende als hij seeghde, ..." [regest van BHIC] Verkoper mag dit altijd lossen met de som van 300 gulden, opzegtermijn een kwart jaar. Akte doorgehaald. MARGE: op dese renthe is gelost ende gequeten 200 carolus gulden metten interest van dijen ende de ander 100 gulden blijven noch staen t'hondert tegens 6 gulden. MARGE: dese renthe van 5 gulden jaarlijks is te vollen affgelost ende gequeten metten achterstel vandijen gelijck Gerit Arienss Brock selff bekent heeft voor schepenen Lambert Willems en Gerit Claess in Lith op 30 september 1635.
o R 57 Lith 20 januari 1631 RALIT057 BHIC-online pagina nummer 55: Gerit Arienssen Brock van Haeren wonende in de vrijheijt van Oss heeft van Gerit Claessen gekocht "eenen merghen land is off soo groot ende cleijn denselven gelegen is onder t’gericht van Herwarden [dit is Heerewaarden in Gelderland] ter plaetse genoempt opte Berghen tusschen erve bovennaest Jan Janssen van s’Heerenberghe met meer anderen, beneden naest Jacob Peters van Herwarden, streckende van de Litsche Hamgraff tot opt Commerdijcxken aldaer."
o R 57 Lith 24 januari 1631 RALIT057 BHIC Online pagina 56: [De acte is in zijn geheel doorgehaald] #dese renthe is gelost en[de] gequit# Wij Lambert Willems en[de] Jan Rembouts van Grinsven schepen[en] der heerlijckheijt van Lith tuijgen dat voor ons is gestaen en[de] gecompareert / Aelken nagelaten weth[...]u (weduwe) Goyart Daniels van Maeren met wil en[de] consent van haere kijnderen gelij... heeft wittel[ijck] vercoft erffel[ijck] / gevest en[de] opgedragen Gerit Arienss[en] Brock van Haren woonen[de] in de vrijheijt van Oss, een[en] jaerl[ijken] en[de] erffel[ijcken] chijns van vijff g[ulden] elcken / gul[den] van twintich stuijvers t’stuck oft in andere goede gancbaeren gelden in tijde der betalinge cours en[de] erop hebben[de] te betaelen / alle jaer erffel[ijck] op s[inte] Pauwels bekeringe dach waervan den i[erste]n betaeldach sall verschenen sijn s[inte] Pauwels bekeringe / a[n]no XVIc twee en[de] dartich en[de] soo voorts in alle jaeren vrij en[de] vranck van alle lasten van en[de] uuijt een[en] mergen landts gelegen binnen / der voors. heerlijckheijt Lith ter plaetse genoempt In de Uuijtslaegen tusschen erve boven naest Hanrick Lamberts van Nulandt / met meer andere, beneden naest Oth Jan Toniss[en], strecken[de] van erve s[in]ter Claes altaer tot op erve Cornelis Goijarts den Romeijn / als zij vercopersse seeghde van[den] selven copere metten erffrecht te hebben en[de] te besitten, en[de] die voors. vercopersse heeft den copere de voors. renthe / opgedragen en[de] helmelinge d[aer]op vertegen met consent en[de] ad... van haere kijnderen inne manieren als gewoonl[ijck] zijn[de] geloven[de] die voors. vercopersse / op verbant van haere persoon en[de] goederen tegenwoordel[ijck] hebben[de] en[de] naemaels vercrijgen[de] dat zij den voors. copere van den voors. chijns schuldige / en[de] gerechte sull doen warantschap en[de] dat zij alle andere commer calangie en[de] aentael int voors. onderpandt wes[ende] aff sall doen / geheelijcken en[de] dat zij oft haare kijnderen voor de betalinge der voors. renthe den voors. copere jaerl[ijcx] daer .... .... jaer te vergoeden / altijt goetgenoch en[de] weldoegen[de] all maecken en[de] houden, mede geconditioneer[t] en[de] oversproocken dat den voors. vercopersse oft haere / kijnderen en[de] naecomelinge dese voors. renthe altijt sal mogen lossen en[de] quijten neffens en[de] heulmael metter som[m]e van hondert car[olij] g[ulden] / in tijde der afflossinge cours en[de] loop hebben[de] metten achterstellige pachten daerbij verschenen en[de] vervallen altijt op s[inte] Pauwels / bekeringe dach ende sullen malcanderen een vierdendeel jaers te voren opseggen wie van beijde geloeft en[de] gelost willen hebben / .... .... .... .... .... desen 24 januarij 1631.
o R 57 Lith 24 januari 1631 RALIT057 BHIC Online pagina 57 [De acte is in zijn geheel doorgehaald] #dese renthe is gelost en[de] gequit# Wij Lambert Willems en[de] Jan Rembouts van Grinsven schepen[en] der heerlijckheijt van Lith tuijgen dat voor ons is gestaen / en[de] gecompareert Gijsbert Goyart Daniels en[de] heeft wittel[ijck] vercocht erffelijck gevest en[de] opgedraegen Gerit Arienss[en] / van Haren woonen[de] in de vrijheijt van Oss, een[en] jaerl[ijken] en[de] erffel[ijcken] chijns van twee g[ulden] tien stuijvers elcken gul[den] van twintich / stuijvers t’stuck oft in andere goede gancbaren gelden in tijde der betalinge cours en[de] daerop hebben[de] te betaelen alle jaer / erffel[ijck] op s[inte] Pauwels bekeringe dach waervan den i[erste]n betaeldach sall verschenen sijn s[inte] Pauwels bekeringe a[n]no XVIc twee / en[de] dartich en[de] soo voorts in alle jaere vrij en[de] vranck van alle lasten van en[de] uuijt een[en] mergen landts gelegen binnen der voors. heerlijckh[eijt] / Lith op te Cortweijen tusschen erve boven naest derffgen[aemen] Peter Crollen, beneden naest Aelken, dochtere Jan Willem Welten, / strecken[de] van den Plater Stege tot op d’Uetslagense Stege als hij vercopere seeghde van[den] selven copere metten erffrecht / te hebben en[de] te besitten, en[de] die voors. vercopere heeft den copere die voors. renthe opgedraegen en[de] helmelinge daerop / vertegen inne manieren als ghe / woonlijck zijn[de] geloven[de] die voors. / vercopere op verbant van sijn persoon / sullen zijne goederen tegenwoordel[ijck] / hebben[de] en[de] naemaels vercrijgende / dat hij den voors. copere van [den] voors. / chijns schuldige en[de] gerechte sull / doen warantschap en[de] dat hij / alle andere commer calangie / en[de] aentael int voors. onderpandt / wes[ende] oft comen[de] aff sall doen / geheelijcken en[de] dat hij t’voors. onder / pandt voor de betalinge der voors. / renthe den voors. copere jaerlijcx / daer uuijt .... ... jaer te vergoeden / altijt goet genoch en[de] wel / doegen[de] sall maecken en[de] houden, / mede geconditioneer[t] en[de] ondersprocken / dat die voors. vercopere oft zijne / erffge[naemen] de voors. renthe altijt sal / mogen lossen en[de] quijten neffens en[de] / heulmael metter som[m]e van / vijftich car[olij] g[ulden] in tijde der aff / lossinge cours en[de] loop hebben[de] metten / achterstellige pachten daerbij / verschenen en[de] vervallen altijt op s[inte] Pau / wels bekeringe dach en[de] sullen / malcanderen een vierdendeel jaers / te vorens opseggen wie van beijde / partijen geloeft en[de] gelost wil / hebben .......... ofte / .... desen 24 januarij 1631.
RK doop-, trouw-, begraafboek Oss:
Maius 1631 / 17 Maij contraxerunt sponsalia / Rolandus Joannis et Maria / Gerardi [Meriken Gerits Brock]. Testes Adrianus / Gerardi [waarschijnlijk Adriaen Gerits Brock] et Petrus Michaëlis / 3 junij praedicti iuncti sunt matrimo- / nio. Testes Joannes Gerardi [waarschijnlijk Jan Gerits Brock et Ludolphius Jacobi custos [de koster].
o R 65 Oss 17 juni 1631: Gerrit Adriaens Brock wordt vermeld als hij huwelijke voorwaarden sluit voor zijn dochter Meriken met haar aanstaande man Roelof Jan Meeus.
o RA Oss 65 17 juni 1631: "Wij Jacop Lamberts (,) Ruth Jacopssen ende // Michiel Jan Franssen (,) schepenen der vryheyt // der vryheyt van Oss doen condt en[de] maecken // kennel[yck] eeneygelycken dat voir ons gecompar(eert) // syn Roeloff Jan Meeus toecomen[de] bruydigom ter // eenre en[de] Meriken dochter Gerit Adriaens // Brock toecomen[de] bruyt geassisteert metten (voorsegde) // Gerit haeren vader ter ander syden, heb(bende) // gemaeckt seeckeren contract antenuptiael // ..."
o Godshuis de Heilige Geest (van 's-Hertogenbosch) Toegangsnummer 668 (1590-1652) Diversen 26 februari 1632: Op huijden den xxvi februarij XVIc XXXII (1632) heeft Joris van Bergangien // als m[eeste]r en[de] rectoir des Godtshuijs van den Heijligengeest binnen Den Bossche // gecontinueert en[de] verlenct Jan sone Gerart Adriaen Brocken ende dat // voor sijnen vader (moet waarschijnlijk zijn: broeder) Thonis Gerart Brocken en[de] Willem Wouter Daniels // wonen[de] tot Oss voors. stuck ackerlants gelegen tot Oss in de Bossche // straet genoempt de Nijenwe Hoeve gelegen ruerens de Heij // ligengeesthoeve deser voors. stadt die in pachtinge heeft denselven // voors. Gerart Adriaen Brocken; eenen tijd ende termijn van vier jaaren // continuelijcken deen den anderen volgende, ingaende d’ierste jaer // van viren de witte stoppeltijt anno XVIc twee en[de] dartich en weer // te eijndene te witte stoppeltijt anno XVIc XXXVI waer voor de // voors. pachtenars alle jaer geloeft hebben ende geloven midts desen // onverscheijden een voor all en[de] elck van hen besundere op verbijnten(isse) // van henne personen alle henne goederen present en toecomen[de] alle // jaer te leveren drie mud vier sester roggen roggen (!) ende vier sester // boeckweijts makende vier mud corens, mate deser voors. stadt ende // binnen der selver stadt vrij van alle lasten, commeren, contributien // exactien, subventien, ordinaris, extraordinaris, alrede opgeset // off alnoch opgeset te worddene, soe ter eenre als ter andere // sijde, egeen lasten wegescheijden, te leveren ende te betalen waer // van den iersten termijn van de voors. leveren sal sijn Corsmisse // a[n]no XVIc drie ende dartich en[de] dat van den oicxt des selffs // jaers ende soe voorts van jare tot jare desen voors. tijt en termijn // gedurende; voorts generalijcken op alle andere conditien // poincten ende voirwarden in de bovende geschreven pachtcedulle // begrepen, egeen van dijen uutgescheijden ende omme cortheijts wille // daer toe revere(re)nde welcke voors. drie ende een halff mud // roggen ende vier sester bouckweijts geloven die #voors.# Jan sone Gerart // Adriaen Brocken in den name van sijnen vader ende met hem Thonis // Gerart Brocken sijnen broider als oijck Willem Wouter Daniels onver // scheijden een voor all als voor ten termijne voors. alle jaer vrij van // alles als voor te leveren ende te betalen ende de conditien, poincten // en[de] voirwarden, soe sij dese als in de leste bovengeschreven cedulle // begrepen, in alles naetegaen en[de] metten wercke te volbrengen // hieronder verbijndende zij onverscheijden een voor all en[de] elck van // hen besundere henne personen en[de] goederen present en[de] tocomen[de]. // Aldus geschiet sonder bedroch arich ende list desen voors. 26 februarij // 1632 in presentie van dese nabeschreven getuijgen als poirters // die dese tot verificatie van tgeene voors. staet dese hebben onder // teeckent. {Franchis van Nijehoff // ghetuijghe} {Bij mij Ghijsbert Janssen als getuijgen} {... van den Wiel}
o R 57 Lith 11 augustus 1632 RALIT057 BHIC Online pagina 10
Wij Lamert Willems ende Gerit Delissen, schepenen binnen der heerlijckheijt van Lith, tuijgen dat voor ons [doorgehaald: sijn] #is# gestaen ende gecompareert in henne propre persoone Goyart Janssen Vossen denwelcken heeft wettel[ijck] verkocht erffel[ijck] gevest ende opgedraghen Gerart Arienssen Brock van Haeren woonen[de] in den vr[ij]heijt van Oss zeven hont landts gelegen binnen der heerlijckheijt van Lith ter plaetse genoempt In de Enghwijcxe Hoeven tusschen erve boven naest Aerndt Janssen Croll, scholtis, beneden naest den voors. vercopere streckende van den Tientwech tot op erve des vercopere
o R 65 Oss 5 oktober 1632: Gerrit Adriaens Brock koopt van Peeter Hendrick Baijens "eenen mergen landts" gelegen te Lithoijen ter plaatse genaamd "in ’t Luetervelt".
o R 65 Oss 8 juli 1634: Gerrit Adriaens Brock koopt van Reynder Aert Jan Aertssen een "jaerlyken ende erffelycken chijns" van 12 guldens (tot 20 stuivers) te voldoen jaarlijks op 8 juli te beginnen 1635 van een huis, hof en erfenisse, 2 hont land, gelegen te Littoijen ter plaatse genaamd de Oliewijck.
o R 65 Oss 13 juni 1635: Gerrit Adriaens Brock koopt van Jan Henricxssen de Raeth, ook wel genoemd Jan Nassauwen, een "jaerlijcken ende erffelijcken chijns" van 6 guldens (tot 20 stuivers) te voldoen jaarlijks op de 13 juni te beginnen 1636 uit een huis, hof en erve, groot drie morgen land, gelegen te Littoijen ter plaatse genaamd op de Weijen.
o Godshuis de Heilige Geest (van ’s-Hertogenbosch) Toegangsnummer 664 (1637-1657) Diversen Huurregisters, folio 37 3 april 1637 (Links boven in de marge: Present Lanschot, Pieck // [...] Bernagie) Os // Verpachtcedulle van[den] 1[en] hoeve van Os. Op heden den iii[den] april 1637 hebben de heeren regenten en[de] rector // van den Godtshuijse genaemt den H. Geest binnen s’Hartogenbosch // bij continuatie verhuert aen Gerit Arienss[en] Brock // eene hoeve met henne rechten ende toebehoorten geleegen in[de] // parochie van Os inder grooter en[de] vuegen als hij d’selve tegen // woordich in ius teulinge is hebben[de]; eenen tijdt en[de] termijn van // ses jaeren met drijen te scheijden soo wie van beijden // gelieven sal mits t’selve int derde jaer goets tijds voor // Corsmis opseggen[de]; ingaen[de] dese pachting de hoff met het // hoijlant te halff meert, de huijsinge met het weijlant te // te Pinxtavont en[de] het ackerlant te stoppeltijdt, metten halven // schare die alsdan op de voors. hoeve gewassen sal zijn altesamen // van desen jaere XVIc seven en[de] dartich alle jaer ten voorlijve // op St. Marten om dartich gul[den] en[de] seven mud rog en[de] drije // mudde boeckweijt mate deser stadt en[de] binnen de selve in[den] // voors. Godtshuijse te leveren en[de] te betaelen vrij van alle lasten // commeren, contributien, exactien, subventien, margengelt // dijckgelt, ouwe ofte nieuwe wercken, ordinaris, extraordinaris // alrede opgeset ofte alnoch opgeset te worden soo ter eenre als ter // andere zijde waer van dit eerste termijn van leveringe vant // coorn zijn sal Corsmisse 1637 ## van [den] oigst ofte halve schaere van den // selven jaere en[de] het voorlijff St. Marten 1637 en[de] soo voorts // van jaere tot jaere deser hueringe gedueren[de]. Item sal alnoch // gehouden zijn ten ses jaeren aen te betaelen drije gul[den] als zijn[de] // het inneemen der hoeve naer ouder gewoonte. Item sal oock // gehouden wesen alle jaer te betaelen de grontchijnsen en[de] andere // gebueren rechten uijtte voors. hoeve gaende en[de] bij hem voor // dese gewoonl[ijck] zijn[de] geweest te betaelen en[de] dat op sijnen coste // en[de] laste sonder daer voor iet te corten. Item sal oock gehouden // wesen de huijsinge op de voors. hoeve staende te houden en[de] onderhouden // in goeder loffbaerl[ijcke] ger....ckte van dack en[de] wanden en[de] sal // schuldich wesen alle jaer op de voors. huijsinge te verdecken acht // rimmen recht gedreven dackstroij hem behoorl[ijck] // gewicht hebben[de] en[de] oft van genen node is weesende soo veel stroij // te verdecken sal voor elcke vimme onverdeckt stroij betaelen // dertich stuij[vers] oft stroij in specie leveren tot keure van de // [ver]pachters. Ende als men op de voors. hoeve iet sal timmeren // repareeren oft decken sal den laet de arbeijders geven den // mont... en[de] t’Godtshuijs sal de dachhueren betaelen. Item sal den voors. laet gehouden zijn alle jaer op de voors. hoeve te // pooten vijftich eijcken, bercken oft popelieren heesters oft // willigen pooten soo de plaetse bereijdtcht sal op zijne coste // des sullen de selve hem worden besorght ende de plaets[e] geweesen // waer hij d’selve haelen ende uijtsteecken sal. Item sal oock // onderhouden alle thuijnen, graven, wallen en[de] waterlaeten // Folio 37 verso weteringen ende tochtgraven, wegen ende graven, oock de dijcken ende // steegen binnens velts als anderssins moeten maecken ende // repareeren dat des h....schouwe daer over en[de] voor bij gaen mach // en[de] dat al op sijnen coste en[de] laste. Item en sal de voors. laet // egeenderhande hout t’sij opgaen[de] oft schaerhout mogen affhouwen // oft doen affhouwen op eenige manieren dan alleenl[ijck] thuijnrijs // en[de] wat backrijs die men hem wijsen sal en[de] voirder en[de] anderssints // niets, alsoo den geheelen houtwas ten behoeve van [den] Taeffele voors. // wordt gereserveert. Oock en sal de laet in [den] heijvelden niet meer // torff mog[en] slaen dan hem notel[ijck] om te verbranden sal van node hebben // en[de] nijmant anders daerinne laeten coomen om te steecken oft // heije te vlaggen. Item sal oock de voors. laet verobligeert // wesen int aftrecken der voors. hoeve te laeten alsulcke // ijsere beesten als hij int opcoomen ontfangen heeft bedragen[de] // ter somme van hondert gul[dens]. Item sal oock de voors. laet // teijnden zijne jaeren en[de] int aftrecken van [den] voors. hoeve // niet mogen affbueren oft door ijmanden doen affbieren // eenigerhande meste, stroij, strausel, ooithen, vlaggen ofte // eenigerhande rouwaer dan sal alleenl[ijck] te werden zijn metter // halven schare die op de voors. hoeve alsdan gewassen zal zijn // soo verre hij den voors. Godtshuijse te vollen voldaen zal hebben // en[de] anderssints niet. Tot voldoeninge en[de] naercominge //vant gene voors. is soo heeft de voors. Gerit // Adriaenss[en] Brock verbonden en[de] verbint mits desen zijn // persoon en[de] goederen present en[de] toecomen[de] des t’oirconde // in dese bijde selve ter presentie van [den] onders. getuijg[en] // poorters deser stadt onderteeckent ten dage voors. // Dit merck is + gestelt bij // Gerart Brock voors. // {J. van Bree}{Ghijsbert Janssen als getuijge}
o R 58 Lith 18 mei 1637 Wij Jan Hermans van[den] Elshout en[de] Herman Hanricxssen Clinge, schepen[en] / binnen der heerlijcheijt Lith tuijgen dat voor ons is gestaen ende / gecompareert Arndt soone Cornelis Hanrick Cornelissen den welcken / heeft inne beleeninge gegeven Rutger Delissen, onsen mede schepen, / anderhalff hont landts gelegen onder de gerichte van Herwarden ter / plaetse genoempt Opte Berghen, tussen erve boven naest Gerart / Arienssen Brock tot Oss, beneden naest d’erffgen[aemen] Hanrick van Tiel / strecken[de] van[den] Hamgraeff tot des dorps w.... ... [...]
o R 58 Lith 26 maart 1638 Wij Rutger Delissen en[e] Herman Hanricxsen Clinge, schepen[en] binnen / der herlijcheijt Lith tuijgen dat voir ons is gestaen en[de] gecompareert / in eijgene pesoone Goijart Janssen Vossen, den welcken heeft / wettel[icken] en[e] erffel[icken] vercocht gevest en[de] opgedraeghen Gerit Cornelissen / van Maren van d’een helft en[de] Delis Goessens van dander helft / vijff hont landts gelegen binnen der heerlicheijt Lith ter plaetse / genoempt Inde Enghwijcxe Hoeven tusschen de erfenisse boven naest / Gerit Arienssen Brock van Oss beneden naest, heer Verhuijgenlandt / strecken[de] van[en] Tiendwech tot opt Cortsteechsken [...]
o R 66 Oss 20 januari 1639 Gerrit Adriaens Brock koopt van Gerrit Marten Peeterss een jaarlijkse en erfelijke chijns van 6 guldens, alle jaren te betalen op Bastiaensdag, te beginnen 1640, van een stuk land van 3 vaetsaet groot, gelegen te Oss aan de Bossche straet.
o R 59 Lith 25 juli 1639 RALIT059 BHIC Online pagina 32 ... waertegens den voors. Gerart Cornelissen aen voors. Gerit Geritssen van Maren / heeft gevest en[de] opgedraeghen de helft van vijff hont land is gelegen / omme der heerlijckheijt Lith ter plaetse genoempt In de Enghwijcxe Hoeven / ongescheijden en[de] ongedeijlt met Dielis Goessens, tussen erve boven naest / Gerrit Arienssen Brock tot Oss met meer anderen, beneden naest heer / Verhuijgen landt, streckende van[den] Tientwech opt Cortsteechsken, ... /
o R 66 Oss 18 december 1641 Adriaen soone Gerrit Adriaens Brock koopt van Jenneken Hens Wilboirts een morgen land, ongescheiden en gedeeld met haar, gelegen te Littoijen in Robbershoef.
o R 66 Oss 9 april 1642
Gerit Adriaens Brock verkoopt "een huys, hofft ende erffenisse malcanderen aenliggende twee hont lants" gelegen te Littoijen aan de Oliewijck "gelijck hij tselve voir schepenen deser vrijheijt tegens den richten uuijt crachte van evictie van een renthe van twelff gulden ende noch een renthe van neghen gulden jaers vercregen heeft op ten drie en twintichsten meert 1641 ons scheepenen gebleecken" verkocht aan Neelken Thijs Hendrick Delis, weduwe Peeter Jan Iewens. Idem verkoopt zij aan Gerit Adriaens Brock een morgen land gelegen te Littoijen, in den Corten Noddenheuvel.
o RA Oss 66 9 april 1642. :
"Gerit Adriaens Brock een huys hoff ende erffenisse malcanderen // aenliggende twee hont lants off soe groot ende cleyn de // selve gelegen sijn inde prochie van Littoijen ter plaetschen // genaempt aende Oliewijck tussen erfenisse der // erfenamen Jan Herman Goertssen boven deen syde ende tussen // den Thienthoff beneden nast dander syde ende deen eynde // streckende metten anderen eynde opte gemeynstraet // in vuegen ende gelijck hij tselve voir schepenen deser // vrijheijt tegens een richter uijt crachte van evictie // van een renthe van twelff guldens ende noch een renthe van // negen guldens ’s iaers vercregen heeft opten drie ende // twintichsten meert XVIc een ende veertich ons schepenen // ..."
o R 25 Lithoijen 7 december 1657 RALTO025 BHIC Online pagina 361 Wij Jacop Lamberts, Henr[ick] Henr[ick] Cleijnen en[de] / Peter Handr[ick] Baijens, schepenen des dorps Littoijen / tuijgen dat voor ons is gestaen en[e] gecomp[areer]t Reijnder / Herman Willemsen, van den selven, de gerechte helft / van twee mergen lants ongescheijden en[e] ongedeijlt / sijnde eenen mergen lants ofte soo groot en[de] cleijn den / selven gelegen is in de prochie van Littoijen ter plaetschen / genoempt In het Campken in het Luetervelt tusschen / den erffg[enaemen] Gerit Ariens Brock van Oss boven naest / van tvoors. Campken en[de] den Dollersdijck beneden naest / strecken[de] van d’erfg[enaemen] Guert Aert Willems tot op erff[enisse] / mr. Henr. Crijnen, derffg[enaemen] Gerit Jan Smits met meer / anderen. Verkocht aan mr. Henrick Crijnen en Niclaes Goossens.
ADRIAEN JAN WOUTER BROCK
ADRIAEN JAN WOUTER BROCK , de vader van Gerrit Adriaens, had vijf kinderen : Gerrit (Gerart) Adriaen Jan Brock(en) (woonde in Oss), Cornelis Adriaen Jan Brock (ging in Geffen wonen), Willem Adriaen Jan Brock, Geertruyt Adriaen Jan Brock en Hendricxken Adriaen Jan Brock. Adriaen Jan woonde in Belveren bij Haaren.
Het was geen prettige tijd met al de plunderingen van de Spanjaarden tijdens de Tactigjarige Oorlog, de armoe en de besmettelijke ziekten. Zo stierven in Oisterwijk nog 400 mensen aan de pest.
Adriaen Jan overleed voor 1600. Hij was een zoon van Jan Wouter Brock.

De pest.

1566 De beeldenstorm.

ADRIAEN JAN (WOUTER) BROCK(EN)
Overleden vóór 1600.
KINDEREN:
1. Gerrit (Gerart) Adriaen (s) (Jan) Brocken
2. Cornelis Adriaen(s) (Jan) Brock (1629 wonende te Geffen, overleden voor 1647, gehuwd met Jenneken Ardts.
3. Willem Adriaen(s) (Jan) Brock
4. Geertruyt Adriaen Jan Brock trouwt met Aert Jans Mesmaeckere
5. Henricxken Adriaen Jan Brock trouwt met Jan Jan Janss van de Laer
BRONNEN:
o 416. 1562 juli, sH, R.1382, 250v
Adrianus z. Johannes Brocken Wouters vendt Theodorico z/w/ Willelmi Boyen Laurentii jeec 62 gld op nativitatis baptiste uit prato terre pascualis gent Bruggelaer par. Haaren juxta plateam die Belversche straet (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 463. 1594 juli 7, sH, R.1432, 319
also Adriaen en Wouter zn w. Jan z. Wouter Brocken ieder 1/3 in stuck beemd 3 L par. Haaren int Aspelaer aan Jan hun broer sch. Otw 4-3-1581 en het rest. 1/3 toebehorend Hubert hun broer nu Elisabeth wede dess. Huybert Jan voorn. dit 2/3 aan Elisabeth (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 1172. 1616 juli 13, sH, R.1516, 481v
Gerart Cornelis en Willem zn w. Adriaen z. Jan Brock Adriaen z.w. Aert Jans Mesmaeckere man van Geertruyt en Jan z.w. Jan Janss vande Laer man van Henricxken drsd Adriaan voorn. 1/8 na dood van Jan Jans Brocken hun vaderlijke oom in huis etc. Haaren tpl. Belveren etc. aan Wouter z. voorn Jan Brocken den oude etc.19 gld 5 st (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring: de kleine meijerij)
o Bosch Protocol 13 juli 1616, sH, R.1516, 481v. :
"Geerart, Cornelis ende Willem [,] gebroederen // so(o)nen wylen Adriaens, soone Jans Brock, Adriaen // so(o)ne wylen Aerts Janssen Mesmaeckere, wettich man // ende momber soo hy verclaerde van Geertruyt syne // huysvrouwe, ende Jan sone wylen Jans Janssen // van(de) Laer, als wettich man ende momber soo hy // seede van Henrixken syne huysvrouwe, beyde dochteren // des voors(egde) Adriaens Janssen Brock, een achtstegedeelt // wesende alle(s) ge(d)eelt ende (aerpaert), den voors(egden)"
JAN WOUTER BROCK
JAN WOUTER BROCK werd geboren voor 1513. Hij trouwde met Willelma Christiani Boonen. Hij woonde te Haaren (bij Oisterwijk), waarschijnlijk in het buurtschap Belveren (tegenoordig: Belvert).
Wanneer Haaren ontstaan is moeilijk te achterhalen. In de twaalfde eeuw is het dorp blijkbaar groot genoeg voor een eigen kerk. Ook Belveren, het buurtschap dat de oudste kern is van het boerendorp Haaren, bezit een kerk, de St. Martinuskapel, die in de buurt stond van het kasteel Nemerlaer. In een akte uit 1147 wordt de kerk van Haaren een dochterkerk van Moergestel genoemd. Belveren is de
naam van de Oostelijke helft der parochie Haaren. Het dorp Haaren is de Westelijke helft daarvan. Belveren wordt omgrensd door de Run in ’t Zuiden, door de Elsbroekse Leij in 't Westen, door de Oortbroekse Leij in 't Oosten.

Een boerenbruiloft 16e eeuw.
Het gezin van Jan Wouter bestond uit elf kinderen: Gerart, Adriaen Jan Wouter, Johannes, Jan, Corstiaen, Eymbert, Wouter, Lucia, Huybert, Neeltgen en Anthonis. In 1550 was hij kerkmeester van de parochiekerk in Haren.
Hij werd nog genoemd in een conflict van Oisterwijk met Haaren en Belveren in 1546: "Borgemeesters schepenen en ingezetenen van de vrijheid Oisterwijk tegen de gezworen dorpsmeesters van Haren en Belveren in naam van alle ingezetenen van de parochie inzake een ’somme van penningen die zy gegeven mochten hebben Mertenen van Rossem ende zyn adherenten van brandtschatte’ en die Haren en Belveren willen van de andere partij een bijdrage terug van de gemaakte onkosten, maar die van Oisterwijk vinden dit verzoek ongefundeerd". I
In het stuk worden o.a. genoemd Jan Andriessoen van Erp, Ghysbrecht Luennissoen van Meeghen beiden schepen, Jan Laureyssen borgemeester en Willem van der Bruggen gezworen klerk der vrijheid Oisterwijk, Wouter Cornelissoen en Jan Brocken Wouterssoen gezworen dorpsmeesters, Peter Geritssoen en Imbrecht Jan Peynenburchs kerkmeesters, Jan Peters en Adriaen Broecken H.Geestmeesters van Haren en Belveren met hun advocaten en procureurs.
JAN (JOHANNES) WOUTER BROCK(EN)
Geboren vóór ca. 1513. Getrouwd vóór maart 1531 met Willelma Christiani Boonen (Overleden ná juni 1576).
KINDEREN:
1. Gerart (/Gerit) Jan Wouter Brocken
2. Adriaen Jan Wouter Brock(en)
3. Johannes Johannes Wouter Brocken, getrouwd met Judoce dochter van Adriaen Sebertss.
4. Jan Jans Wouter Brocken, overleden voor 1600, gehuwd met Geertruijt.
5. Corstiaen (/Christiaen) Jan (Wouters) Brocken , overleden voor 1600, gehuwd met Maiken Wouter Daniels Colen.
6. Eymbert Jan Wouters Brocken
7. Wouter (/Walterus) Jan (/Johannis) Brocken , overleden na 1629, gehuwd (1e) Willemke Adriaen Willems, gehuwd (2e) Johanna Johannes van Uden
8. Lucia Jan Wouter Brocken, overleden voor 1629, gehuwd met Philips Jans
9. Huybert (/Hubert) Jan Wouter Brocken, overleden voor 1594, gehuwd met Elizabeth (Lijsken) Anthonis Wouters van de Boer
10. Neeltgen (/Neeltken) Jan (Wouter) Brocken, overleden voor 1629, gehuwd met Jan Wouter Gijsberts.
11. Anthonis Jan Brocken, overleden voor 1600
BRONNEN:
o 262. 1531 maart 4, sH, R.1313, 153
Jan z. Petri Gerits en Johannes z. Wolteri Brocken man van Willelma d.w. Chrispinus Boon vendt Yde d.w. Michaelis Michiels de Gemart jeec 4 gld op Lichtmis de helft van Jan in prato 1 bunder par. Haaren bij Otw tpl. het Roet t v erf Nycolai z.w. Willem van Buchoven t erf Groot Ziekengasthuis sBosch t gem. water den Moelenstroem agro terre arabilis 4 L van Jan Wouter Brocken in par. Haaren tpl. Belver etc. naast erf van het altaar van de H.Dymphna in KvOtw (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 751. 1543 augustus, sH, R.1338, 245v
Jan z.w. Walteri Brocken man van Willelma d.w. Cristiani Boonen Adrianus z. gen. Walteri Brocken Petrus z.w. Gerardus Jacops Adrianus z.w. Laurentius Vermeer en Arnoldus z. Lambertus Arnts inw. Haaren supt domicelle Johanna d.w. Johannes de Haren wede mgr Alberti de Vlierden jeec 18 Kgld op St Jacob uit quodam prato terre fenalis 5 L van gen. Johannes in par. Haaren tpl. Belveren etc. losbaar met 300 gld (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 752. 1543 augustus 7?, sH, R.1338, 247
Eymbert z.w. Johannes Poynenborch Johannes z. Walteri Brocken Adrianus z. voorn. Walteri Brocken Petrus z.w. Gerardi Jacops Adrianus z.w. Laurentius Vermeer en Arnoldus z.w. Lamberti Arnts inw. Haaren vendt Aleyde wede Willem z. Rutger Willems jeec 12 Kgld op St Jacob uit agro terre arabilis 4 L van gen. Embert in par. Haaren juxta plateam die Doerenstraat t erf Adriani Berkelmans t erf Johannes Arnts v erf Cornelij Poynenborch t gen. Doerenstraat prato terre fenalis 4 ½ L van gen. Johannes alsdaar te Belveren etc. petia terre fenalis 3 L van Adriani in par. voorn. tpl. die Hoel Aa t erf Georgy de Spaendonck t gem. aqua die Hool Aa v Andree z. Johannes vander Loo en krn w. Johannes de Larevenne t erf Nycolai Strick mma prato terre fenalis 2 duernatus in par. Bocxtel Cleyn Liempt etc. prato terre par. Haaren tpl. den Ruybosch etc. losbaar met 200 gld (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 851. 1546 mei, sH, R.1345, 177v
Jan z.w. Walteri Brock man van Willelme d.w. Cristiani Boen 5 gld Haaren Belver etc. (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 27 november 1546 Borgemeesters schepenen en ingezetenen van de vrijheid OISTERWIJK tegen de gezworen dorpsmeesters van HAREN en BELVEREN in naam van alle ingezetenen van de parochie inzake een ’somme van penningen die zy gegeven mochten hebben MERTENEN VAN ROSSEM ende zyn adherenten van brandtschatte’ en die Haren en Belveren willen van de andere partij een bijdrage terug van de gemaakte onkosten, maar die van Oisterwijk vinden dit verzoek ongefundeerd - in het stuk worden o.a. genoemd JKAN ANDRIESSOEN VAN ERP, GHYSBRECHT LUENISSOEN VAN MEEGHEN beiden schepen, JAN LAUREYSSEN borgemeester en WILLEM VAN DER BRUGGEN gezworen klerk der vrijheid Oisterwijk, WOUTER CORNELISSOEN en JAN BROCKEN WOUTERSSOEN gezworen dorpsmeesters, PEETER GERITSSOEN en IMBRECHT JAN PEYNENBURCHS kerkmeesters, JAN PEETERS en ADRIAEN BROECKEN H.Geestmeesters van Haren en Belveren met hun advocaten en procureurs.
Bron: Vonnisboeken van de Raad van Brabant, Fiche 5, Inventarisnummer 593, epriode 1546, fol. 212v, vonnisnr. 90
RANB toegangsnummer 1107, microfiches Algemeen Rijksarchief Brussel
http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl/historisch_onderzoek/Vonnisboeken/arb00593.doc
o 930. 1548 februari 22, sH, R.1350, 88
Adriaan z.w. Laurentij Luycx Adrianus z.w. Walteri Brocken en Johannes zijn broer z. voorn. w. Walteri Brocken Eymbertus z.w. Johannes Poynenborchs vendt Johannes z.w. Henrici Lonis de Mystelre jeec 9 gld op Lichtmis uit agro terre arabilis 1 malder van Adriaan in par. Haaren aende Ruybosch etc.petia terre pascualis 6 L van de tweede gen. Adriaan in par. Haaren tpl. Belveren t v erf krn w. Alberti de Vlierden t krn w. Walteri Brocken t erf van het altaar van ste Dingen in par. kerk van Otw agro terre arabilis 3 L van gen. Eymbert in par. Haaren in de Harensche ackeren t Anthony Witlox t erf Paulus Jans v erf Cornelis Poynenborch t Walterus Corneliss gecancelleerd 12-2-1555? (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 995. 1550 september 10, sH, R.1353, 539
kennelijck zij dat alzoe Eymbert Peynenborchs en Jan Brocken soen Wouters Brocken als kerckmeesteren der prochie kercke van Haren bij Otw Arnt Maes en Arnt Ansems als Heyligeestmrs der voors. Prochiekerk als gemachtigd na de gemeyn naegebueren dat om den buyck van haerder prochiekercke te volmaken en op te tymmeren die in wauwerck lach ende oick vuyt crachte en met consent ende orloff des archdiacken van Kempelant des bisdoms van Luydick akker land 2 L in par. Haaren bij der kercken opte Heerbane daermen naeden Bossche vaert hadden verkocht aan hr Jan Vervoert priester persoen dder voors. Kercke in sch.br. Otw 3-10-1548 zo is gestaan voorn. Hr Jan Vervoert deze akker tp hr Rutger van Ophoven priester z.w. Jan? (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 94. 1553 januari 31, sH, R.1361, 242
Adriaan z.w. Laurenty van der Meer, Eymbertus z.w. Johannes Poeynenborch, Joannes Brock z.w. Qualterus, Hubertus z.w. Willelmi de Laerhoven en Henricus Witlocx z.w. Joannes vendt Henrico Elsen de Balen en Petro de Greve tbv Margareta d.w. Petri de Balen wede Joannis de Haren ook tbv Joannes en Petri krn Margriet bij Joannes van Haren 15 [11?] gld op Lichtmis uit agro terre dicta Adriani vander Meer den Rubusch acker 7 L in par. Haaren t v gem. straat t .. z.w. Willelmi Stickarts t ? agro terre dicti Emberti als voor t erf Adriani Berckelmans t erf Joannis Arnoldi v Aleidis wede Cornelij Peynenborch en haar krn t gem. weg de Dorenstraat quodam agro dicti Joannis Brock 4 L par. Haaren tpl. Belveren etc. huis erf hof 6 L par. Haaren dicti Huberti etc. 6 L? akker min 12 R dicti Henrici t erf heer van Outheusden t Aleydis em krn v erf Adriani Qualteri Cornelij t die Doirenstraet (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 188. 1555 januari 22, sH, R.1367, 156v
Jan zw. Walteri Brocken man van Willelme d.w. Christiani Heyen vendt Joannis z.w. Reyneri Heesters jeec 11/2 gld op Lichtmis uit petia terre arabilis sextariatam terre Haaren Noenes (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o Augustus 1556, Waterschap van de Ham en de Rijskampen, BHIC toegang 7519, inventarisnummer 1, lijst van de geërfden in de Hoge en Lage Hamsepolder, va. folio 53:
Jan Wouterss Brocken te Haaren in de Cromvoirtsche Beemden een ½ mergen
o 1563 notitie in de marge bij de volgende akte:
1527 februari 17 Oisterwijk,R.231,10v-1
Wouter z.w. Cornelis vander Meer heeft geloeft Aerden z.w. Peter Godscalcx tbv Corstiaene Boene dat hij gelden en betalen zal Corstiaenen voers. een jaarlijkse erfcijns 25 gevaln. brabantse st. op Lichtmis uit stuk land hem toebehorende geheiten die List 3 1/2 L in par. Haaren in die gemeyn eckeren aldaer < eenen sloet geheiten den Listen Sloet > erff Pauwels Jan Eelens zoen en Ariaen Jacopss ^ erf Ariaens voers. v erff Jan van Santbeeck inder stadt van den Bosch losbaar met 4 angelotten in marge: Jan Brocken man van Willemken d. Corst Bonen bekent lossing 11-8-? '83 (of 63?). (RA Tilburg)
o Uit het Mergentalenboek van circa 1566, het boek waarin het aantal geschatte morgen land staat per ingelande waarover belasting wordt geheven; Waterschap van de Ham en de Rijskampen, BHIC toegang 7519, inventarisnummer 36, Geërfden van de Hoge en Lage Hamsepolder, folio 14 verso:
Jan Wouter Brocken tot Haren in de Cromvoirtsche Beemden ½ mergen
o 719. 1574 februari, sH, R.1398, 97v
Johan z.w. Wouter Brocken 10 gld Haaren Belveren losbaar met 150 gld (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 722. 1574 augustus, sH, R.1398, 202
Christiaan Brocken land Haaren Belveren nog land aldaar Belveren nadert Johan Brocken (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 790. 1576 juni sH,R.1400,494
Johannes z.w. Walteri Brocken man van Willeme d.w. Cristiani Boonen 7 gld Haaren Belveren losbaar met 100 gld (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 463. 1594 juli 7, sH, R.1432, 319
also Adriaen en Wouter zn w. Jan z. Wouter Brocken ieder 1/3 in stuck beemd 3 L par. Haaren int Aspelaer aan Jan hun broer sch. Otw 4-3-1581 en het rest. 1/3 toebehorend Hubert hun broer nu Elisabeth wede dess. Huybert Jan voorn. dit 2/3 aan Elisabeth (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij)
o 461. 1629 januari, sH, R.1544, 97v
Mathijs z.w. Gerart Jan Wouter Brocken wnd Oirschot Jan Ghijsbert Henricx man van Jenneken d. Gerart Jans voors. wnd Haaren Gerart z.w. Adriaen z. Jan Wouter Brocken wnd Oss Cornelis Adriaens zijn broer wnd Geffen en deselve Gerard en Cornelis ook voor Willem Adriaens hun absente broer Gerard en Willem Corstiaens gebroeders wnd Haaren en Peeter ook hun broer wnd Eyndhoven krn Corstiaen z.w. Jan Wouters Brocken en Gerard nog als momb. 3 onm. krn w. Peter Cornelis Wilborts en Grietken d. Eymbert ook z, Jan Wouters Brocken Willem z. Wouter z. Jan Brocken voorn. wnd Vucht Jan Wouters zijn broer en Jan Aert Maes man van Jaecxken d. Wouter jan Brocken voorn. wnd Haaren ook voor Wouter Jan Brocken hun vader, Wouter z. Adriaen Peeter Bauwens man van Jenneken dmaw Lucia d. Jan Wouter Brocken wnd Vucht Jan Maess man van Adriaentken ook dr Lucia voorn. wnd Boxtel en Laureyns z. Huybert Adriaens wnd Haaren man van Merijcken d. Huybert z. voorn. Jan Wouter Brocken allen erfgen. w. Cornelis z.w. Jan Wouter Gijsberts dmaw Neeltgen d. voorn. w. Jan Wouter Brocken hun part in - een moerveldeken 3 L par. Haaren int Oertbroeck etc. (Ref: Wim de Bakker; heemkundekring: de kleine meijerij) o Bosch Protocol 4 maart 1531, sH, R.1313, folio 153:
"Joh[ann]es fi[lius] Petri Geritssen et Joh[ann]es fi[lius] Wolteri Brocke[n] marit[us] // et tutor l[egi]t[imus] ut d[icebat] Wille(ma) sue uxoris fi[lie] q[uon]d[am] χρ[ist]iani (=Christiani) Boon // he[reditarie] vendiderunt (michi) ad opus IJde fi[lie] q[uon]d[am] Michaelis // Michielssen de Gemart, annuum et he[reditariu]m censum quatuor // ..." o Bosch Protocol augustus 1543, sH, R.1338, folio 245v. :
"Joh[ann]es filius Walteri Brocke[n] ta[m]q[uam] maritus et // tutor l[egi]timus ut dicebat Willelme sue uxoris // filie q[uon]da[m] Cristiani Boonen, Adrian[us] fi[lius] dicti Walteri // Brocken, Petrus filius q[uon]da[m] Gerardi Jacopssen, // Adrian[us] filius q[uon]da[m] Laurenti Vermeer et Arnoldus // fi[lius] Lamberti Arntssen incole de Haren he[reditarie] v[endide]runt // domicelle Joha[n]ne filie q[uon]da[m] Joh[ann]is de Haren // ..." o Bosch Protocol 7? augustus 1543, sH, R.1338, folio 247.
"Embertus filius q[uon]da[m] Joh[ann]es Poyne[n]berche(n), Joh[ann]es fi[lius] Walteri // Brocken, Adrian[us] filius dicti Walteri Brocken, Petrus fi[lius] // q[uon]da[m] Gerardi Jacops, Adrian[us] fi[lius] q[uon]da[m] Laur[en]ty Vermeer // et Arnoldus filius q[uon]da[m] Lamberti Arntssen, incole de Haren // ..." o Bosch Protocol mei 1546, sH, R.1345, folio 177v.:
"Joh[ann]es filius q[uon]da[m] Walteri Brock tamq[uam] maritus et tutor // l[egi]timus ut [dicebat] Willelme sue uxoris filie q[uon]da[m] Cristiani // Boen h[ereditarie] vendidit Leonarde filie q[uon]da[m] Michaelis Michielssen // ..." o Bosch Protocol 22 februari 1548, sH, R.1350, folio 88.:
"Adrianus filius q[uon]da[m] Laurentii Luijcx, Adrianus filius q[uon]da[m] Walteri Brocken et // Joha[n]nes ei[us] frater fi[lius] dicti Walteri Brocken, domi[nus] Eymbertus filius // q[uon]da[m] Joh[ann]is Poyne[n]borche, he[reditari[e] vendiderunt Johanni filio quonda[m] Henrici // Loniss[en] de Nystelre he[reditari]um censu[m] none[m] florinoru[m] carolus gulde[n] com[muniter] vocato[rum] // ..." o Bosch Protocol 10 september 1550, sH, R.1353B, folio 539. Hier staat geschreven:
"Ken(n)elick(en) zy een yegelycken (dat) alsoe // Eymbert Peynenberch en[de] Jan Brocken soon // Wouters Brocken als kerkm[eeste]ren de(r) prochie // kercke van Haren bij Oisterwyck, Arnt // ..."
Vertaling zie boven onder nummer 995.
Bosch Protocol 22 januari 1555, sH, R.1367, folio 156v en 157. :
"Joannes filius quondam Walteri Brocken ta[m]q[uam] // maritus et tutor legitimus Willelme sue uxoris, filie // quondam Christiani Heyen, he[reditari]e vendidit Ja[nnen] // filio quondam Reyneri Heesters, annuum et // ..."
o Bosch Protocol juni 1576, sH, R.1400, folio 494. :
"Johannes filius quon[dam] Walteri Brocken tanq[uam] maritus et tutor // legitimus ut [dicebat] Willelme sue uxoris filie quon[dam] Cristiani // Boonen legittime et hereditarie vendidit Johanni filio quon[dam] // Reyneri Heesters anuum et hereditarium censum septem // florenorum Carol[us] gul[den] xxii st[uferos] vel valore[m] in alia bona pecunia // tempore solution[is] in Buscoducis ad bursam com[muniter] curren[te] pro quoli[be]t //..."
o Bosch Protocol 7 juli 1594, sH, R.1432, folio 319. :
"Alsoo Adriaen en[de] Wouter gebroederen so(o)nen // wijlen Jans so(o)ne Wouter Brocken elck een // derdengedeelt, maeckende tsamen twee derdegedeelte(n) // hen toebehooren[de] in een stuck beempts drie loopensate(n) // oft darontrent int geheel groot zijnde gelegen inde // p[ar]ochie van Haren int Aspelaer, tussen erff[enisse] // Jans Aelberts aen deen sijde, en[de] tussen erfenisse // der erffgename[n] Aerts van den Venne aen dander // syde, streckende mette[n] eenen eijnde aen de[n] gemeijn[en] // stroom en[de] mette[n] andere[n] eijnde aent Laer, hadden // met meer andere wittelic en[de] erffelic vercoft Janne[n] // hennen broeder soone Jan Wouter Brocken voorn[oemd] // gelijck dit in twee distincte schepen[en]brieve[n] van // Oisterwijck d[air]op gemaect breeder is begrep[en] en[de] van // welcke beijde brieven den daet (aen)grijpt den vierden // dach van de mert int jaer ons Heere[n] duijsent // vijffhondert een en[de] tachtentich, en[de] van welcke voors(egde) // ..."
o Bosch Protocol januari 1629, sH, R.1544, folio 97v. Hier staat geschreven:
"Mathys soone wylen Gerarts // Jans Wouter Brocken wonende tot // Oirschoth, Jan Ghysbert Hanricx // als wettich man en[de] momboir van // Jenneken syne huijsvrouwe, dochtere "
Bosch Protocol januari 1629, sH, R.1544, folio 98. :
"Gerarts Jans voors(egd), wonen[de] tot Haren, // Geraert, soone wylen Adriaen, soone // Jans Wouter Brocken, wonen[de] tot Oss, // Cornelis Adriaens syn[en] broeder wonen[de] // tot Geffen, die selve Geraerdt en[de] // Cornelis soe voor hun selve, als hun // int stuck van desen fort en[de] sterck // makende voor Willem Adriaens hennen // absenten broedere, Gerart en[de] Willem // Corstiaenssen, gebroederen, wonende // tot Haren voors(egd), en[de] Peeter o(y)ck hennen // broedere wonen[de] tot Eyndhoven, kynderen // Corstiaens, soone wylen Jan Wouters(en) // Brocken voor[segd], ende alnoch die selve // Gerart als momboir voor drye // onmundighe kynderen wylen Peeter // Cornelis Wilberts, en[de] Grietkens doch[ter]e // Eijmberts, oyck soone Jans Wouter // Brocken voors[egd] daer voer(en) die voors[egde] // Gerart hem oyck is fort en[de] sterck // makende, Willem soone Wouters, // soone Jans Brocken voors(egd), wonende // tot Vucht, Jan Wouters syn[en] broeder // en[de] Jan Aert Maes, als man en[de] momboir // van Jaecxken zyne huysvrouwe, dochtere // Wouters Jan Brocken voors[egd], wonende // tot Haren voors(egd), soe voor hun selven // "
"als mede voorden voors(egden) Wouter Jan // Brocken hennen vader en[de] daer voren (h)y hen // mits desen insgelycx syn fort en[de] sterck // makende, Wouter soone Adriaen // Peeter Bauwens, als man en[de] momboir // van Jenneken syne huysvrouwe daer // moeder aff was Lucia dochtere // Jan Wouter Brocken voors[egd], wonende // tot Vucht voors[egd], Jan Maessen man // en[de] momboir van Adriaentken zyne // huysvrouwe oyck dochtere Lucia voorgen(oemd) // wonen[de] tot Boxtel, ende Laureyns // soone Huybert Adriaens wonen[de] tot // Haren voors(egd), als man en[de] momboir // van Merycken zyne huysvrouwe // dochtere Huyberts soone des voors[egden] // Jan Wouter Brocken, alle alhie als // erfgenamen van wylen Cornelis // soone wylen Jan Wouter Gysberts // daer moeder aff was Neeltyen // dochtere des voorgen[oemden] wylen Jan Wouter // Brocken soe sy verclaerden, alsulcken (...) "
WOUTER WOUTER BROCK
Zo komen we bij WOUTER WOUTER BROCK(EN) , overleden rond 1545. De eerste keer trouwde hij met Heylwige , een dochter van Ariaen Boen. Ze kregen een kind Adriaan Wouters Brocken, die met een Christien Goessens van Uden trouwde.
Daarna trouwde Wouter met Margriet (Marta) Goessens van Uden , ook een dochter van Goessen van Uden en Geertruijd Gerit Wijtmans. Ze kregen Jan Wouter Brocken en een Peter. Beiden erven een stuk grond in de Helvoirtse straat.
WOUTER WOUTER BROCK(EN)
Overleden tussen augustus 1543 en mei 1546. Getrouwd (2e) (voor maart 1527) met Margriet (Marta) Goessens van Uden. (Overleden ná juni 1576)
KINDEREN (2e huw.):
2. . Jan (Wouter/Gualterus/Walteri/Woltheri) Brock(en)
3. Peter
BRONNEN:
o ORA Oisterwijk (253 fol 27 dd 11-3-1549) Jan Wouter en Peter zn w. Wouter Brocken bij w. Margriet d.w. Goessen van Uden delen; aan Jan huijsinge etc. 5 1/2 L met 1/3 in beemd van 9 L achter dese erff een graft tussenbeide in par. Haaren in de Helvoirtse straat etc.naast erf van het altaar van St Agatha in de kerk van Otw
o ORA Oisterwijk (257 fol 52v no 198 dd 13-5-1553) Wouter en Peeter krn w. Wouter Brocken op 2/3 in stuck beempt 1 L par. Cromvoirt etc.; ad opus Jan z.w. Wouter Brocken hun broer
o ORA Oisterwijk (266 fol 22 no 87 dd 21-4-1562) Jan en Peter gebr. zn w. Wouter Brocken 2/3 in de helft in stuck heyvelts 9 L par. Haren omtrent de Crekelhoeven aldaer t erfgen. Lijsken in de Papegay t erfgen. Adriuaen Laureys Loycx de jonghe v gemeynt van Otw. t erfgen. Everts de Mommer; ad opus Wouter hennen brueder
o ORA Oisterwijk (269 fol 3 no 9 dd 31-1-1565) Peeter z.w. Wouter Brocken, een stuck eckerlants gent de Scheepley 4 L in par.Haren tpl. Belveren naast erf toebehorende St Kathelijnen altaer KvOw, welk stuk land Peeter voorn. tegen Joost z.w. Jan van Laerhoven sch.Otw.; supt Jan en Adriaen gebr. zn w. Aert Janss van Laerhoven, belast o.a. met 18 L rogge rector St Severusaltaer KvOtw. (idem no 10) Peeter z.w. Wouter Brocken had geloofd Jan en Wouter zijn broers schadeloos te houden van gelofte op dit stuk land.
o ORA Oisterwijk (255 fol 74v no 197 dd 3-8-1551) Peter z.w. Wouter Brocken, een stuxken beempt 1 L gent den Rietbeempt t erf gent dOssenvoirt t erf gent den Langen beempt v straat gent den Molenloop [sic] tot erf gent die Berckt, welk stuxken beempt Peter na dood ouders bij succ.; vendt Jan en Wouter zn w. Wouter Brocken
o 1510 januari 26, Otw, R.214, 3r-1(136)
Willem z.w. Jan Stevens heeft geloeft als pr. sc. Ghijsbrecht z.w. Jans van Vucht tbv Wouter z.w. Jan Aert Gielissoen een half mud rogge Otw maat ende opten onderpanden ondergescreven te leveren op Lichtmis eerstkomend over een jaar uit twee stukken land dat een een zesterzaad in de par. Haaren te Belveren in die Belversche ackeren aldaer, Thomaes Henrick Maessoen ook met een eind, v erf Willems voors. dat andere stuk ook een zesterzaad aldaar, eenen gemeynen wech, Wouter Wouter Brockensoen erf toebehorende [3v] den rectoer van sunt Dingensaltaer KvOtw v erf Claes van Bochoeven item uit alsulcken drie sesten gedeelten van hem in de erfgoederen daer Jan Stevens zijn vader in bestorven is dat. xxvi-a january scab. Henrick vanden Scaepdijck Wouter Thomaessoen (RA Tilburg)
o 1008. 1521 augustus sH, R. 1294, 254v
Wouter z.w. Walteri Brocken vendt Joahnnes de Heelt z.w. Petri jeec 2 gld huis Haaren Belveren (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring De Kleine Meierij)
o 1151. 1524 maart 31 sH, R.1300, 145v
Wouter z.w. Wouter Brocken Adam z.w. Peter die Lepper Arnoldus Baeljuys z.w. Johannis Baeljuws man van Aleidis d.w. Lamberti Venmans Martinus z.w. Willelmi vanden Bychelaer Henricus z.w. Laurency Elens en Engbertus z.w. Johannis Peynenborch Arnoldus z.w. Johannes Goyaerts en Johannes z. Peter Gerits wonend te haaren vendt mgr Johannes Lombarts junioris z.w. mgr Johannes jeec 7 1/2 gld op 1 april uit huis van Wouter te Haaren Belver agro terre den Scheetlappe 6 L van Adam die Lepper in par. Haaren < Margriet Theodori die Borchgreve > Walteri die Rademeker ^ Petri z.w. Cornelij van der Meer v Geertrudis wede Goeswini van Uden en haar krn weiland Belver broek veld 1/2 bunder van Johannes z. Peter Gerits in par. Haaren op t Ruett < ^ Nycolai de Buchoven > Groot Ziekengasthuis sBosch v water den Moelenloep (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring De Kleine Meierij)
1232. 1525 mei sH, R.1302, 482v
Wouter z.w. Wouter Brocken 1 1/2 gld Haaren Belver (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring De Kleine Meierij)
o 1527 maart 20
Oisterwijk,R.231,15v-1
Andries z.w. Goessens van Uden, Willemken zijn zuster, Wouter z.w. Wouter? Brocken man van Margriet zijn hvr, Aert Jan Meeus man van Adriane zijn hvr Claes z.w. Henrick Janss man van Geertruydt Jan Jan Meeuss man van Jenneken en Ariaen Wouter Brocken zoen man van Cristijnen zijn hvr [en Gijsbrecht z.w. Roelofs gesusteren drs w. Goessen voers. die hij bij w. Geertruyden zijn hvr d.w. Gerit Wijtmans vercregen had en Gijsbrecht z.w. Roelofss van Ryel van Roloeve voors. en vuyt w. Marien zijn hvr d.w. Goessen en Geertruyde voors. tsamen wettelijk verwect vor hem selven en voor Jan z.w. Goessens voors. zijn oem daar hij voer geloeft delen na dood w. Goessen en Geertruyde hene vader en moeder overmits aan Andries en Willemken zijn zuster: een weye in par. Oisterwijk ter stede Carchoven aende Leem[poele]cuylen aldaer < erff Peter Cornelis Vermeer > erff Henrick die Decker met mede erfgen. ^ gem. van Haeren v erff Loeye de Lepper; nog een stuk lants 10 L tpl. voors. < erf Gijsbrecht z.w. Roelof van Ryel voors. > erf des convents der zusteren van Marienborch in de stad sBosch en erf Jan Maes en Claes Henrick Janss ^ gem. straat v erf Wouter z.w. Wouter die Raeymeker belast met aan Lucas van Ammerzoeyen die helft in 2 mudde rogge jaarlijkse erfpacht; nog den rector van St Margrietenaltaer In de kerk van Oisterwijk 1/2 mud rogge jaarlijkse erfpacht; nog de persoon en altaristen In de kerk van Oisterwijk 8 st 1 oert jaarlijkse erfcijns; nog hieruit houden 1 R dijk Oisterwijk dijk ; in marge: Willemken in dezen brief genoemd de helft van den weye en de helft van de 10 L land overgedragen Andries haar brueder die daar dan alle commer uit gelden zal 27-3-1528 [1527 voer paesen]; aan Gijsbrecht z.w. Roelofs van Ryel tbv zijns en tbv Janne zijn oem: een ecker lants 5 L tpl.voors. < > erf Aert Stempels ^ gem. strate v erf mr Dircks die Borchgreve; nog een schuer op die oude stede met erf daeraenliggende 6 1/2 L tpl. voors. < erf Jan Maes en Claes Henricx Jans daar dese erffenis afgedeeld is > erf Henrick Stempels ^ gem. straat v erf des convents der zusteren van Marienborch voors.; nog een stuxken lants 1 zesterzaad een een vierdevat saets tpl. voors. < erff Jan ende Claes voors. > erff Andries en Willemken zijn zuster ^ gem. straat v Ariaen Vendicks; belast met aan Lucass van Ammerzoeyen de helft van 2 mud rogge jaarlijkse erfpacht nog aan Herman Loer 1/2 mud rogge jaarlijkse erfpacht nog de persoen en altaristen In de kerk van Oisterwijk 8 st 1 oert nog 1 R dijk op de Oisterwijkse dijk; aan Wouter Brocken als man van Margriet en Ariaen z. Wouter voors. man van χρijnen (=Christijnen) zijn hvr tsamen: een stuk beemd 9 L in par. Helvoirt ter stede int Oertbroeck etc.; nog 1/4 in een beemd in par. Haren tpl. opt Roet < gem. Ossenvoert > erf des Rectoirs van sinte Kathelijn altaer In de kerk van Oisterwijk ^ gem. stroom v stuk beemd die Berct belast met 1 1/2 st jaarlijkse erfcijns hertog; aan Aert Jan Meeus z. man van Ariaen zijn hvr: een huys en hoff met gronde en toebehoren en erf daaraan tsamen 24 L in par. Haaren ter stede in den Gever < erf Jan Willem Witlockszoen > erf der erfgen. w. Lauwreys Eelens ^ gem. straat geheiten den Gever v gem. herbane toe belast met eenen armen manhuys in de vrijheid Oisterwijk 2 mud rogge; nog den rector van sinte Dingen altaer In de kerk van Oisterwijk 12 L; nog Willem van Laerhoven 12 L rogge jaarlijkse erfpacht; nog Adam Bax wnd Beeck 12 L rogge; nog tafel H.Geest In de kerk van Oisterwijk 7 L rogge; nog den persoenscappe van Oisterwijk 3 L rogs jaarlijkse erfpacht; nog de gezworenen der gemeynte van Haren 1/2 st jaarlijkse erfcijns; nog ca 1 st jaarlijkse erfcijns die men jaarlijks heft indie Roentse straet; nog de persoenscap van Haaren ca 1/2 st erfcijns; aan Jan Maes man van Jenneken en Claes Henrick Janss man van Geertruyde samen: een huys en hof gronden en toebehoren en erf daaraan 13 1/2 L in par. Oisterwijk ter stede Carchoven < erf Gijsbrecht van Ryel voors. daer dese erff afgedeylt is > erf Wouter z.w. Wouter die Raeymaecker ^ gem. straat v erf der krn Peter die Lepper; nog stuk land tpl. voors. aen die Slonde aldaer < erf Wouter die Raeymeker voors. > erf Gijsbrecht van Ryel ^ gem. straat geheyten die Slonde v erf Wouter voors. belast met tafel H.Geest tot Haren 1 mud rogge; nog tafel H.Geest In de kerk van Oisterwijk 4 L rogge jaarlijkse erfpacht; nog erfgen. w. hr Jacop Wytmans 3 L rogge jaarlijkse erfpacht; nog Herman Loer 1 L rogge nog tafel H.Geest In de kerk van Oisterwijk 7 1/2 st 1 oert jaarlijkse erfcijns; nog den persoen en altaristen voors. 1/2 st en nog onderhoud 1 R dijk op de Oisterwijkse dijk. (RA. Tilburg)
o 218. 1530 februari sH, R. 1311, 104
Wouter z.w. Wouter Brock 3 gld Haaren Belveren (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring De Kleine Meierij)
o 493. 1536 juli 29 sH, R. 1324, 247
Wouter z.w. Wouter Brocken man van Marte? d.w. Goeswini de Uden en Adrianus z. dicti Wolteri vendt dms Goeswino Groys pbr ad opus invenstitus et eccl. de Otw et ad opus Altaristaria in eadem eccl. jeec 1 ½ gld op St Jacob uit ¼ in prato 12 L in par. Haaren int Ruett t weg die Ossenvoert t rectore altare beate Katharine prime? fundationis in KvOtw v gem. straat t aquam die Moelenstroem en het vierde dat ook Adriaan daarin bezit belast met 1 malder rogge Reyner Heesters uit dit ¼ (Ref: Wim de Bakker: heemkundekring De Kleine Meierij)
WOUTER PETER BROCK(EN)
WOUTER PETER BROCKEN was in 1499 nog kerkmeester van Haaren. Hij trouwde met Heylwige, waarmee hij vijf kinderen kreeg: Peter, Wouter Wouter, Elisabeth, Jan (Johannes) en Jutta.
Wouter had een zus Cristijn, die getrouwd was met Goossen Goossens van Uden, terwijl zijn zoon Wouter Wouter Brocken met Margriet, dochter van Goossen Goossens van Uden en Geertruyd Gerit Wijtmans, en zijn zoon Adriaan Wouter Brocken met Christine, een andere dochter van Goossen Goossens van Uden en Geertruyd Gerit Wijtmans getrouwd was.
Wouter overleed voor augustus 1521, terwijl Heylwich overleden is na 1524.

Oude toren van St. Lambertuskerk (Haaren) 16e eeuw.
WOUTER PETER BROCKEN
Overleden vóór augustus 1521, mogelijk al voor 1510. Getrouwd met Heylwich NN.(Overleden ná 3 januari 1525) .
KINDEREN:
1. Peter, (vermeld in Oisterwijk 04-05-1510), overleden voor 7-5-1511 en getrouwd met Marie Jan
Aerts Langerbeens
2. Wouter Wouter Brocken.
3. Elisabeth, overleden voor 1535, getrouwd met Embrecht Laureijs Lambertss
4. Jan (Johannes), getrouwd met Elisabeth Henric Verhoeven en (2) met Willelmina Chrispinus Boon.
5. Jutta, overleden voor 1553 en getrouwd met Gerrit Gerrit Verhoeven.
6. Mogelijk Hendrick
Bronnen:
o 1510 mei 4 RAT Otw,R.214,18r-2: Jan ende Henrick zn w. Lauwreys Elens hen recht in een mud rogge erfpacht op St Andries apostel in den huyse ondergescreven te custene en te leveren uit een huyse en hoeve metten erff daaraan in par. Otw ter stede Berkel < erff Aert Doermans > gem. straat welke erfpacht Jan Doermans geloeft had te vergelden Aerden Doermans sijnen brueder en welke erfpacht Dirck z.w. Jan Dircks tegen Peter z.w. Wouter Brocken man van Marie zijn hvr d.w. Jan Aerts Langerbeens met cope en daarna Lauwreys Elens tegen Jan den ouden en Jan den jongen gebr. zn w. Dircks voors. en Embrechte Brabants man van Ariaene zijn hvr d.w. des voors. Dircks met overgeven sch.br. sBosch en Otw opgedragen Anthonise z.w. Lauwreys Elens hoeren broeder dat iiij-a may scab. Wout. Thomaes Wouterss ende Joest die Beer waarna Anthonis voors. dit mud rogge overgegeven Lambrecht z.w. Jans die Boechmeeker metten ouden brieven dat. xxiiij-a may scab. Wout. Thomaes Wouterss ende Goeyart die Leeu
o RAT 1511 mei 7 Otw,R.215,22r-2: Embrecht z.w. Dirck Bax een huys ende hoff met sijnen gronde en toebehoirten tot hem behorende bvvo ter stede in die Kerckstraet < erff Heyman Plattijnhouwer > erf Elsken vanden Scaepdijck ^erf Goelde Lanckpeters v gem. straat aankomst als Embrecht voors tegen Geryde z.w. Wouters die Molder en Geryt voors. tegen Marien d.w. Jan Aerts wede w. Peter Brocken met cope in sch.br. Otw opgedragen Michielen z.w. Henricks Roeyen dat. vij-a may scab. Peter Roempot ende Jan die Clerck Embrechtss waarna Michiel heeft geloeft Embrechte voors. 46 Rgld de helft op St Jans a.s. dandere helft opten Oesterwijckss Kermisdach daer naestvolgende
o RAT 1515 juni 15 Otw,R.219,31v-2: Jan van Rijswijck Lauwreys Boeyen Jan Wijtmans Marten Wilbortss Willem van Lairhoven Wouter Brocken Lucas Brocken Jan Verfhoeven Wouter Jan Poeynenborch Jan Janss van Haren en Willrem Witlocks hebben geloeft gesamenderhant op al hun goederen mr Jan Lombarts tbv convent godshuis van Tongerloev 121 mud rogs Bossche maat in de stad sBosch te leveren of met de maat van Otw bvvo te leveren dairt den provisor oft den rentmr gelieven zal op Lichtmis met 7 mud haver vande pachting van de thienden van Haren en Belveren ten thienderecht dat. xv a juny scab. Joest die Beer ende Jan Andries Lambrechtss
o RAT 1518 januari 20 (in festo Sebastiani martiris): Otw,R.222,2v-2: Willem z.w. Airts van Lairhoeven heeft geloeft Jan z.w. Wouter Brocken tbv Jan z.w. Jan Lauwreyss dat hij gelden zal denselven Jan jeep 11 1/2 L rogge op Lichtmis Otw maat uit stuk land hem toebehorende geheyten den Breemacker 10 L in par. Haren in die gemeyn acker < erf Jan van Laerhoven > erf Wouter Thomaess ^ gem. heerbaan v erf Willem Heynen losbaar met 28 Rgld 15 st ende dese erfpacht heeft Willem Jan voirs. gevest als erfgen. van w. heer Laureys Back voir voor zijn porcie van 15 L rogge erfpacht waarna Willem voors. heeft geloeft Oecken wede w. Claes van Wcht d.w. Willem Goeyartss ook tbv Jenneken d.w. Claes van Wcht vierdalff L rogge jeep uit voorn. onderpanden losbaar met 8 gelijke Rgld en 15 st ook als porcie of aangedeelt van de 15 L.
o RAT 1525 januari 3 Otw,R.228,51r-1: Embrecht z.w. Laureys Lambertss heeft geloeft Peter Henrick Goeyaerts jeec 8 st op Lichtmis uit al zijn goederen en uit kindsdeel als Embrecht als man van Elisabeth zijn hvr d.w. Wouter Brocken na de dood van Heylwich Brocken haar moeder aancomen en versterven zal losbaar met 8 Rgld.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker
633. 1540 februari 12 sH,R.1332,111 Jan Peter Leyten vendt Goyaert Stevens van den Biesenrijt jeec 6 gld op Lichtmis uit
huys erf hof schuur aangelag 24 L par. Otw te Carchoven t Jan Thomas t straat v Jan Thomas t krn w. Laureyns Bloemkens
belast met 20 L rogge H.Geest van Otw 20 L rogge Joost van Eerssel 1 malder rogge klooster van Marienwater te Rosmalen 1 malder rogge Goyaert die Yeger en 20 t aan versch. personen gelost door Henrick Wouter Brocken en Gerit van Criecken 29-9-1656 bij quitantoie van Jan Peynenborch oud secretaris van Otw van den leste januari ll.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 761. 1543 oktober 12 sH,R.1339,7v
Goossen z. Anthonis Scheyvens Arnoldus z.w. Walteri Stijnen Leonardus z.w. Laureyntij Groys Wigardus z.w. Willem z. Pauli Rijsbroecx en Johannes z. van gen. w. Willem z. Pauli Rijsbroecx wnd bvvo vendt Ghijsbert Henricx jeec 24 gld op St Jacob apostel uit huis erf hof aangelag van gen. Goeswini par. Otw op de Cruysstraat t Peter van der Stegen t Andries Nulants v straat t Jan Schilders belast met 1 braspenning grondcijns en 1 mud rogge aan de zusters van Otw huis erf hof achterhuis hof aangelag 12 R van Aart Wouter Stijnen par. Otw t v Peter Boyens t Jan z. Aert Nulants t straat 1/3 in stuk hooiland van gen. Arnoldi in par. voorn. in Wippenhout t tafel H.Geest van Otw t erf krn w. Henrici Goessens mma v erfgen. w. Petri op de Locht belast met 4 oude groten grondcijns en 1 malder rogge aan verschillende personen huis erf hof aangelag van Lenaert par. Otw bij het raadhuis t Peter z. Aert Bliecx t Vleeshuis [domo carnifice] v steenweg t Willem die Wijse belast met een grondcijns huis erf achterhuis hof aangelag van Wygart par. Otw t Wouter Jan Gieliszoon t Henrick Brocken v erfgen. Lucas van Amerzoyen t plaats belast met 1 mud rogge tafel H.Geest van Tilburg huis erf hof achterhuis van Jan tpl. de Hofstadt t Jacob Henrick Emmen t erfgen. Joost Willems van den Dijck v water die Vloet t straat belast met 1 st en negenmanneken grondcijns capittel van Beeck 5 gld Servaes Scilders losbaar met 400 gld
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker
633. 1540 februari 12 sH,R.1332,111 Jan Peter Leyten vendt Goyaert Stevens van den Biesenrijt jeec 6 gld op Lichtmis uit huys erf hof schuur aangelag 24 L par. Otw te Carchoven t Jan Thomas t straat v Jan Thomas t krn w. Laureyns Bloemkens belast met 20 L rogge H.Geest van Otw 20 L rogge Joost van Eerssel 1 malder rogge klooster van Marienwater te Rosmalen 1 malder rogge Goyaert die Yeger en 20 t aan versch. personen gelost door Henrick Wouter Brocken en Gerit van Criecken 29-9-1656 bij quitantoie van Jan Peynenborch oud secretaris van Otw van den leste januari ll.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 761. 1543 oktober 12 sH,R.1339,7v
Goossen z. Anthonis Scheyvens Arnoldus z.w. Walteri Stijnen Leonardus z.w. Laureyntij Groys Wigardus z.w. Willem z. Pauli Rijsbroecx en Johannes z. van gen. w. Willem z. Pauli Rijsbroecx wnd bvvo vendt Ghijsbert Henricx jeec 24 gld op St Jacob apostel uit huis erf hof aangelag van gen. Goeswini par. Otw op de Cruysstraat t Peter van der Stegen t Andries Nulants v straat t Jan Schilders belast met 1 braspenning grondcijns en 1 mud rogge aan de zusters van Otw huis erf hof achterhuis hof aangelag 12 R van Aart Wouter Stijnen par. Otw t v Peter Boyens t Jan z. Aert Nulants t straat 1/3 in stuk hooiland van gen. Arnoldi in par. voorn. in Wippenhout t tafel H.Geest van Otw t erf krn w. Henrici Goessens mma v erfgen. w. Petri op de Locht belast met 4 oude groten grondcijns en 1 malder rogge aan verschillende personen huis erf hof aangelag van Lenaert par. Otw bij het raadhuis t Peter z. Aert Bliecx t Vleeshuis [domo carnifice] v steenweg t Willem die Wijse belast met een grondcijns huis erf achterhuis hof aangelag van Wygart par. Otw t Wouter Jan Gieliszoon t Henrick Brocken v erfgen. Lucas van Amerzoyen t plaats belast met 1 mud rogge tafel H.Geest van Tilburg huis erf hof achterhuis van Jan tpl. de Hofstadt t Jacob Henrick Emmen t erfgen. Joost Willems van den Dijck v water die Vloet t straat belast met 1 st en negenmanneken grondcijns capittel van Beeck 5 gld Servaes Scilders losbaar met 400 gld
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker
882. 1547 juli 19 sH,R.1346,343v
Cornelis en Balthazar en Clara krn w. Johannes z.w. Arnoldi van Zantbeek Hermanus z.w. Jacobi de Casteren man van Arnolda Henricus Willems man van Heylwigis drs w. Johannes van Zambeeck Petrus z.w, Nicolai de Ossendrecht mr Henricus de Bye alsook Cornelius voorn. en Godefridus z. Johannes vanden Steen momb. Guedeldis onm. d. Nicolai z.w. Petri de Ossendrecht bij w. Dorothea d.w. Johannes de Zantbeeck huis erf esthuyse een malder land par. Haaren in de Harensche ackeren t erf Petri z.w. Johannes Gerarts t Franci? Millinck petiam terre arabilis 9? L par. Haaren in de Harensche ackeren bij dat Heyligen Boomken t erf Pontonen? z.w. Johannes van Haren t erf Johannes Monix z.w. mgr Johannes junioris petiam terre arabilis 1 zester par. Haaren in de Rijdt etc. als Johannes z.w. Arnoldi de Zantbeeck tegen Godefridus z.w. Godef5ridi z.w. Petri Brabants kocht supt Gerardo z.w. Gerardi vander Hoeven ook tbv andere krn Gerardi van der Hoeven bij w. Jutten d.w. Wolteri Brocken etc.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 923. 1548 mei 25 sH,R.1349,150v
Gerrit z.w. Gerit van der Hoeven wedn. Jutte d.w. Woltheri Brocken afstand van tocht. Wouter z. Gerardus van der Hoeven bij Jutte 1 malder rogge. Eymbert z.w. Johannes Poynenborch Johannes z. Walteri Brocken Adrianus z. voorn. Walteri Brocken Petrus z.w. Gerardi Jacops Adrianus z.w. Laurentius Vermeer en Arnoldus z.w. Lamberti Arnts inw. Haaren vendt Aleyde wede Willem z. Rutger Willems jeec 12 Kgld op St Jacob uit agro terre arabilis 4 L van gen. Embert in par. Haaren juxta plateam die Doerenstraat t erf Adriani Berkelmans t erf Johannes Arnts v erf Cornelij Poynenborch t gen. Doerenstraat prato terre fenalis 4 van gen. Johannes alsdaar te Belveren etc. petia terre fenalis 3 L van Adriani in par. voorn. tpl. die Hoel Aa t erf Georgy de Spaendonck t gem. aqua die Hool Aa v Andree z. Johannes vander Loo en krn w. Johannes de Larevenne t erf Nycolai Strick mma prato terre fenalis 2 duernatus in par. Bocxtel Cleyn Liempt etc. prato terre par. Haaren tpl. den Ruybosch etc. losbaar met 200 gld
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 882. 1547 juli 19 sH,R.1346,343v
Cornelis en Balthazar en Clara krn w. Johannes z.w. Arnoldi van Zantbeek Hermanus z.w. Jacobi de Casteren man van Arnolda Henricus Willems man van Heylwigis drs w. Johannes van Zambeeck Petrus z.w, Nicolai de Ossendrecht mr Henricus de Bye alsook Cornelius voorn. en Godefridus z. Johannes vanden Steen momb. Guedeldis onm. d. Nicolai z.w. Petri de Ossendrecht bij w. Dorothea d.w. Johannes de Zantbeeck huis erf esthuyse een malder land par. Haaren in de Harensche ackeren t erf Petri z.w. Johannes Gerarts t Franci? Millinck petiam terre arabilis 9? L par. Haaren in de Harensche ackeren bij dat Heyligen Boomken t erf Pontonen? z.w. Johannes van Haren t erf Johannes Monix z.w. mgr Johannes junioris petiam terre arabilis 1 zester par. Haaren in de Rijdt etc. als Johannes z.w. Arnoldi de Zantbeeck tegen Godefridus z.w. Godef5ridi z.w. Petri Brabants kocht supt Gerardo z.w. Gerardi vander Hoeven ook tbv andere krn Gerardi van der Hoeven bij w. Jutten d.w. Wolteri Brocken etc.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 885. 1547 juli sH,R.1346,348v Gerardus z.w. Gerardi van der Hoeven wedn. Jutte d.w. Wolteri Brocken 24 gld Haaren Gruenstrate etc.
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 934. 1548 september 27 sH,R.1350,221 Gerrit z.w. Gerardi van der Hoeven wedn. Jutte d.w. Walteri Brocken afgang van tocht petia terre arabilis 2 in par. Haaren in de List t erf Adriaan en Willem gebr. zn Petri die Lepper en Walteri Cornelis t erf Cornelij Poynenborch v Emberti Poynenborch t erf w. Stephani Poynenborch supt Gerardo Waltero Cornelio gebr. zn Gerardi en w. Jutte en Johannes z. Petri Jans man van Marie d. Gerardus en w. Jutte waarna die dit stuk land vendt Johanni z.w. Johannes Witlocx tbv Petra zijn moeder wede w. Johannes Witlocx
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 967. 1549 juni sH,R.1351,382v Gerard vander Hoeven wedn. Jutte d.w. Wolteri Brocken 6 gld huis Haaren Harencant
o Bosch Protocol 1525 - 1550 door Wim de Bakker 923. 1548 mei 25 sH,R.1349,150v Gerrit z.w. Gerit van der Hoeven wedn. Jutte d.w. Woltheri Brocken afstand van tocht. Wouter z. Gerardus van der Hoeven bij Jutte 1 malder rogge.
Vanaf hier heb ik zelf verder onderzoek moeten doen om meer zekerheid te vinden. Het betekent, dat ik nu vanuit de bronnen mijn conclusies trek.
PETER WILLEMS BROCK
De vader van Wouter is PETER WILLEMS BROCKEN.
Bas den Brok stelt het volgende: Peter zou bij een onbekende vrouw vijf kinderen hebben: Jan, Wouter, Henrich, Antonis en Christijn. Op een ander deel van zijn website (bijgewerkt tot 27 dec. 2008) haalt hij de gegevens van L.F.W. Adriaenssen (Brabantse Leeuw 1999 jaarg 48-4, "Wouter Brock, begraven onder zijn hobby" aan: Peter Willem Brocken pacht in 1428 een tiende van Helvoirt. Hij is getrouwd met Lijsbeth Wouters van den Staeck. Ze hebben de volgende kinderen: Jan (gegoet te Enschot en getrouwd met Aleyt Jans van Vucht. Wouter (kerkmeester te Haren in 1499), Christijn, getrouwd met Goossen Goossens van Uden, Aert, Antonis, Hadewijch, getrouwd met Jan Laureijns Vaniis, Willem, Peter en Hendrick Peters.
Marcel Wissenburg zegt in Marcel Wissenburg-Genealogie (wissenburg.info/gen) dat Peter voor 1489 is overleden. Hij huwt ca 1450 Elisabeth Wouter van der Staeck (geboren voor 1430 en overleden voor 1489) en mogelijk ook Maria Jan Langerbeen (alias Maria Juet Raymakers naar haar moeders naam). Dit klopt niet omdat de Peter, gehuwd met Maria Jan Langerbeens als vader een Wouter heeft. Marcel noemt als kinderen: Jan gehuwd met Aleyt Jans van Vught, Wouter, Peter, Willem gehuwd met Henrica, Henric gehuwd met Lijsken Claes Scheeyven, Aert (geboren voor 1455 en overleden ca. 1503), Anthonys, Christina gehuwd met Gosen Gosens van Veen, Hadewich (overleden voor 1494) gehuwd met Jan Jan Laurens Toit Vannys.
Ben Brinkman beweert, dat Peter eerst met een onbekende vrouw vijf kinderen kreeg: Henrick, Jan, Goyart, Thomas en Arnoldus. Toen trouwde hij met Elisabeth Wouter van der Staeck en kreeg nog negen kinderen: Jan, Wouter, Henrich, Aert, Antonis, Christijn, Willem, Peter en Hadewych.
Tijd dus om een bron te bekijken:
Oud rechterlijk Archief van Oisterwijk (195 fol 19 dd 2-7-1489 :
"Jan Wouter Peter Willem Henric Aert Anthonys gebr. krn w. Peter Brocken Gosen z.[w.?] Gosens van Veen man van Kerstijnen sui uxoris Jan z.w. Jan Laur. Toit Vannys z. wedn. w. Hadewyghen sue uxoris drs w. Peter Brocken voors. voor henzelf envoor Jannen ende Peteren krn derzelver Jan z.w. Hadewyghen voors. met Henric z.w. Jan Laur. Toit Vannys als momboor en Henric? Peter Brocken als toesiender maken erfdeling na dood w. Peter Brocken hoer vader en van w. Elysabeth d.w. Wouter vande Staeck hore moeder. Aan Jan een stuck erfs tot weyen liggende 1 buender in par. Helvoert in die Ghesel < ^ erf Cornelis Berkelman > Henric Brocken voors. en Laur. Anchems v Claes Berkelmans; 1/3 van enen mud rogge dwelc den voors. krn vander doet w. Alyten vande Staeck hoere moeye aencomen; nog 3 pont payments van 12 lib. paym. diewelc Elysabeth Bouwens met sommige anderen schuldig zijn te gelden uit zekere onderpanden in de stat vanden Bosch aende Scaepmerct. Aan Wouter een stuk beemts 1 morghen . . dwelc jaerlycs rijt teghen Jan van Haren situs in par. de Vucht in loco die Cromvoertsche beempde in die Strijpt < erf Cleus vander Roent > sgoetshuse vander Cameren; een stuck lands 5 L in par. Helvoirt in loco die Ghesel < erf Willem Brocken > erf Cornelys Berkelman voert van bey anderen?; nog 1/3 vande voors. mud rogge en dat derdedeel van de voors. 12 ponden. Aan Henric een huse hof en erf so lant als weye soe beempde aen een liggende 16 L in par. Helvoert in loco dicto Ghesel ad loco dicto Holsbosch < erf heer Jan Bacs ridder > erf Adriaen Zebrechts Vleminc s. ^ comm. plateam v erf Adriaen Berkelman en Claeus sijn bruer; stuck lants geh. den Huysacker 9 1/2 L < erf Clrnelys Berkelman > erf Laur. Anchems ^ strate v erf Jan Brocken voors.; een stuck beempts geh. dat Harenbroeck 1/2 buender in par. predicta < erf Wouter van Haren > erf Kathelinen wede Embrecht van Kerkelhoven en zijn krn ^ Kerstinen Witlocs v erf Willem Brocken; 4 stuxkens erf in Helvoert int Oertbroeck; een stuck broecs sitis in par. de Vucht < erf Henric voors. > erf Willem Appels en Willem vande Culen ^ erf Laur. Boeyen v enen ghemeinen waterlaet; nog 1/6 van 2 mud rogge erfpacht die welc men wt de wintmolen van Ghestel ter stede geh. Heinsen?jaarlijks sculdig is; nog 5 pond bosch payment die welc men in de prochie van Beerlem?? jaarlijks schuldig is uit zekere onderpanden en tot zekere dagen na inhoud sch.br. - waaruit Henric zal gelden ons heer den hertog 4 st erfcijns ook 1/2 oude grote en den godshuyse van Tongherloe 1 pont en 13 st ? enJan Emmen 1 mud rogge erfpacht en de vroemissen van Helvoert 2 L rogge erfpacht en de Claren vanden Bosch 6 1/2 st. Hiertegen zal Aert voors. Hebben een stuk beempts 1/2 buender in par. Helvoert in loco dicto dat Oorbroeck < erf wede Wout Gosens > erf Henric? [20r] Willem van Heerde? ^ erf Claeus vande Lu... tot enen gem. waterlaet; een stuck beempts 1/2 merghen < erf wede Jan Berkelman en krn > erf Embrecht Witlox ^ v ... Jacop Loers; een stuk lants 6 L daar enen loep doer gheet in par. Haren < erf Goeyaert Elen en Peter Elens [doorgehaald Goeswyn van Veen] > comm. plateam ^erf Claeus Gomen? v erf Gosens van Veen c,s, ?; nog 1/3 van de voors. mud rogge erfpacht en dat vierendeel vande voors. 12 pont payments - waaruit Aert gelden zal den H.Geest van Haren 4 L rogge erfpacht en den capellaen van Haren 1 wilhelmus tuyn erfcijns. En hiertegen zal Peter voors. hebben 1/6 van de voors. 2 mud rogge erfpacht die men uit de wintmolen van Ghestel jaarlijks schuldig is te gelden nog de helft van 6 pont welke Elisabeth wede Jacop Beerwout jaarlijks schuldig is uit zekere onderpanden binnen de stad van den Bosch tot zekere dagen volgens sch.br.. Item hiertegen zal Willem voors. hebben houden en erfelic bezitten de helft van 6 ponden en een derde deel van 1 pont payments erfcijns welek Jan Wouter Luyen? in par. Beecke? schuildig is te gelden uit zekere onderpanden op zekere dagen volgens sch. br. nog 1/6 van de voors. 2 mud rogge uit de molen van Ghestel; aan Anthony voors. 1/6 van devoors. 2 mud rogge erfpacht uit de molen van Ghestel; en dat 1/4 vande voors. 12 ponden ten Bosch welke erfpacht en erfcijns voors. Anthonis Hiertegen zal Gosen voors. als man en momb. sijns wijfs hebben houden en erfelijk bezitten een huys en hof met toebehoren so lant als weye tsamen 14 L in par. Haren tpl. Ghesel < ^ erf Ghertruen van Lairhoen > erf Jan vanHaren en Claeus Gomen v gemeint op de Raem een stuk lants geh. dat Heyvelt 3 1/2 L < erf Claeus Gomen > erf Ghertruden van Laerhoven en Peter Eelens ^ Gheertruden voors. v erf Aert Brocken; een stuck lants geh. den Brekel acker 5 L < erf Aert Brocken voors. > erf Goeyaert Brocken ^ aquaductam; [20v] een stujck lants 2 l in par. voors. < erf heer Jan Back > ^ erf Peter Eelens v waterlaet; een stuck beempts gent. dat Helvoirts? broeck 1/2 merghen in par. Vucht twelc jaasrlijks rijt tegen Claeus vande Staeck < erf Jan Glavys > erf Jan Spierinc erfgen. ^ gem. loep v erf Jan Spierinc; 1/6 van voors 2 mud rogge uit de molen van Ghesel; nog de helft van 6 ponden payment die welc Elysabeth wede Jacop Beerwout jaarlijks schuldig is uit zekere onderpanden nog de helft van 3 mud rogge erfpacht welc Aert Ghijben tot Berckel schuldig is uit zekere onderpanden waaruit Gosen gelden zal Gherit vanden Broeck 2 1/2 mud 1 zester rogge erfpacht en Beernaert van Grande? 6 zester rogge erfpacht en de H.Geest van Haeren 4 L rogge erfpacht en 1/2 braspenning erfpacht uit? huys in de Wildert van ....; daaruit item hiertegen zullen Jan Jan Laureys z. voors. en zijn krn voors. te weten Jan tot zijn tocht en zijn krn ten erve 1/6 van de voors. 2 mud rogge erfpacht van de molen tot Ghesel en de helft van 6 ponden en het derde deel van 1 pont payments dwelc men in die par. van Schijndel jaarlijks geldende is en te gelden uit zekere onderpanden te weten erfpacht? en erfcijns? voors. den voors. Jan en zijn krn etc."
Aangezien Peter al in 1428 een tiende pacht en dus volwassen zal zijn, moet hij voor 1410 geboren zijn. Hij overleed voor 1489, gezien bovenstaande.
Concluderend kunnen we zeggen:
PETER WILLEM BROCK
Geboren ca. 1405 en overleden voor 1489. Gehuwd met met Elisabeth Wouter van de Staeck.
Kinderen: 1. Jan (gegoet te Enschot en getrouwd met Aleyt Jans van Vucht.
2. Wouter Brock (kerkmeester te Haren in 1499)
3. Christijn, getrouwd met Goossen Goossens van Uden
4. Aert
5. Antonis
6. Hadewijch, getrouwd met Jan Laureijns Vaniis
7. Willem, gehuwd met Henrica NN.
8. Peter
9. Hendrick, gehuwd met Lijsken Claes Scheyven
De vader van Peter zou dan een Willem Brock moeten zijn.
WILLEM PETERS BROCK
Peter Willems Brock is de zoon van Willem Peters Brock, die bij een onbekende vrouw drie kinderen had: Jacob, Peter en Claes.
Adriaenssen heeft het over Willem Brock Martens, die voor 1417 overleden zou zijn. De kinderen zijn dan Claes Willem, die sinds 1454 tijdpachter is van de hoeve Ten Halve te Helvoirt en gehuwd met Lijsbeth Claes Woutgers. En de eerder genoemde Peter en Jacob, die gezien is sinds 1439. Ben Brinkman noemt Willem Peter Brocken, die geboren is rond 1380 en de kinderen Claes, Peter, Jacob en mogelijk ook een Henrich . Bas den Brok haalt ook Adriaenssen aan. Helaas zijn er weinig bronnen. We gaan er dus voorlopig maar vanuit dat Willem Peter Brocken geboren is voor 1380 en drie kinderen had: Peter (geboren voor 1410), Claes en Jacob.
o BP 229. 06-03-1433 1203 / 164v-6 Johannes Willelmi van Geffen droeg over aan Willelmus Petri Brock een erfpacht van 1 mud rogge uit een erfpacht van 6 mud, welke pacht van 6 mud Johannes Petri Brock beloofd had aan de broers Johannes, Gerardus, Goeswinus en Willelmus, kinderen van wijlen Willelmus van Geffen, te leveren met kerstmis, te leveren in 's-Hertogenbosch zo lang Johannes Houtappel zvw Bertoldus Stempel leeft(?), en na diens overlijden op nagenoemde erfgoederen, gaande uit alle erfgoederen die waren van wijlen Bertoldus Stempel en Wolterus Brocke, gelegen onder Oisterwijk en Helvoirt ter plaatse Gesel, welke erfgoederen Johannes Broc in pacht verkregen had van voornoemde broers Johannes, Gerardus, Goeswinus en Willelmus. 164v-7. Henricus Johannis Glavyman man van Hadewigis Johannis Willelmi van Geffen deed afstand van deze erfpacht van 1 mud rogge.
o 95Bv-2. Willem Peter Brocken gaf uit aan Henrick Diderics Wolfs een stuk land genaamd het Vlasland, in Heukelom, naast Henric Diderics sWolfs en naast kvw Peter Brocken, strekkend aan Henric sBonten en aan de gemeint, voor een erfpacht van 3 lopen rogge aan wie men dat verschuldigd is, en thans voor een erfpacht van 10 lopen rogge, met lichtmis te leveren. Met drievoudige pacht op te geven. De andere erfgenamen van Henric Brocken zagen af van vernadering.
Willem Peter Brocken is rond 1400 gehuwd met Aleijdis NN.
o Hertogelijk Cijnsregister 1448: 128. aleydis relicam wilhelmo filius petri brocken pro wilhelmo predicto ex parte johannis filius petri brocken de hereditatis relictem et liberis henricus weyhazen 2 s. nov.
o RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 3-A8, f.55-1, aktenr. 309, ..-01-1431.
In januari 1431 schonk Ghevaert Henrics van der Voert aan zijn zwager Jan Hessels en zijn vrouw Janne, dv voornoemde Ghevart,
1. 11 lopen 11 roeden land met de timmeringen in Helvoirt aan de Gesel, naast Willem Brocken, naast de gemeint van Haaren, aan Willem Brocken en aan kvw Peter Brocken, belast met een erfpacht van 3 mud rogge, een erfcijns van laams van de gemeint van Haaren, een erfcijns van 4 penningen van de gemeint van Helvoirt en 1 roede dijk op de Helvoirtse dijk,
2. een stuk beemd op Leendonk in Helvoirt, naast het Biesbroek, naast kvw Peter Brocken en zijn vrouw Engelberen, aan Willem Brocken en aan Dirck Witlocs, belast met een erfcijns van 1ond ouds aan het godshuis van Tongerloo en 1apoen aan voornoemde godshuis en de hertogencijns.
f.55-2. Voornoemde Ghevaert beloofde aan zijn zwager Jan Hessels 100 gouden kronen, direct na zijn overlijden te beuren uit 1/3 uit van zijn hoeve(?).
BP 1175 f 183v 06 ±do 05-04-1369.
Willelmus Broc ev Aleijdis, Nijcholaus van Woensel ev Margareta, en Lambertus van der Hoeve ev Heijlwigis, dvw? Rijquinus dekker, droegenover aan Henricus van Meerlaer 6 pond groten geld die voornoemde Rijquinus beloofd had aan Henricus van den Laer tbv voornoemde Heilwigis, Margareta en Aleijdis; met (gerechtelijke) toewijzing.
121. 1491 september 21, ? 847.Sch.Otw,R.197,2v-1
Lijsbert Brocken wede w. Claus Brocken cum tutore en Jan Brock hoer soen hebben gheloeft als pincipael sculder ghesamenderhant op hen en op al hun goederen te betalen Dirck vander Stegen sinte Jacobs dach naestcomende een mud rogge met alsulcke penningen daer Dirck voers scepenen brieven aff hebbende is datum in die Mathie scab. Emb. en Anth. Buckincxs
243. 1452 januari 8 847.Sch.Otw,R.159,24v-01 Jan z.qd Henrics geh. die Brouwer als manne ernde momboir Adryanen sijns wijfs d. qd. Reyneers geh. die Moelner vander sedlver qd Reyneer die Moelner ende vut qd Aleyt doen si leefde sijnen wive d. qd. Wouter Aert Langerbeens soen tesamen gewonnen anderhalf mudde rogs jaerlics ende erfelijcs pachts totten voirs. Janne behorende ende welc die kynder qd Willem Brocken z. qd Peter Brocken te gelden plagen wilner Wouter Aert Langerbeens soen voirs. alle jaer erfelijc op onser Vrouwendach purificatione van ende vut • enen acker lants gelegen in de prochye van Helvoert ter stede geh. Ghesel [doorgehaald inter Kathel..] ende welke erfpacht voirs. totten voirs. Janne Henric Brouwers z. als manne ende momboir Adrianen sijns wijfs voirs. erfelijc comen is myds eenre erfdeylinge tusschen sijn mede werfgenamen gedaen na doet Wouter Aert Langerbeens soen voirs. ut dixit ut dixit leg. et her. vendt Jacob Peter ende Claus gebroederen zonen qd Willem Brocken voirs. ende Janne z. qd Peter Daneels hoiren swager als manne ende momboir Mechtelden sijns wijfs d. qd Willem Brocken voirs. ab eisdem emptoris resignit eisdem etc. ende allen commer ende calangie in de voirs. erfpacht wesende van sinen wegen ende van wegen qd Wouter Aert Langerbeens soen voirs. ende allen sine? erfgenamen daer in af te doen denselven coperen
Willem lijkt in 1433 nog te leven. Hij moet dan al op leeftijd zijn.
We concluderen: WILLEM PETER BROCK
Geboren ca. 1344 (geschat), overleden ca. 1433. Gehuwd ca. 1368 met Aleijdis.
Kinderen: 1. Peter Willem
2. Claes Willem, overleden voor 1488, gehuwd met Lijsbeth Willem Wautgers.
3. Jacop Willem
4. Mechtildis, gehuwd met Janne Peter Daneels.
Volgens Ben Brinkman, die zijn website heeft bijgewerkt tot begin 2015 zou Willem Peters Brock een zoon zijn van Peter Marten Brock, overleden voor 1428. Hij zou twee kinderen hebben gehad: Maarten en Willem. Op het websitegedeelte dat is bijgewerkt tot augustus 2008 gaat hij verder. Peter Marten was dan de zoon van Marten Peter Brocken, overleden voor 1421, getrouwd met Ermgard Willems van den Spranc met wie hij zeven kinderen kreeg: Engelbeerne, Henrick, Maarten, Peter, Willem, Jan, Geertruid. Marten was de zoon van Peter Brocken, die getrouwd was met Katerein en vijf kinderen kreeg: Marten, Peter, Godevaert, Henricus en Jan. Peter Brocken is dan de zoon van Wouter Broc, de stamvader, die drie kinderen had: Peter, Woltherus en Jan Woutersz. Hij was rond 1250 geboren. We zullen zien dat dit niet helemaal juist is.
Begin 2016 kwam mijn neef Bas tot de voorlopige stamvader van de Brokken: PETER BROC.
Hij zou overleden zijn voor 1380, kwam uit Haaren en hij zou uit een huwelijk met een onbekende vrouw negen kinderen hebben: Jan Peters Broc, Hendrick Peters Broc, Peter Peters Broc, Merten Peters Broc, Godert Peters Broc, Willem Peters Broc, Aert Peters Broc, Mechtelt Peters Broc en Elizabet Peters Broc. Bas geeft aan dat hij nog verder komt, maar daar nog geen zekerheid over heeft. Helaas ontbreken bij Bas en Ben de bronnen. Ik zal zelf op zoek moeten gaan.
Voor Bas is Willem Peter Brocken rechtstreeks een zoon van Peter Brocken. Hij slaat Peter Marten en Marten Peter over. De Peter Brocken van Ben Brinkman heeft wel dezelfde vijf kinderen als die van Bas den Brok. Alleen vermeld Bas er nog vier andere kinderen bij: Willem, Aert, Mechtelt en Elizabet. Deze kinderen vinden we bij Ben Brinkman terug bij de zoon Peter van Peter Brocken. Al met al erg verwarrend.
Op de website van Genealogie Marcel Wissenburg vind ik in zijn kwartierstaat Peter Brocken, geboren voor 1350 en gehuwd met Engelberna N. Hij had volgens Marcel acht kinderen: Engelberta, Henrick (getrouwd met Geertruida Jan Laureijns; kinderloos), Peter (senior), (die de kinderen Willem, Aert en Mechtelt kreeg), Godert (kinderen: Peter, Lambrecht, Aleijt, Elisabeth, Kateleijn, Engelberen, Hanne), Merten (kinderen: Gheertruut, Peter, Henrick, Jan). Peter (junior) (kinderen: Heijlwig x Claes van Dael; Engelberen x Aert van den Loe; Elisabeth x Petrus Aben; Geertrude x Jan die Groet; Katelijn x Willem Berkelmans; Aleijt x Peter Aelberts van Essche.), Elisabeth (getrouwd met Jan van den Kijnderen; kinderen: Peter, Jan, Heilwich) en Aleijt (getrouwd met Jan van den Eijke.
Misschien moet ik hier voor de volledigheid niet onvermeld laten, dat ik (eind 2022) een uitgebreide discussie per email heb gehad met een medegenealoog Jan van den Bergh over het lezen van de akten, die verband hielden met Peter Broc. Hij leest de akten zo, dat Peter Broc, die gehuwd was met Engelberen de volgende kinderen had: Peter Peter, Henric, Merten, Godert, Elisabeth, een onbekende dochter en Jan. Zoon Peter Peter had dan weer de kinderen: Willem, Aert, Mechteld, Peter Peter Peter en Aleijt. Ik begrijp deze visie wel, maar door verschillende tegenstrijdigheden, die ik nog bespreek, geef ik toch de voorkeur aan mijn benadering.
PETER BROC
Gezien de verwarring moeten we de bronnen beter bekijken.
In het Oud Rechterlijk Archief van Oisterwijk vind ik het volgende:
(143 fol 107 no 823 dd 17-8-1421) Op 17-08-1421 maakten 1. kinderen van Peter Brocken, a. Willem, b. Aert, c. Mechtelt, 2. Godert Brocken, voor hem en voor a. zijn wettige kinderen, b. Engelberen, van haar een zoon, verwekt door Willem van den Gheijn, - Claus, onmondige zoon, 3. kinderen van Jan Vriesen, a. Wouter die Vrijese Jans Vriesen zoen, b. Engelberen, gehuwd met Jacob Godert Mathijs zoen, 4. kinderen van Merten Brocken, a. Gheertruut, gehuwd met Jan van den Amervoert, en deze tevens voor zijn zwagers b. Peter, c. Henrick, en d. Jan, 5. kinderen van Peter Brocken, a. Heijlwig, gehuwd met Claus van den Dael, b. Engelberen, gehuwd met Aert van den Loe, en deze tevens voor zijn zwager, echtgenoot van c. Elisabeth, gehuwd met Petrus Aben, d. Geertrude, gehuwd met Jan die Groet, e. Kathelijn, gehuwd met Willem Berkelman, 6. Peter Jans van der Kijnderen namens zijn moeder Elisabeth, enerzijds, en 7. Laureijns Jan Laureijns, 8. Peter Wouter Pigghen, 9. Herman Herman van den Ham, en zijn zoon Herman en diens zuster (?) Janne, verwekt bij Mechteld dochter van wijlen voornoemde Jan Laureijns,10. Cornelijs Willems Canters man van Margareta Thome Hessels zoen, tevens voor Wouter Thomaes Hessels zoen,11. Jan van den Leempoel voor de onmondige kinderen van Jan van den Eijcke verwekt bij Aleijt dochter van voornoemde Peter Brocken, een erfdeling van de nalatenschap van Henrick Peter Brocken en zijn vrouw Gheertruut. (…)
De originele tekst:
Willem ende Aert, gebroederen, ende Mechtelt, haer suster, wittige kijnder quandum Peter Brocken, Godert Brocken voer hem selven ende voer sijn wittige kijnder daer hij voer geloeft heeft, Willem vanden Gheijn voer Claus sijne soon noch onmondich die hij wittich gecregen had Engelberen dochter Godert Brocken voors daer hi voer gelooft heeft, Wouter geheijten die Vriese Jans Vriese soon ende Jacob Godert Mathijs zoon, zijne zwager als wittige man van Engelberen sijn wijfs dochter Jans Vriese voers, Jan geheijten van Amersvoert als wittige man end momboir Gheertruijt sijn wijfs dochter Merten Brock voer hem selven ende voer Peter, Henrick ende Jan, zijn zwagers, zonen Merten Brocken voers, … Claus geheijten vande Dael als wittige man ende momboir Heijlwige sijn wijfs dochter quandum Peter Brock, Aert geheijten vander Loe als man ende momboir Engelberen dochter quandum Peter Brocken, Peter mede namens Peter …Aben sine zwager als momboir Elisabetthe dochter quandum Peter Brocken, mede namens Jan die Groet als momboir Geertruden dochter quandum Peter Brocken Willem geheijten Berkelmans als momboir Katheline quandum Peter Brocken, Peter quandum Jans vander Kijnderen inden name ende van wege Elisabetthe sine matris daer hij volcome macht af hadde eenerzijde.
Dan volgen enkele namen:
Laureijns Jan Laureijns, Peter Wouter Pigghen, Herman Herman van den Ham, en zijn zoon Herman en diens zuster (?) Janne, verwekt bij Mechteld dochter van wijlen voornoemde Jan Laureijns,Cornelijs Willems Canters man van Margareta Thome Hessels zoen, tevens voor Wouter Thomaes Hessels zoen Jan geheijten van den Leempoel voer die onmondige kijnderen Jans van Eijck die hij gecregen had bij Aleijt dochter des voers Peter Brocken hebben onder hen een erfdeilinge gedaen van de goederen aen hen bestorven van Henrick Brocken ende Geertruijt sijn wijf
Hier gaat het om de erfenis van een zoon van Peter Brocken, namelijk Henrick, die dus voor 1421 is overleden.
Als directe kinderen van Peter worden genoemd (omdat zij dan nog in leven zijn): Willem, Aert en Mechtelt. Overleden zijn dan Godert (?), Merten, Peter en Elisabeth.
De kinderen van Jan Vriese worden genoemd. Jan Vriesen is dus ook met een dochter van Peter Brocken getrouwd. Dan wordt nog Aleijt, genoemd als dochter van Peter Brocken. Hier is de vraag van welke Peter.
In akte 143 fol 107 no 823 dd 17-8-1421 worden ook nog andere personen genoemd, zoals 7. Laureijns Jan Laureijns 8. Peter Wouter Pigghen 9. Herman Herman van den Ham 10. Cornelis Willem Canters x Margaretha Thomas Hessels en broer Wouter Thomas Hessels.
Laureijns Jan Laureijns is een stiefzoon van Geertrude van den Pasch, de echtgenote van Henric Brocken.
RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr. 145, microfiche 1-C8, f. 13-1, aktenr. 087, 07-12-1423.
Op 07-12-1423 verkocht Laureijns Jan Laureijns aan Michiel Stheven sHaerden 1/12 in een beemd genaamd het Wulfer broek in Heukelom, naast de Aa en naast Jacob Jacobs van Eel, strekkend aan Goedelt ev Engbrecht Elijaes en kinderen en aan Mathijs Henric Thijs, hem verstorven van zijn moijen Gheertrude van den Pasch ev Henric Brocken
Gheertrude van den Pasch huwde na de dood van Henrick met Jan Laureijns, die al twee kinderen had: Laurenijns en
Mechteld. Mechteld was gehuwd met Herman Herman van den Ham. Zij hadden twee kinderen: Herman en Janne.
Wouter Pigghen, lijkt een zoon te zijn van Hendrick Pigghen, die in 1350, 1358, 1360 en 1368 schepen van Oisterwijk was.
Wouter is ergens rond 1340 geboren en zal een zoon hebben gehad die Peter heette, maar wat zijn relatie met Henric Brocken
is, is onduidelijk.
Thomas Hessels was schepen van Oisterwijk in 1407, 1411, 1417 en 1419. Hij had Margareta en Wouter als kinderen, maar ook
hier weet ik niet de relatie met Henric Brocken.
In een andere akte over de erfenis van Henric lezen we:
(144 fol 95B no 550 dd 20-6-1423) Op 20-06-1423 maakten enerzijds A. kinderen van wijlen Peter Brocken, 1. Willem Brock, 2. Aert Brock, 3. Mechtelt, 4. Engelberen, gehuwd met Aert van den Loe, 5. wijlen Peter Peter Brocken, a. Elisabeth gehuwd met Peter Aben, b. Kathelijn, gehuwd met Willem Berkelman (Aert van der Loet beloofde voor hem), c. Gheertrude, gehuwd met Jan die Groet, d. Heilwig, gehuwd met Claus van den Dael, 6. wijlen Aleijt, gehuwd met Jan van der Eijken; voor zijn kinderen, en anderzijds B. Peter Kijndermans, zvw Jan van der Kijnder en Elisabeth, tevens voor zijn moeder en haar andere kinderen, C. Wouter Jans Vriesen en zijn zwager Jacob Godert Thijs man van Engelberen Jans Vriesen, D. kinderen van wijlen Merten Brocken, 1. Peter, 2. Jan, 3. Geertrude, gehuwd met Jan van der Amervoert, 4. wijlen Henric Merten Brocken, zijn onmondige zoon Henrick Henric Merten Brocken, voor wie Peter beloofde, E. kinderen van wijlen Godevert Brocken, 1. Peter, 2. Lambrecht, 3. Jan, niet aanwezig; Peter beloofde voor hem, 4. Aleijt, gehuwd met Hubrecht Godevaerts van Oesterhout, 5. Elisabeth, 6. Katelijn, 7. Hanne, 8. wijlen Engelberen, gehuwd met Willem van den Gheijn, zijn zoon Claus, (neef van Godevaert van den Geijn die momber was), maakten een erfdeling van erfenissen in Enschot en Heukelom, hen verstorven van wijlen Henrick Peter Brocken. (…)
De originele tekst van het eerste deel:
Willem Brock ende Aert Brock, gebroederen en Mechtelt, haer suster, kijnderen wilner Peter Brock, Aert geheijten vander Loe X Engelberen, Peter geheijten Aben X Elijsabeth, (tussen de regels staat “Aert vander Loe gelooft voor … Kathelina”), Willem geheijten Berkelmans X Kathelina ende Jan gehijten die Groet X Gheertrude, dochteren Peter Peter Brock voer hen ende voer Claus geheijten vande Dael X Heilwige ende voer die kijndere Jans geheijten vanden Eijcke die hij vercregen heeft bij Aleijt die dochter was van Peter Brock voirs daer sij voer geloeft hebben etc.
Hier vind ik de volgende kinderen van Peter Brocken (is overleden): Willem, Aert, Mechtelt, Engelberen(?), Peter Peter, Aleijt. Dan worden apart genoemd Elisabeth, de man van een dochter van Peter, Merten en Godevert, naast natuurlijk Henric zelf. Engelberen is een dochter van Peter Peter, zijn zoon en is dus een kleinkind. Ook Aleijt is een kleinkind.
In het Bosch Protocol 1408 - 1425 door S.J.M.M. Ketelaars te Rosmalen ontdek ik:
(286. 21-04-1423 1193 / 193v-6 t/m 194v-2) Kinderen van wijlen Petrus Brock,
1. Arnoldus Brocken,
2. wijlen Petrus Brock,
a. Engelberna, gehuwd met Arnoldus Wolteri van den Loo,
b. Heijlwigis, gehuwd met Nycholaus van den Dael,
c. Elizabeth, gehuwd met Petrus Aben soen,
3. Elizabeth, gehuwd met Johannes van der Kijnder,
a. Petrus Kijndermans,
4. wijlen Godefridus Brocken,
a. Petrus,
verklaarden (elk voor 1/4) van Johannes van Malsen den Sloetmeker als executor testamenti van
5. Johannes Brock zvw voornoemde Petrus en diens vrouw Katharina,
een aantal schepenbrieven, deels van 's-Hertogenbosch en deels van Oisterwijk, ontvangen te hebben....
De originele tekst:
Aert Brocken quandem Peter Brock, Aerden vander Loo quandum Wouter vander Loo X Engelberne, Nyclaes vande Dael X Heijlwich, Peter Aben X Elisabeth quandum Peter Brock quandum Peter Brock [dus mijn inziens kleinkinderen] en Peter Kijndermans quandum Jan vander Kijnder X Elisabeth quandum Peter, Peter quandum Godevaert Brock quandum Peter Brock. Zij … Johannes van Malsen den Sloetmeker … quandum Johannes Brock quandum Peter X Katharina
Uit bovenstaande akte concludeer ik dat Peter Broc in ieder geval ook nog een Johannes (Jan) heeft gehad, want over zijn nalatenschap gaat dit stuk. Johannes moet dus in 1423 al overleden zijn geweest. Hij was getrouwd met een Katherina. Hier worden als kinderen van Peter Brock genoemd: Arnoldus, Petrus, Elizabeth, Godefridus en Johannes.
Het blijkt, dat verschillende genealogen de drie akten anders lezen. Dat komt mede doordat er een aantal inconsequenties in zitten. Zo wordt in akte 143 fol 107 no 823 dd 17-8-1421 bij 1 de kinderen van Peter Brocken (Willem, Aert, Mechtelt) genoemd, maar bij 5 ook de kinderen van Peter Brocken (Heijlwich, Engelberen, Elisabeth, Geertrude, Kathelijn). Het lijkt hier alsof beide Peters broers zijn. Bij 11 wordt dan Aleijt genoemd als dochter van voornoemde Petrus. Welke?
Bij akte 144 fol 95B no 550 dd 20-6-1423 worden bij A genoemd : Kinderen van wijlen Peter Brocken: 1. Willem 2 Aert 3. Mechteld 4. Engelberen 5. wijlen Peter Peter Brocken (Elisabeth, Kathelijn, Gheertrude, Heijlwig) 6. Aleijt.
Engelberen is niet een dochter van de Peter met de kinderen Willem, Aert en Mechtelt, maar van de andere Peter, hier Peter Peter genoemd. Ook Aleijt wordt hier toegeschreven aan de Peter met de kinderen Willem, Aert en Mechtelt, maar hoort in de volgende akte bij Peter Peter.
Schepenprotocol Oisterwijk 1421 95Bv-3. Willem Brock, Aert Brock en hun zuster Mechtelt, de kvw Peter Brocken, Aert van den Loe man van Engelberen, tevens voor Wilhelmus Berkelman man van Kathelijn, Peter Aben man van Elisabeth, Jan die Groet man van Geertruden, Claus van den Dael man van Heijlwig, dochters van wijlen Peter Peter Brocken, en Jan van der Eijcken voor zijn onmondige kinderen verwekt bij wijlen Aleijt Peter Peter Brocken, gaven uit aan Wijtman Gherijts de sHanen Hofstad in Heukelom, naast Henric Wolfs en naast de straat, strekkend aan de waterlaat en aan de gemeint, voor een erfpacht van 6 lopen rogge te den Bosch te leveren, erfcijns van 1/3 van 4 oude groot te den Bosch te betalen aan wie men dat verschuldigd is, een erfcijns van 2 delen van 1 oude vlaams aan Jan Bruustens, en thans voor een erfpacht van 15 lopen rogge, met lichtmis te leveren. Dit stuk land op te geven met drievoudige pacht.
Dan is er nog de akte 286. 21-04-1423 1193 / 193v-6 t/m 194v-2, die Arnoldus naast wijlen Petrus Brock (met de kinderen Heilwigis, Engelberna en Elisabeth) zet, maar ook naast Elisabeth en wijlen Godefridus.
Hier is Arnoldus dus een broer van Peter, Elisabeth, Godefridus en Johannes.
In de volgende akte vind ik:
Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.144, microfiche 4-D11, f.95B-1, aktenr. 550, 20-06-1423.
na f.95B los vel recto-1. Van de erfenissen te Heukelom
1. lopen rogge, te weten hiervan ud aan Jan van Cluppelrode en 4 lopen aan de h.geest van Oisterwijk, 2 lopen aan heer Dideric den Rover ridder en 7 lopen rogge aan erfg Jan Joden,
2. een erfcijns van ond aan Laureijns van der Heijde,
3. de cijns die daar met recht uit gaat,
4. de schouw van de Molenstraat,
5. de schouw die de erfgenamen moeten houden in de Veestraat.
Van de erfenissen te Enschot
1. een erfpacht van 6 lopen te den Bosch,
2. een erfpacht van open mout aan Willem van Haren,
3. de cijns die daar met recht op staat,
4. een erfcijns van 1/3 van 4 oude groot te den Bosch,
5. een erfpacht van 3 lopen rogge van de erfenissen die Heijn Brock en zijn broer Willem tezamen hebben te Enschot,
6. 2 deel van 1 vlaams van sHanen erve.
Hier worden Hein (Hendric) en Willem broers genoemd.
Het is duidelijk, dat er uit de drie akten niet een eenduidige conclusie kan worden getrokken. Het gaat dus om een interpretatie.
Aan Petrus Broc(ken) zouden we uit de akten dan de volgende kinderen kunnen toeschrijven:
-
Johannes, overleden voor 1421 , gehuwd met Katharina.
-
Peter Peter, overleden voor 1399
-
Elisabeth, overleden voor 1421, gehuwd met Johannes van der Kijnder.
-
Godefridus, overleden voor 1421
-
Arnoldus (Aert), waarschijnlijk nog in leven in 1423.
-
Merten, overleden voor 1421
-
Henrick, overleden overleden voor 1421
-
Willem in 1423 nog in leven
-
Mechtelt in 1423 nog in leven.
Johannes en Henrick, broers van elkaar, leven in 1410 nog.
44. 24-04-1410 1186 / 380v-10 en 11 Johannes die Haen droeg over aan de broers Johannes Broc en Henricus Broc, zvw Petrus Broc, en aan Willelmus Martini Broc alle goederen van eerste genoemde Johannes onder Oisterwijk en Enschot.
380v-11. Voornoemde Johannes Broc, Henricus en Willelmus beloofden aan voornoemde Johannes die Haen dat zij laatste genoemde Johannes zullen onderhouden en voeden in het huis van voornoemde Henricus (voedsel, drank, klompen en kleding naar zijn staat).
Over Johannes:
1402, november 23 (feria quinta post festum Elyzabeth). Nycoholaus Salder en Wilhelmus Broeder. schepenen van "s-Hertogenbosch verklaren dat Ghevardus van der Voet, zoon van wijlen Henricus, heeft opgedragen aan Egidius Coptiten, een pacht van een half mud rogge, gaande uit een huis en erve en een stuk land gelegen in de parochie Helvoert tussen Johannes, zoon van Wijlen Petrus Broc, en de gemeint, strekkende van Johannes Broc, voornoemd tot aan de erve van wijlen Petrus Broc. Nr. 467a/30 januari 1360 Regesten van de H. Geest Tafel.
Het volgende stuk geeft duidelijkheid over de vrouw van Peter Brocken. Zij zou dan Enghelberen heten.
RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.143, microfiche 3-C12, folium 66v-6 aktenr. 582, 19-11-1420.
Op 19-11-1420 deed Wouter Jans Vriesen zoen afstand van zijn deel in alle erfenissen die hem verstorven zijn van zijn oudemoeder Enghelberen weduwe van Peter Brocken.
RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 3-A8, f.55-1, aktenr. 309, ..-01-1431.
In januari 1431 schonk Ghevaert Henrics van der Voert aan zijn zwager Jan Hessels en zijn vrouw Janne, dv voornoemde Ghevart,
1. 11 lopen 11 roeden land met de timmeringen in Helvoirt aan de Gesel, naast Willem Brocken, naast de gemeint van Haaren, aan Willem Brocken en aan kvw Peter Brocken, belast met een erfpacht van 3 mud rogge, een erfcijns van laams van de gemeint van Haaren, een erfcijns van 4 penningen van de gemeint van Helvoirt en 1 roede dijk op de Helvoirtse dijk,
2. een stuk beemd op Leendonk in Helvoirt, naast het Biesbroek, naast kvw Peter Brocken en zijn vrouw Engelberen, aan Willem Brocken en aan Dirck Witlocs, belast met een erfcijns van 1ond ouds aan het godshuis van Tongerloo en 1apoen aan voornoemde godshuis en de hertogencijns.
f.55-2. Voornoemde Ghevaert beloofde aan zijn zwager Jan Hessels 100 gouden kronen, direct na zijn overlijden te beuren uit 1/3 uit van zijn hoeve(?).
Enghelberna dvw Ghibo gnd Voet wv Petrus gnd Brocke resp. wv Nijcholaus van den Elsen verkocht aan Rodolphus van Crumvoert een huis en erf in Den Bosch, aan het eind van de Hinthamerstraat, tussen erfgoed van Alardus van den Berghe enerzijds en erfgoed van Johannes gnd Lobben anderzijds, welk huis aan voornoemde wijlen Petrus Brocke in cijns was uitgegeven door Everardus van Heze, en van welk huis voornoemde wijlen Nijcholaus van den Elsen één helft, die aan Gerardus zvw voornoemde Petrus Brocke en aan Johannes Writer van Scijnle en zijn vrouw Metta dvw voornoemde Petrus gekomen was na overlijden van voornoemde Petrus Brocke, gekocht had van voornoemde Gerardus, Johannes Writer en diens vrouw Metta. Theodericus, minderjarige zoon van voornoemde Enghelberna, zal afstand doen; zou voornoemde Theodericus overlijden vóór afstand te hebben gedaan, dan zal voornoemde Enghelberna alle aanspraken van erfg vw voornoemde Nijcholaus afhandelen.
Engelberen of Engelberna was een dochter van Ghibo Voet. Na de dood van haar man Peter huwde ze met Nijcholaus van den Elsen.
Wouter Jans Vriese wordt in verband gebracht met Engelberen als "oudemoeder", wat grootmoeder betekent. De vader van Wouter is Jan Vriese en die moet dan getrouwd zijn met een dochter van Petrus en Engelberen. Deze dochter wordt nergens genoemd. Marcel wissenburg heeft het wel over een Engelberta. Zij zou dan naar haar moeder genoemd zijn. Zij hadden naast Wouter ook een Engelberen als kind, want ook zij wordt in erfenissen genoemd.
In 2018 kwam ik tot de hieronder staande conclusies.
PETER BROC, geboren rond 1330 , overleden voor 1380. Hij had de volgende kinderen:
1. Jan (Johannes), gehuwd met Kathalijn Peterdr. van de Doveloe, wellicht geboren rond 1355. Overleden na 1410 en voor 1421.
2. Hendrick (Henricus), mogelijk gehuwd met Geertruid van de Pasch
overleden na 1410 en voor 1421.
3. Peter Peter (kinderen: Engelberen, Heijlwigis, Elizabeth, Kathelijn, Gheertude, Aleijt, Peter Peter Peter), overleden
voor 1421.
4. Godevaert Peter, gehuwd met Geertruid, overleden voor 1423.
5. Marten (Merten) Peter, gehuwd met Ermgard Willems van der Spranc, overleden voor 1421.
6. Elisabeth Peter, gehuwd met Johannes van der Kijnder. Overleden voor 1421.
7. Willem Peter.
8. Aert Peter
9. Mechteld Peter
In 2022 voeg ik een nog onbekende dochter toe , die gehuwd was met Jan Vriese en ook een zoon Gerardus.
Dochter Peter Broc, overleden voor 1420, gehuwd met Jan Vriese.
Mogelijk heette deze dochter Engelberta, naar haar moeder (Marcel Wissenburg noemt deze naam). Ze kreeg met Jan twee kinderen: 1. Wouter, gehuwd met Kathelijn NN. 2. Engelberna, gehuwd met Jacob Godevaert Thijs
RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.143, microfiche 2-E12, folium 51v-4 aktenr. 462, 14-11-1420.) Op 14-11-1420 deed Wouter Jans die Vriese ten behoeve van zijn medeërfgenamen afstand van alle goederen die hem verstorven zijn van zijn moeder, uitgezonderd de goederen die Wouter verstorven zijn van zijn oom Henrick Brocken.
RHC Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.143, microfiche 3-C12, folium 66v-6 aktenr. 582, 19-11-1420.) Op 19-11-1420 deed Wouter Jans Vriesen zoen afstand van zijn deel in alle erfenissen die hem verstorven zijn van zijn oudemoeder Enghelberen weduwe van Peter Brocken.
Ook is zeer waarschijnlijk dat Peter nog een zoon Gerardus had.
Gerardus Peter Broc, overleden voor 1420, gehuwd met Yda Johannes Everaert van Hijntham . Kinderloos.
Gezien naam, vader, tijd en plaats moet Gerardus een kind zijn van Peter Broc en Engelberen, ook nog omdat zijn zus Mechteld genoemd wordt in een akte. Gerardus wordt nergens in erfakten van andere Brocken genoemd, zodat hij waarschijnlijk voor 1420 kinderloos is overleden.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief regesten 468 1393
Schepenen van Buscoducis, Gerardus van Uden en Jacobus Steenwech, oorkonden, dat Gerardus Broc z.v.w. Petrus Broc bij vonnis van de Bossche schepenen heeft verworven alle goederen van Goeswinus Herinc z.v. Johannes Cale uit handen van Willelmus Bac z.v.w. Mathias; en dat hij heeft overgedragen aan Franco Croke z.v.w. Henricus Croke een cijns van 4 mud rogge, die Goeswinus Herinc had ontvangen uit de goederen van Franco Herinc, zijn grootvader.
N.B. a. Afschrift in G. van den Elsen Ms.-Berlicum, folio 5 (in eerste katern) met de nota: "Uit het archief van Seldensat".
b. Getypte tekst in Map-Afschriften. Nota. De akte heeft geen relatie met Berne.
Oorkonden Geefhuis ('s-Hertogenbosch 13-09-1400 Tafel van de Heilige Geest archiefnr. 0392 regestnr. 1278Testament Gerard Brok, eenmalige gift Notaris Paulus Borchardi van Zulichem, priester bisdom Luik, oorkondt (oorspronkelijk en authentiek uittreksel) Gherardus Broc, poorter van ’s-Hertogenbosch, maakt zijn testament hij is naar zijn zeggen getroffen door een besmettelijke ziekte hij handelt met instemming van zijn echtgenote Yda betreft: een legaat aan de Tafel van de H. Geest van 40 gouden nobels door de meester van de Tafel te gebruiken voor de aankoop van een roggepacht; deze erfpacht zal toekomen aan Elisabeth, de zr. van Yda voornd. gedurende haar leven en na haar dood aan de Tafel van de H. Geest De monetaire frasering luidt: 'quadraginta aureorum denarios communiter nobel vocatos' plaats van de handeling: (oorspronkelijk) vóór het woonhuis van de testator op het Hinthamereinde buiten de Pijnappelpoort getuigen van de handeling: Henricus van der Brugghen alias van Helvoirt Ghiselbertus z.v. Johannes Everardi Arnoldus van Hees, smid Gharisius z.v. Willelmus van Herpen deze vier personen zijn poorters Mechteldis Brocx, zr. van de testator.
5004 Esch, mannengasthuis regestenlijst 37 1419, maart 22
Theodoricus die Lu en Gerardus Monic, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Johannes, zoon van wijlen Johannes Snoeck, opgedragen heeft aan Theodoricus, zoon van wijlen Johannes Roetart, de erfpacht van 1 mud rogge, welke Mechteld, weduwe van Yngramus Panghelaert, en frater Willelmus en Elizabeth, haar kinderen, verkocht hadden aan Gerardus, zoon van Petrus Broc.
Beschrijving zegel: Het zegel van die Lu afgevallen
Ook vind ik nog in de Illustre Lieve Vrouwen Broederschap:
Gerijt Broc ende zijn wijf. Intredegeld 1392-1393 (toeg. 1232 inv 116 pag 132r)
En verder nog:
BP 1179 p 359r 06 vr 15-03- 1392
Enghelberna dvw Ghibo gnd Voet wv Petrus gnd Brocke resp. wv Nijcholaus van den Elsen verkocht aan Rodolphus van Crumvoert een huis en erf in Den Bosch, aan het eind van de Hinthamerstraat, tussen erfgoed van Alardus van den Berghe enerzijds en erfgoed van Johannes gnd Lobben anderzijds, welk huis aan voornoemde wijlen Petrus Brocke in cijns was uitgegeven door Everardus van Heze, en van welk huis voornoemde wijlen Nijcholaus van den Elsen één helft, die aan Gerardus zvw voornoemde Petrus Brocke en aan Johannes Writer van Scijnle en zijn vrouw Metta dvw voornoemde Petrus gekomen was na overlijden van voornoemde Petrus Brocke, gekocht had van voornoemde Gerardus, Johannes Writer en diens vrouw Metta. Theodericus, minderjarige zoon van voornoemde Enghelberna, zal afstand doen; zou voornoemde Theodericus overlijden vóór afstand te hebben gedaan, dan zal voornoemde Enghelberna alle aanspraken van erfg vw voornoemde Nijcholaus afhandelen.
BP 1182 p 871r 01 do 22-06-1402
Goeswinus zvw Willelmus Heijnkens soen verkocht aan Herbertus Hals, tbv Mechtildis gnd Brocs, 6/7 deel in 1 bunder beemd, in Erp, ter plaatse gnd in het Goer, tussen Henricus van Meerlaer enerzijds en wijlen Arnoldus Heijme anderzijds, geheel de bunder belast met 1 oude groot Tournoois. Voornoemd 6/7 deel gaat na overlijden van voornoemde Mechtildis naar haar kinderen. Zouden alle kv voornoemde Mechtildis overlijden zonder wettig nageslacht dan gaat het 6/7 deel na overlijden van voornoemde Mechtildis en al haar kinderen naar erfg vw Gerardus Broc bv voornoemde Mechtildis.
BP 1183 f 061r 05 ma 06-11-1402
Andreas Hoppenbrouwer zvw Arnoldus Lemkens droeg over aan Henricus van der Bruggen van Heilvoirt verwer, tbv Henricus, Elizabeth, Oda en Yda, kvw Henricus zvw Johannes Everaets van Hijntham, 1 bunder beemd, in Rosmalen, ter plaatse gnd die Busscher Buenre, tussen Theodericus van den Hoevel enerzijds en Willelmus Hels anderzijds, aan hem verkocht door Henricus zvw Henricus Raet. Voornoemde kinderen mogen de bunder niet verkopen, vervreemden of belasten, zolang ze geen wettig nageslacht hebben. Zou een van de kinderen overlijden zonder wettig nageslacht dan gaat zijn deel naar de andere kinderen. Zouden alle kinderen overlijden zonder wettig nageslacht, dan gaat de bunder naar naaste erfgenamen van wijlen Yda, wv Gerardus Brocs en dvw voornoemde Johannes Everaets van Hijntham.
Over Mechteld:
BP 1178 f 153v 09 za 14-05-1390
Johannes Writer en zijn vrouw Metta dvw Petrus gnd Brocke verkochten aan Adam zvw Adam van den Kerchoeve een stukje roggeland, in Rosmalen, …..
BP 1179 p 359r 06 vr 15-03- 1392
Enghelberna dvw Ghibo gnd Voet wv Petrus gnd Brocke resp. wv Nijcholaus van den Elsen verkocht aan Rodolphus van Crumvoert een huis en erf in Den Bosch, aan het eind van de Hinthamerstraat, tussen erfgoed van Alardus van den Berghe enerzijds en erfgoed van Johannes gnd Lobben anderzijds, welk huis aan voornoemde wijlen Petrus Brocke in cijns was uitgegeven door Everardus van Heze, en van welk huis voornoemde wijlen Nijcholaus van den Elsen één helft, die aan Gerardus zvw voornoemde Petrus Brocke en aan Johannes Writer van Scijnle en zijn vrouw Metta dvw voornoemde Petrus gekomen was na overlijden van voornoemde Petrus Brocke, gekocht had van voornoemde Gerardus, Johannes Writer en diens vrouw Metta. Theodericus, minderjarige zoon van voornoemde Enghelberna, zal afstand doen; zou voornoemde Theodericus overlijden vóór afstand te hebben gedaan, dan zal voornoemde Enghelberna alle aanspraken van erfg vw voornoemde Nijcholaus afhandelen.
BP 1182 p 871r 01 do 22-06-1402
Goeswinus zvw Willelmus Heijnkens soen verkocht aan Herbertus Hals, tbv Mechtildis gnd Brocs, 6/7 deel in 1 bunder beemd, in Erp, ter plaatse gnd in het Goer, tussen Henricus van Meerlaer enerzijds en wijlen Arnoldus Heijme anderzijds, geheel de bunder belast met 1 oude groot Tournoois. Voornoemd 6/7 deel gaat na overlijden van voornoemde Mechtildis naar haar kinderen. Zouden alle kv voornoemde Mechtildis overlijden zonder wettig nageslacht dan gaat het 6/7 deel na overlijden van voornoemde Mechtildis en al haar kinderen naar erfg vw Gerardus Broc bv voornoemde Mechtildis.
BP 1182 p 547r 09 do 11-08-1401.(dg: me l). BP 1182 p 547r10
Henricus van den Elsen, zijn vrouw Mechtildis dvw Petrus gnd Broc, en Petrus en Hilla, kv voornoemde Mechtildis bij haar verwekt door Johannes Writer, verkochten aan Arnoldus van Nuwelant (1) de helft in een hofstad, in Schijndel, ter plaatse gnd des Writers Hoeve, tussen ……
En dan nog:
BP 1179 p 359r 06 vr 15-03- 1392
Enghelberna dvw Ghibo gnd Voet wv Petrus gnd Brocke resp. wv Nijcholaus van den Elsen verkocht aan Rodolphus van Crumvoert een huis en erf in Den Bosch, aan het eind van de Hinthamerstraat, tussen erfgoed van Alardus van den Berghe enerzijds en erfgoed van Johannes gnd Lobben anderzijds, welk huis aan voornoemde wijlen Petrus Brocke in cijns was uitgegeven door Everardus van Heze, en van welk huis voornoemde wijlen Nijcholaus van den Elsen één helft, die aan Gerardus zvw voornoemde Petrus Brocke en aan Johannes Writer van Scijnle en zijn vrouw Metta dvw voornoemde Petrus gekomen was na overlijden van voornoemde Petrus Brocke, gekocht had van voornoemde Gerardus, Johannes Writer en diens vrouw Metta. Theodericus, minderjarige zoon van voornoemde Enghelberna, zal afstand doen; zou voornoemde Theodericus overlijden vóór afstand te hebben gedaan, dan zal voornoemde Enghelberna alle aanspraken van erfg vw voornoemde Nijcholaus afhandelen.
De conclusie (in 2022) kan dus zijn:
PETER BROC, geboren rond 1323 , overleden voor 1380. Gehuwd met Engelberna Ghibo Voet.
Hij had de volgende kinderen:
1. Jan (Johannes), gehuwd met Kathalijn Peterdr. van de Doveloe, wellicht geboren rond 1355. Overleden voor 1421.
2. Hendrick (Henricus), gehuwd met Geertrude van der Pasch
3. Peter Peter, (kinderen: Engelberen, Heijlwigis, Elizabeth, Kathelijn, Gheertude, Aleijt, Peter Peter Peter)
4. Godevaert Peter, gehuwd met Geertruid (Gevardis van de Voert), overleden voor 1423.
5. Marten (Merten) Peter, gehuwd met Ermgard Willems van der Spranc, overleden voor 1410
6. Gerardus, gehuwd met Yda Joannes Everaets van Hijntham. Overleden voor 1402
7. Dochter Peter, waarschijnlijk Engelberta, gehuwd met Jan Vriese.
8. Elisabeth, gehuwd met Johannes (Jan) van der Kijnderen. Overleden na 1423
9. Willem Peter, gehuwd met Aleijdis. Overleden na 1433
10. Aert gehuwd met Hadewijch, overleden voor 1449
11. Mechteld, gehuwd met Johannes Writer en later met Henrick van Elsen. Overleden na 1423.
12. Theodoricus Peter (vermeld 1392 minderjarig)
De volgende akte stelt me voor een dilemma, omdat hier in 1369 Willem al gehuwd is met Aleijdis. Dat brengt zijn geboorte terug naar ca. 1348.
BP 1175 f 183v 06 do 05-04-1369.
Willelmus Broc ev Aleijdis, Nijcholaus van Woensel ev Margareta, en Lambertus van der Hoeve ev Heijlwigis, dvw? Rijquinus dekker, droegenover aan Henricus van Meerlaer 6 pond groten geld die voornoemde Rijquinus beloofd had aan Henricus van den Laer tbv voornoemde Heilwigis, Margareta en Aleijdis; met (gerechtelijke) toewijzing.
De volgorde van de geboorte van de kinderen van Peter Broc is moeilijk te bepalen. Jan zal door vernoeming naar opa wellicht de oudste zijn. En door Willems geboorte rond 1348 moet Peter dus zo rond 1323 geboren zijn. De andere kinderen zijn dan tussen 1348 en 1370 geboren, waarbij Theodericus als jongste (was in 1392 nog minderjarig) na 1369 geboren moet zijn.
Is Petrus Broc de stamvader, omdat ik niet verder kan komen? Of is hij de derde zoon van Wouter Broc, zoals Ben Brinkman zegt. Bas den Brok gaat op zijn website niet verder dan Peter Broc. Het probleem zit hem ook in de tijden. Willem Peter Brocken leefde nog in 1431. Stel dat hij tachtig jaar is geworden dan zou zijn geboorte rond 1350 hebben plaatsgevonden. Zijn vader Petrus , die dan voor 1290 geboren moet zijn, zou dan zestig of zeventig geweest zijn. Theoretisch is dat mogelijk, maar in werkelijkheid zeer onwaarschijnlijk.
JAN BROC
Uit gegevens van de Lievevrouwe broederschap 1413-1414 (1228 doodschuld betaald na de dood toeg.1232 inv 117 pag 083) blijkt dat er een Jan Broc was, die nog drie kinderen had: Peter, Henric en Heilwich.
Zo kom ik bij een JAN BROC , getrouwd met Hilla. In verslagen van de tafels van de H. Geest vind ik:
o "(721a. 1372, 18 november ) . Opdracht officiaal testament Johannes Broc . De officiaal van het bisdom Luik draagt op verzoek van Theodericus z.v.w. Ywanus van den Grave meester van de Tafel van de H. Geest aan Petrus Polslauwer notaris op om de getuigen aanwezig bij het testament van w. Johannes Broc echtgenoot v.w. Hilla te horen over de inhoud van het legaat aan de Tafel van de H. Geest
Dit testament is niet op schrift gesteld. Onwillige getuigen kunnen zo nodig kerkelijke straffen opgelegd krijgen. Na afloop dient Petrus voornd. hierover rapport (RESCRIPTIO) uit te brengen (zie nr. 721c) NB: geïnsereerd in nr. 722"
o "(721c. 1372, 3 december) . Bericht testament Johannes Broc . Petrus Polslauwer notaris bericht aan de officiaal van het bisdom Luik, dat hij de getuigen inzake het testament van Johannes Broc heeft gehoord en op 18 december a.s. deze verklaringen in aanwezigheid van alle erfgenamen bekend wil laten maken. N.B.: getransfigeerd met de oorkonde van de officiaal (nr. 722) en ondertekend door de notaris"
o "(722. 1372, 29 december) . Goedkeuring officiaal testament Johannes Broc. De officiaal van het bisdom Luik maakt bekend, dat hij op verzoek van Theodericus z.v.w. Ywanus van den Grave PROVISOR van de Tafel van de H. Geest de notaris Petrus Polslauwer de opdracht heeft gegeven de getuigen geproduceerd door Theodericus voornd. te horen over het niet op schrift gestelde testament van w. Johannes Broc, echtgenoot van Hilla. Hij geeft verklaringen van de getuigen weer afgelegd op 18 december j.l. [1372] en keurt deze goed, te weten:
1. Gerardus mesmaker van Den Bossche, smid wist niets meer dan dat het enige jaren geleden geschiedde tijdens een periode van grote sterfte ofwel een epidemie, die zeer onlangs heeft plaatsgevonden, op een dag ‘tussen dag en nacht’. Het testament werd gemaakt in het woonhuis van detestator in de Vughterstraat. Hij vermaakte daarbij dit huis en al zijn andere goederen na hun beider dood aan de Tafel van de H. Geest, waarop Hilla vroeg, wat te doen, wanneer zij hem zou overleven. Waarop Johannes zei: ‘Hilla mijn vrouw, ik wil dat jij deze goederen hebt zolang je leeft en na je dood komen ze aan de Tafel van de H. Geest’.
Verder vermaakte hij nog een lijfrente van 20 schellingen aan Johannes gend. (de) Minderbroeder, knecht van Jacobus Coptiten, uit gend. huis.
2. Henricus Eloys, wonend in Den Bosch, bevestigde dit en noemde een groot aantal andere getuigen
3. Agnes gehuwd met Jacobus Noppen van Den Bossche bevestigde dit en voegde er aan toe, dat het gebeurde ongeveer vijf jaar geleden rond het feest van Allerheiligen.
4. Assula gend. Assel gehuwd met Arnoldus Stout,visser bevestigde dit alles. N.B.:
1. Het zegel van het officialaat is afgevallen: aan dit stuk was de RESCRIPTIO (= nr. 721c) gehecht
2. De datering luidt: millesimo tricentesimo septuagesimo secundo mensis decembris die antepenultima. Gezien de volgorde van de gebeurtenissen rond dit testament moet de officiaal hier wel Jaardagstijl gebruikt hebben en niet zoals te verwachten viel de Kerststijl."
"(23. 1372, december, zonder dag ) Goedkeuring officiaal testament Johannes Broc
N.B.: de inhoud van deze oorkonde is nagenoeg gelijk aan nr. 722. De bewoordingen verschillen echter enigszins van elkaar, terwijl de dag in de datumregel niet is ingevuld. Het zegel van het officiaal is verdwenen of nooit aanwezig geweest. Het stuk was getransfigeerd met de suppliek van de meester van de Tafel van de H. Geest. "
Dit betekent, dat Jan Broc wellicht geboren is rond 1296 en overleden is rond 1367. Hij was gehuwd met Hilla. Een zekere Johannes, de Minderbroeder, krijgt iets van de erfenis. Was hij misschien de oudste zoon van Jan, vernoemd naar zijn grootvader?
In een andere akte wordt hij ook genoemd:
"286. 21-04-1423 1193 / 193v-6 t/m 194v-2 ..: 03-01-1337, 's-Hertogenbosch, Johannes der Minderbrueder knaep 4 bunder heide. "
In een andere akte worden Jan en zijn broers en zussen ook nog genoemd.
BP 1175 f036v 11 do 04-03-1367. Henricus gnd Snavel, Johannes Broc, Arnoldus Broc, broers, kvw Johannes Broc van Ghesel, en Franco van Helvort ev Heijlwigis dvw voornoemde Johannes, verkochten aan Otto gnd van Neijsel het deel, dat aan voornoemde broers en Franco, alsmede Bela, Enghelberna, Aleijdis, Mechtildis en Walterus, kvw voornoemde Johannes Broc, gekomen was na overlijden van Leonius zv voornoemde Johannes Broc en Heijlwigis dvw voornoemde Leonius, in alle goederen van voornoemde wijlen Leonius of zijn dochter Heijlwigis, gelegen onder Sint-Oedenrode
En verder nog:
BP 1175 f 124r 17 di 27-09- 1379 Petrus zvw Johannes Broc droeg over aan zijn broer Henricus alle goederen die aan hem gekomen waren na overlijden van zijn ouders.
Concluderend kunnen we de volgende vrij zekere hypothese opzetten;
JAN BROC, geboren rond 1296 en overleden in 1367. Hij was gehuwd rond 1320 met Hilla. Ze hadden de volgende kinderen:
1. Johannes (de minderbroeder)
2. Petrus, geboren rond 1323
3. Henric
4. Heilwich
Jan Broc is een kind van Jan Wouterszn Broc.
JAN WOUTERSZN BROC
Enkele akten:
o " Jan II, hertog van Brabant, bekrachtigt de verkoop van de windmolen van Hellevoert die op die herstraet steet met der hofstat ende den husekene dair neven gelegen dair die molenare in te woenen pleech, door de rentmeester van Brabant en de schout van 's-Hertogenbosch (Janne van den Plasche, onsen brueder) aan Jan Broke, welke molen eerst aan Gheenken Visscher behoorde.
Dit was gedaen ende gegeven te Bruessel in sinte Michiels avende, int jaer ons Heeren doe men screef dusentch driehondert ende elleve. 1311" (september 28 - afschrift
Camps nr 855.)
Jan Wouterszn. is Jan Broke en hij bezat een molen in 1311. Ook uit andere bronnen ontdek ik wat dingen over Jan.
o Archieftitel: Provinciaal Genootschap van Kunsten & Wetenschappen, charters, 1303 - 1845
Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) Akte, verleden voor Wellinus Hillezoon en Arnoldus Poeldonc, schepenen van 's-Hertogenbosch, waarbij Johannes Wouterszn Broc van Gestel verleent ten behoeve van Berthout Stempel, jaarrente van 1 mud rogge, 26 april 1313.
o 1312 februari 11 - afschriften
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan de Gheselle, zoon van Wouter de Gheselle, goederen te Leendonch, vroeger eigendom van Gerard Piscator (Visser) van Oesterwijc en 7 bunder weide in het broek tegenover de woning van de priester van Heluoert, belast met de hertogcijns, verkocht heeft aan Jan van den Plasche, schout van 's-Hertogenbosch. Met Gerardus dictus van der Aa de Boxtele et Gerardus dictus de Esghe junior.
Datum feria sexta ante dominicam Invocavit, anno Domini MmoCCCmo undecimo.
Camps, nummer 864.
Jan de Gheselle is dezelfde als Jan Wouterszn. Gheselle is een plaatsaanduiding, het gebied Ghezel (Gijzel) in Helvoirt. Hij is een zoon van Wouter de Gheselle.
o 220. 1338, 12 maart Vestiging erfpacht Woensel (?) Johannes gend. Broc van Ghesel heeft een erfpacht van 1 m. rogge gevestigd t.b.v. Jacobus van Zulikem.
Zekerheid: zijn hoeve in Ghesel. Lasten: 2 ... (?). In dorso: tot Woensell.
o 261. 1343, 22 januari Verkoop erfpacht Helvoirt-Gijzel. Jacobus van Zulikem heeft een erfpacht van 1 m. rogge verkocht aan Jacobus z.v. Yuwanus van Grave (DeGravia), procurator van de Tafel van H. Geest van Den Bosch. Zekerheid :de hoeve van Johannes gend. Broc in Ghesel.
o Akte van overdracht, verleden voor schepenen van 's-Hertogenbosch 1343 nr 1111
Door Heilwich, weduwe van Jan Brocken, en haar kinderen Mechteld en Engelberna, en met toestemming van de andere kinderen, Hendrik, Wouter, Jan, Leonius en Heilwich (getrouwd met Franco van Helvort) aan Leonius van Erpe voor diens broer Petrus van Erpe van een jaarlijkse pacht van 3 mud rogge uit goed "Gheesel"en uit windmolens in Helvoirt, authentieke kopie van notaris P. Curtius uit 16e eeuw, 1343.
Dit geeft dan het volgende beeld:
JAN (JOHANNES) WOUTERSZN
Geboren tegen 1268, overleden voor 1343 (zie bovenstaande akte). Getrouwd met een onbekende vrouw.
Kinderen: 1. Hendrik Jan, geboren ca. 1292
2. Wouter Jan, geboren ca. 1294
3. Jan ( Broc , geboren ca. 1296
4. Heilwich, geboren ca. 1298
5. Leonius
Gehuwd (2) met Heilwich van Erpe . Kinderen:
1. Mechteld,, geboren ca. 1308
2. Engelberna.geboren ca. 1310
Door nieuwe akten (2024) kwam ik tot de conclusie dat Jan Wouter nog meer kinderen had, maar deze waren bij de genoemde overdracht in 1343 waarschijnlijk nog minderjarig.
BP 1175 f036v 11 do 04-03-1367. Henricus gnd Snavel, Johannes Broc, Arnoldus Broc, broers, kvw Johannes Broc van Ghesel, en Franco van Helvort ev Heijlwigis dvw voornoemde Johannes, verkochten aan Otto gnd van Neijsel het deel, dat aan voornoemde broers en Franco, alsmede Bela, Enghelberna, Aleijdis, Mechtildis en Walterus, kvw voornoemde Johannes Broc, gekomen was na overlijden van Leonius zv voornoemde Johannes Broc en Heijlwigis dvw voornoemde Leonius, in alle goederen van voornoemde wijlen Leonius of zijn dochter Heijlwigis, gelegen onder Sint-Oedenrode
De extra kinderen zijn dan: Arnoldus, Bela en Aleijdis.
Genoemde Arnoldus is dan de pachter van de Brokkenhoeve .
Uitgifte erfpacht Brokkenhoeve Helvoirt
Johannes van Zidewynden schoonzoon van wijlen Arnoldus van der Poorten
aan: Johannes van den Bredeacker
van: de Brokkenhoeve in Helvoirt
voor: erfpacht 5 m. rogge, 6 kapoenen en 16 pond vlas tot de hekel bereid (HEKEL), de erop rustende herencijnzen en een erfcijns van 20 schelling oud geld aan de THG van Oisterwijk
lasten: zie boven
voorw: indien de erfpachter niet vóór Pasen betaalt -de betaaltermijn is Lichtmis- dan mag de verpachter de hoeve weer in eigendom nemen.
bijz.: de huidige pachter is Arnoldus Brocke; de hoeve is door Johannes verworven van de erfgenamen van Henricus uten Waude.
(Erfpacht 1360 Tafels van de heilige Geest)
De vader van Jan Wouterszn is stamvader Wouter Broc.
Samenvattend:
JAN (JOHANNES) WOUTERSZN
Geboren tegen 1268, overleden voor 1343 (zie bovenstaande akte). Getrouwd met een onbekende vrouw.
Kinderen: 1. Hendrik Jan, geboren ca. 1292
2. Wouter Jan, geboren ca. 1294
3. Jan, geboren ca. 1296
4. Leonius ) Broc , geboren ca. 1297, overleden voor 1367
5. Heilwich, geboren ca. 1298
Gehuwd (2) waarschijnlijk rond 1315 met Heilwich( van Erpe?) . Kinderen:
1. Mechteld, geboren ca. 1318
2. Engelberna.geboren ca. 1320
3. Arnoldus, geboren ca. 1323 , gehuwd met Berta
4. Bela
5. Aleijdis
Aanvankelijk (2018) ging ik nog uit van de visie van Ben Brinkman. Hij stelde dat Wouter Broc rond 1250 was geboren en gehuwd was met Helewigis. Ze hadden de kinderen: Woltherus, Jan Wouterszn en Peter. Maar in 2022 kreeg ik nieuwe inzichten na bestudering van de bronnen.
Zo kom ik tot een volgende stamvader visie:
STAMVADER WOUTER BROC
Ook wel genoemd WOLTHERUS BROC of WOUTER DE GHESEL
Gijzel en de Brokkenhoeve.
De stamvader van alle families Broc, Brock, Brocken, Brok, Brokken en Bro(ck)x is Wouter (Woltherus) Broc (de Ghesel). De toevoeging "de Ghesel" duidt op een plaatsaanduiding. Het betreft het gehucht Gijzel (vroeger Ghesel) bij Helvoirt. De naam zal waarschijnlijk een samenstelling zijn van geest-zandgrond en sele voor zaal of hoeve. Gijzel valt onder Helvoirt en ligt ten zuidwesten van Helvoirt.
Volgens het BHIC ( Archieven: 5011 Dorpsbestuur Helvoirt 1340-1814.) is het dorp Helvoirt ontstaan op de scheiding van een moerassig gebied en hoger gelegen grond. Een "voort" is een doorwaadbare plaats in een rivier, terwijl "hel" wijst op hellende grond, land dat hoger ligt. Bij Vught lag ook een stuk grond dat "die Helle" heette. Uit oude archiefbronnen blijkt dat er inderdaad een "waystad" of "waedstap", een doorwaadbare plaats, is geweest in de buurt van de oude kerk in de weg naar Vught (vroeger de Helvoirtsedijk). In de 14e eeuw lag daar al een brug.
Het hele gebied in het noorden was moeras, broekland en dorre heidevlakte. Om door dit gebied te komen liepen de paden over de hoger gelegen gronden van de ene doorwaadbare plaats naar de andere. Dit gebied werd doorsneden door talrijke riviertjes en beken.
Over de oudste geschiedenis van Helvoirt is weinig bekend. De naam zien we voor het eerst in een akte van 1192, waarbij Giselbert van Tilburg en zijn moeder Aleysa 1/3 van hun goederen te Helvoirt bestemmen voor de bouw van een kapel en zij tienden schenken aan de pastoor van Oisterwijk voor het onderhoud van deze kapel.
Helvoirt zelf lijkt in de twaalfde eeuw tot twee gebieden te behoren. Enerzijds was er de Heerlijkheid Tilburg, anderzijds bezaten de Heren van Gestel het gebied Moergestel, Haaren, Belveren en de Gestel. De heerlijkheid Tilburg is omstreeks 1213 ten gronde gegaan en aan de hertog van Brabant gekomen. Hierdoor kon rond 1300 Helvoirt een eigen parochie worden.
Helvoirt komen we ook tegen onder de namen Hellevorth, Heilvoert, Hellevoirt en Helvoord.
In dit gebied vestigden zich mensen. Zo is er ook de hoeve "Brocken". Een oud document (voor zover we weten het oudste) uit 1307 geeft aan dat er in Brabant in de buurt van Oisterwijk erven Brocken zijn. Wie deze erven Brocken zijn wordt helaas niet vermeld.
Schepenen van Oesterwijc oorkonden dat Arnold, investiet van de kerk van Oisterwijk, Hubert van Enschot, als rector van deze kerk, Hendrik van Baex, Arnold Hixpor en Willem de Fine (van den Eynde), de drie laatstgenoemden optredend namens de parochianen, verkocht hebben aan Hendrik, koster van de kerk van Oisterwijk, een stuk allodiaal goed, genaamd Kortakker, gelegen in Berkel, tussen de Koppel en Heukelom, alsmede een aantal cijnzen inTilburg en in Haaren (censum novem solidorum et sec denariorumtalis pagamenti cum quali census domini ducis Brabancie solviturannuatim, censum inquam qui solvitur in Westilborch, videlicet a Sigilberto dicto Stappe III s(olidi) d(enario) minus, item a Nicholao dicto Achterloe III s(olidi), item a Melis Hescel X d(enarii),item ab Elizabet uxore Godefridi dicti Nichole IX d(enarii), item ab heredibus Brocken II s(olidi), item censum in Haren ab heredibus Sticher XVIII d(enarii), item a Nicholao dicto Nauweliis IIII s(olidi) denarium minus, item a Iohanne dicto de Beluere XVIIId(enarii) cum tali pagamento quale suprascriptum est, item Iohannes de Beluere VI s(olidi) pecunie usualis. Datum anno Domini MoCoCoCo septimo, in vigilia sancti Iacobi apostoli. Nos Henricus Bogart en Lambertus dictus de Goetshaluen, scabini in Oesterwiic. Camps nummer 748. Oorkonde 1307 juli 24, Brussel.
Ook staat in een document uit 1359 dat er een hoeve Brocken is.
“Zegerus zoon van Robbertus van Raemsdonc heeft verkocht aan Johannes van Zidewynden de helft van de goederen die hij met genoemde Johannes verkregen had van Gheyla. In dorso: de halve hoeve genaamd Brocken.” “Gheyla zuster van wijlen Zegeradis eerste echtgenote van wijlen Henricus Uten Waude heeft verkocht aan Johannes van Zidewynden, schoonzoon van wijlen Arnoldus de Porta en Zegerus zoon van Robbertus van Raemsdonc onder meer: (1) 1/5 deel van alle goederen van Wolterus Brocken; (2) een hofstad genaamd Riddershofstat in Ghesel; (3) 14 roeden land in een hof in de parochie Haaren in Ghesel; (4) 1? bunder beemd genaamd Oerterbroec tegenover de windmolen en wat land in de hoeve van Johannes van der Straten; (5) een erfcijns van 1? oude grote uit dat 1/5 deel van de goederen van Wolterus Brocken; (6) een erfcijns van 20 schellingen uit drie stukken land in Ghesel genaamd Nuwelant, die Hoeve en die Waterlaet; (7) de helft van een driessche in de parochie Haaren.” Oorkonde 1359 december 4 's-Hertogenbosch OAG THG Kappelhof THG, regest 463
De plaatsaanduiding "Ghesel" wordt duidelijk , wanneer bij verkoop van erfpacht in 1338 en 1343 de hoeve als zekerheid wordt vermeld.
"1338, 12 maart Vestiging erfpacht Woensel (?) Johannes gend. Broc van Ghesel heeft een erfpacht van 1 m. rogge gevestigd t.b.v. Jacobus van Zulikem. Zekerheid: zijn hoeve in Ghesel. Lasten: 2 ... (?). In dorso: tot Woensell."
"261. 1343, 22 januari Verkoop erfpacht Helvoirt-Gijzel. Jacobus van Zulikem heeft een erfpacht van 1 m. rogge verkocht aan Jacobus z.v. Yuwanus van Grave (DeGravia), procurator van de Tafel van H. Geest van Den Bosch. Zekerheid : de hoeve van Johannes gend. Broc in Ghesel."
Ook wordt de Brokkenhoeve genoemd in 1360 als Arnoldus Broke pachter is.
Uitgifte erfpacht Brokkenhoeve Helvoirt
Johannes van Zidewynden schoonzoon van wijlen Arnoldus van der Poorten
aan: Johannes van den Bredeacker
van: de Brokkenhoeve in Helvoirt
voor: erfpacht 5 m. rogge, 6 kapoenen en 16 pond vlas tot de hekel bereid (HEKEL), de erop rustende herencijnzen en een erfcijns van 20 schelling oud geld aan de THG van Oisterwijk
lasten: zie boven
voorw: indien de erfpachter niet vóór Pasen betaalt -de betaaltermijn is Lichtmis- dan mag de verpachter de hoeve weer in eigendom nemen.
bijz.: de huidige pachter is Arnoldus Brocke; de hoeve is door Johannes verworven van de erfgenamen van Henricus uten Waude.
(Erfpacht 1360 Tafels van de heilige Geest)
In verband met de Brokkenhoeve is het misschien opmerkelijk, dat in Gesel bij Helvoirt, waar de oude molen heeft gestaan, ten noorden hiervan een klein natuurlijk en agrarisch gebied ligt, dat nog steeds de "Brokkenbroek" heet. Wanneer deze naam is ontstaan is niet duidelijk, maar het zal zeker de plaats zijn waar de hoeve en het land van Johannes Broc heeft gelegen.
Johannes Broc is dezelfde als Jan Wouterszn, de zoon van Wouter (Woltherus) Broc (Wouter de Gheselle), van wie de hoeve oorspronkelijk was. Wolterus, die ergens tussen 1305 en 1312 overleed, zal de hoeve overgedaan hebben aan zoon Jan, want deze was in 1312 eigenaar. Ook in 1338 had Jan (Johannes) de hoeve nog. Hij overleed waarschijnlijk voor 1343. Mogelijk dat de de hoeve toen is verkocht, want in 1359 werd Johannes Zidewijnden de eigenaar. Geyla, de zus van Zegeradis, de eerste vrouw van Henricus uten Wanden, had het verkocht aan genoemde Johannes. Henricus uten Wanden had ook al allerlei goederen en land gekocht van de zus van Jan, namelijk Aleijdis. Mogelijk dat Arnoldus Broke, de zoon van Jan Wouter , al actief was op de hoeve en daardoor de pachter is geworden.
Wouter (Woltherus) Broc de Gheselle.
Dat stamvader Wouter Broc een zoon Peter en een zoon Woltherus zou hebben, is nergens te vinden. Wel wordt het door veel genealogen overgenomen, zodat het lijkt alsof dit vaststaat.
De Wolterus Broc of Woltherus de Ghesel, die genoemd wordt, moet dezelfde zijn als Wouter Broc.
Wouter Broc of Wolterus Broc zijn dezelfde personen. Een taalkundig argument hiervoor is, dat vroeger er een verschil was tussen de ou en au, qua uitspraak. De oorspronkelijke klank in koud, goud en Wouter was "ol". Voor een d of t werd de klank in het Nederlands vervormd tot ou, maar in het Engels en Duits zien we de oorspronkelijke klank nog wel terug: gold, cold, Walter. Het is dus zeer aannemelijk dat Wouter en Wolter eenzelfde persoon kunnen zijn.
Zoals verder zal blijken moet Wouter (Wolterus) Broc vijf kinderen gehad hebben, omdat zijn erfenis in vijf delen werd verdeeld. Voor die tijd zal hij zeker een vermogend man geweest zijn.
“Zegerus zoon van Robbertus van Raemsdonc heeft verkocht aan Johannes van Zidewynden de helft van de goederen die hij met genoemde Johannes verkregen had van Gheyla. In dorso: de halve hoeve genaamd Brocken.” “Gheyla zuster van wijlen Zegeradis eerste echtgenote van wijlen Henricus Uten Waude heeft verkocht aan Johannes van Zidewynden, schoonzoon van wijlen Arnoldus de Porta en Zegerus zoon van Robbertus van Raemsdonc onder meer: (1) 1/5 deel van alle goederen van Wolterus Brocken; (2) een hofstad genaamd Riddershofstat in Ghesel; (3) 14 roeden land in een hof in de parochie Haaren in Ghesel; (4) 1? bunder beemd genaamd Oerterbroec tegenover de windmolen en wat land in de hoeve van Johannes van der Straten; (5) een erfcijns van 1? oude grote uit dat 1/5 deel van de goederen van Wolterus Brocken; (6) een erfcijns van 20 schellingen uit drie stukken land in Ghesel genaamd Nuwelant, die Hoeve en die Waterlaet; (7) de helft van een driessche in de parochie Haaren.” Oorkonde 1359 december 4 's-Hertogenbosch OAG THG Kappelhof THG, regest 463
Als kind komt in ieder geval Jan Wouterszn in aanmerking. Hij wordt ook als zodanig genoemd.
1312 februari 11 - afschriften Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan de Gheselle, zoon van Wouter de Gheselle, goederen te Leendonch, vroeger eigendom van Gerard Piscator (Visser) van Oesterwijc en 7 bunder weide in het broek tegenover de woning van de priester van Heluoert, belast met de hertogcijns, verkocht heeft aan Jan van den Plasche, schout van 's-Hertogenbosch. Met Gerardus dictus van der Aa de Boxtele et Gerardus dictus de Esghe junior. Datum feria sexta ante dominicam Invocavit, anno Domini MmoCCCmo undecimo. Camps, nummer 864.
221. "Archieftitel: Provinciaal Genootschap van Kunsten & Wetenschappen, charters, 1303 - 1845 Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) Akte, verleden voor Wellinus Hillezoon en Arnoldus Poeldonc, schepenen van 's-Hertogenbosch, waarbij Johannes Wouterszn Broc van Gestel verleent ten behoeve van Berthout Stempel, jaarrente van 1 mud rogge, 26 april 1313."
Op 28 september 1311 bekrachtigt Jan II, hertog van Brabant, de verkoop van de windmolen van Helvoirt door de rentmeester van Brabant en de schout van 's-Hertogenbosch aan Jan Broke, welke molen eerst aan Gheenken Visscher behoorde. Jan Broke is Jan Wouterszn. Hij wordt de eigenaar van de molen van Helvoirt.
Omdat zowel Jan als vader Wouter vaak ook enkel met de toevoeging "de Gheselle" worden genoemd, is het zeer aannemelijk, dat Johannes de Gheselle ook een zoon is. Hij was gehuwd met Bessela. Johannes is in 1312 al overleden.
"1312 oktober 14 - 's-Hertogenbosch, Godshuizen, THG 77 Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Bessela weduwe van Johannes van Ghesele wegens schulden afstand heeft gedaan van haar tocht aan Gerardus van Esghe sr en Gerardus van der Aa van Boecstylle in de goederen in Udenhout naast de goederen van Johannes Stemple, poorter van Den Bosch, belast met de hertogcijns en een jaarlijkse erfpacht van 8 mud rogge Bossche maat aan Symon de Dyefhout, Bosch burger; en in alle goederen aldaar, die voorheen waren van Helewigis, moeder van Johannes van Ghesele, ook belast met de hertogcijns; deze goederen zijn naar schatting elk 16 bunder groot. Gerardus van Esghe sr en Gerardus van der Aa hebben deze goederen vervolgens verkocht voor 300 pond aan Ghibo Vette, poorter van Den Bosch, op voorwaarde, dat mocht de omvang anders zijn dan is opgegeven, dat zulks dan wordt verrekend; dat de verkopers het zullen laten inzaaien met winterzaad; het huis van wijlen Helewigis laten afbreken en Helewigis gen. Amme(?), die daar woont, zullen doen vertrekken. Datum anno Domini MmoCoCoCo duodecimo, sabbato post festum beati Dionisii martiris. Kappelhof, regest 77; Camps, nummer 884."
Dat sommige genealogen Johannes de Gheselle zeggen dat hij Jan Wouterszn is, is onbegrijpelijk, want bovengenoemde akte geeft duidelijk aan dat hij in 1312 al is overleden en Jan Wouterszn leefde in 1338 nog.
De hoeve, die van Helwigis was geweest en waar Bessela en de overleden Johannes hadden gewoond, lag aan de de Hooghoutse straat in de buurt van Biezenmortel en Udenhout. De hoeve was ongeveer 9 bunder groot (vermelding: zes mudzaad in de 15e eeuw). Verder bezat de hoeve vier beemden (8 bunder) in Helvoirt, een beemd in Belveren en zes bunder heide bij Giersbergen. (Bron: 25. Bosche tafel van de Heilige Geest. www.wikimiddenbrabant.nl)
Uit deze akte blijkt dan ook dat het volgende kind Helewigis is, die gehuwd was met N. van Amme. Zij woonde in het huis dat bij de hoeve stond.
De hoeve wordt ook nog genoemd in de Cijnsregisters van Helvoirt:
99. de erfgenamen van Ghibonis Vetten, 24 nieuwe schellingen, de helft van de cijns wordt betaald door de Heilige Geest (dimidietus census solvet Spiritus Sanctus), twee groten uitgezonderd, van de hoeve van Joannes van Ghesel. Later: de kinderen van Arts Bertensoen en Petrus Vet. Betaald 1340 t/m 1351
Als Johannes een zoon van Wouter (Woltheris) is en dat lijkt door de naam Ghesel bijna zeker, dan is Wouter gehuwd met Helewigis. Zij is waarschijnlijk rond 1272 al overleden. Op haar hoeve woonde zoon Johannes .
Een andere bron geeft aan, dat Woltheris een dochter Aleijdis heeft.
318. "1349, 22 januari Verkoop goederen Gijzel-Oisterwijk Aleydis d.v.w. Woltherus gend. Brocken heeft een vijfde deel van alle goederen v.w. haar vader behalve het huis en erf in Ghezelein de parochie van Oisterwijc verkocht aan Henricus gend. van den Wande. Lasten: erfcijnzen van 15 oude Franse koningsgroten en een vijfde deel van van 7½ oude Franse koningsgroten aan onbekenden. De monetaire frasering luidt: 'quindecim grossis antiquis turonensibus monete regis Francie ac quinta parte septem et dimidium grossorum turonensium antiquorum dicte monete annuatim' "
Oorkonde 1337 augustus 14 's Hertogenbosch OAG THG
Aleydis dochter van wijlen Woltherus Broc van Ghesel heeft afstand gedaan van 4 bunder broekland in de parochie van Hellevoort en van het erfgoed die Hasedonc, dat voorheen bezaaid was, aldaar, aan Engelberna genaamd Rosekens, haar zuster.
Kappelhof THG, regest 216; uit een dorsale aantekening blijkt dat deze oorkonde 25-9-1546 opnieuw bezegeld is met de schepenzegels van 1337
Hieruit blijkt ook, dat er nog een kind is: Engelberna.
Over Wouter Broc ofwel Woltheris de Geheselle zijn verder nog de volgende bronnen te vermelden:
o Tafel van de H. Geest aangelegd ca.1530 te Oisterwijk: 7. 1320, juli 10 (feria quinta ante festum beate Margarete) Johannes, zoon van wijlen Ankim, en Arnoldus Roever, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Heer Arnoldus Stempel, priester, verkocht heeft aan Johannes en Gerardus de Ele, gebroeders, de cijns van 40 schellingen, breder omschreven in de acte van 22 april 1305 (reg.nr.2). Wolterus Brock heeft dit mede bevestigd. Cart.fol.2v.
613. 1367, 12 augustus Betalingsbelofte na uitgifte erfpacht goederen Haren Gijzel Katerina van der Putte (DE PUTEO) en haar kinderen Henricus en Theodericus belooft te betalen aan: Henricus Snavel t.b.v. de kinderen v.w. Bertholdus Stempel wegens: een derde deel van de goederen v.w. Wolterus Broc in GHESEL voor: erfpacht 2 m
Het is erg opvallend, dat de familie Broc en Stempel op een of andere manier met elkaar verbonden zijn. Zie voorgaande en volgende akten.
"229. 06-03-1433 1203 / 164v-6
Johannes Willelmi van Geffen droeg over aan Willelmus Petri Brock een erfpacht van 1 mud rogge uit een erfpacht van 6 mud, welke pacht van 6 mud Johannes Petri Brock beloofd had aan de broers Johannes, Gerardus, Goeswinus en Willelmus, kinderen van wijlen Willelmus van Geffen, te leveren met kerstmis, te leveren in 's-Hertogenbosch zo lang Johannes Houtappel zvw Bertoldus Stempel leeft(?), en na diens overlijden op nagenoemde erfgoederen, gaande uit alle erfgoederen die waren van wijlen Bertoldus Stempel en Wolterus Brocke, gelegen onder Oisterwijk en Helvoirt ter plaatse Gesel, welke erfgoederen Johannes Broc in pacht verkregen had van voornoemde broers Johannes, Gerardus, Goeswinus en Willelmus.. 164v-7."
"221 Charters Provinciaal Genootschap van K & W, 1303 - 1845: 3 Akte, verleden voor Wellinus Hillezoon en Arnoldus Poeldonc, schepenen van 's- Hertogenbosch, waarbij Johannes Wouterszn Broc van Ghesel verleent ten behoeve van Berthout Stempel, jaarrente van 1 mud rogge, 26 april 1313 "
Ook interessant is:
"90. Ghenen Pennenborch, van het goed van Bertholdus Stempel, eertijds van Joannes Rosekens, 12 nieuwe penningen."
Als deze Rosekens de echtgenoot is van Engelberna, de dochter van Wouter, dan is er andermaal een verband tussen de familie Broc en Stempel.
Een nieuwe akte , gevonden in 2024, bracht nieuw inzicht:
BP 1176 f 365v 04 di 24-05-1384: Johannes zvw Bertholdus Stempel droeg over aan Johannes Spirinc zv Theodericus van Welle alle erfgoederen, die waren van wijlen zijn voornoemde vader Bertholdus en van zijn grootvader Wolterus gnd Broc, zowel onder Oisterwijk gelegen als onder Helvoirt, ter plaatse gnd Geselle, uitgezonderd voor voornoemde Johannes (1) een stuk land in Oisterwijk….
Conclusie: Johannes zvw Bertholdus stempel is de kleinzoon van Wolterus Broc. Dit betekent, dat Bertholdus getrouwd moet zijn met een dochter van Wolterus. Hier komt alleen Aleijdis voor in aanmerking. Zo is de familie Broc en Stempel dus met elkaar verbonden.
Tenslotte kunnen we het volgende concluderen:
Stamvader is WOUTER (WOLTHERUS) BROC (DE GHESELLE)
Geboren ca. 1240 te Ghesel en overleden na 1305, maar voor 1312.
Hij was gehuwd met Helewigis NN. Helewigis is overleden voor 1312.
In ieder geval hadden ze de kinderen:
1. Johannes de Gheselle, mogelijk geboren ca. 1264 en overleden voor 1312. Hij was gehuwd met Bessela NN. Waarschijnlijk is vlak voor zijn dood Gerardus geboren.
2. Helewigis, mogelijk geboren ca. 1266, gehuwd met N. van Amme.
3 Jan Wouterszn Broc, geboren ca. 1268, overleden voor 1343.
4. Aleidis, geboren ca. 1270, overleden na 1349
5. Engelberna, geboren ca. 1275, gehuwd met Joannes Rosekens.
Wil je wat meer weten over een verdere visie en over de herkomst van de familie en de naam:
Oorsprong van de naam Broc(k) en de familie Broc(k).
Over de mogelijke voorouders van Wouter Broc heb ik een hypothese opgesteld.
Naar : HYPOTHESE
Naar: BIJZONDERHEDEN BIJ MIJN STAMREEKS
Wil je graag deze gegevens lezen in de vorm van een verhaal, kijk dan op:
Willem den Brok, oktober 2014
Bijgewerkt tot maart 2025
Voor reacties: wdenbrok@live.nl
Terug naar:
Maak jouw eigen website met JouwWeb